"In september zag het er nog naar uit dat we niet zouden kunnen deelnemen aan de verkiezingen. Vandaag zijn we weer het grootste huisartsensyndicaat."
...
Dokter Roel Van Giel reageert erg tevreden op de uitslag van AADM. "Onze positieve stijl, onze voorstellen slaan blijkbaar aan. Dat ik daar heel blij mee ben, zal ik niet onder stoelen of banken steken. We kunnen weer de leiding nemen in huisartsenmateries. Daar gaan we de komende jaren zeker werk van maken." "Bij de specialisten breken we nog niet door - maar dat hadden we ook nog niet verwacht. We zijn tevreden dat we een aantal specialisten hebben kunnen overtuigen om lid te worden. We haalden toch nog enkele honderden stemmen binnen. Maar van een netwerk moeten we de komende jaren werk maken. Dat willen we vooral doen door de banden aan te halen met de beroepsorganisaties en de wetenschappelijke verenigingen. Ik denk echt wel dat er ook bij de specialisten belangstelling bestaat voor onze constructieve aanpak. Dat er zijn die zullen appreciëren dat we bij om het even welk voorstel al niet bij voorbaat tegen zijn. Ik wil naast naar de beroepsorganisaties ook de handen reiken naar de twee andere syndicaten. De uitdagingen waarvoor we de komende jaren zullen staan, zijn enorm." "Dat er in 2023 weer meer artsen hun stem hebben uitgebracht, is heel positief. Maar ik wil me daar toch ook niet te optimistisch over uitlaten. Ik weet dat er opmerkingen gemaakt kunnen worden over de manier waarop het Riziv de participatiegraad berekent. Dat de noemer te ruim genomen is. Maar de noemer is wel altijd dezelfde geweest. En dat maakt het mogelijk om over de verschillende verkiezingen heen vergelijkingen te kunnen maken. De participatiegraad is beduidend hoger dan in 2018. Maar hij zit aan de andere kant nog steeds niet op het peil van 2014." "We moeten er werk van maken om nog meer mensen bij het overleg te betrekken. Volgens mij kan dat door zoals gezegd de hand te reiken naar de verschillende beroepsorganisaties en wetenschappelijke verenigingen. Daar zit veel know-how. En er is daar zeker enthousiasme aanwezig om rond bepaalde zaken samen te werken. Hoe de betrokkenheid er precies uit moet zien, dat zal nog moeten blijken. Je kunt hun mensen mee naar de Nationale Commissie nemen als het gaat over een materie die hen na aan het hart ligt. Misschien kun je direct iemand van hen naar een raad of een werkgroep afvaardigen, als de materie juist aansluit bij hun expertise. Op die manier kun je weer meer mensen bij het beleid betrekken en het deelnamepercentage nog wat vergroten."