Er is al heel wat onderzoek verricht naar gsm-gebruik en hersentumoren. In enkele decennia tijd is het een onmisbaar (?) toestel geworden. Het groeiend aantal gebruikers - volwassenen, maar ook een steeds jonger wordende populatie - is steeds afhankelijker geworden van hun mobiele telefoon. Ze houden hun mobieltje dan ook voortdurend binnen hand- én hoofdbereik. Hoe meer deze telefoons gebruikt werden, hoe meer de focus kwam te liggen op het potentieel verhoogde risico op hersentumoren. Tot op heden verschenen er een 50-tal studies. Waarvan de twee meest bekende, de INTERPHONE Case-control Study en de Danish Cohort Study, geen risico aantoonden op hersentumoren. Er gebeurden maar liefst negen (!) meta-analyses op deze data, met zeer uiteenlopende resultaten tot gevolg.

Een minderheid van de onderzoekers wereldwijd gaat ervan uit dat gsm-gebruik toch leidt tot de ontwikkeling van hersentumoren

Een Britse studie van Schüz et al. (2022) bracht deze mogelijke link weer op de voorgrond. Voor het totaal aantal hersentumoren, en specifiek voor de twee meest voorkomende tumoren (gliomen en glioblastomen), werden geen incidentiestijgingen vastgesteld sinds de introductie van de gsm. Er werd daarenboven geen significant verhoogd risico aangetoond op kankers van de meest blootgestelde hersendelen (temporaal en pariëtaal). Ook werden er geen verschillen opgemerkt tussen het voorkomen van tumoren aan de linker- of rechterzijde van de hersenen, hoewel de rechterzijde meer blootgesteld wordt.

Zoals zo vaak - believe it or not - bestaat er een kamp van believers en eentje met non-believers die elkaar dan ook bekampen met positieve en negatieve studies. Een minderheid van de onderzoekers wereldwijd gaat ervan uit dat het gebruik toch leidt tot de ontwikkeling van hersentumoren. Zei u 'cherry picking', 'fake news' of 'alternative facts'? Niet toevallig zijn vele van deze believers woonachtig in de VS. Zoals de band Genesis zong: The land of confusion... Maar onder meer vooringenomenheid en 'publication bias' komen dan om de hoek kijken. Het is nog altijd moeilijker om een studie gepubliceerd te krijgen die geen risico of associatie aantoont. De populaire maar ook de medische pers is vooral geïnteresseerd in studies die iets aantonen: de 'waan van de dag', weet je wel. Hoewel er een kentering plaatsvond om de negatieve studies toch te publiceren en niet in de schuif te doen belanden om (hersen)stof te vergaren.

Om een klein risico aan te tonen, is research nodig van hoge kwaliteit met accurate blootstellingsgegevens

De Europese Commissie concludeerde in 2015 dat 'gewoon of gemiddeld' gsm-gebruik het risico op hersentumoren niet zou verhogen. Voor 'hevige gebruikers' is er minder eensgezindheid. Het probleem is dat de definitie van een hevige gebruiker sterk kan verschillen in de epidemiologische studies. Een ander obstakel is dat de emissies over de jaren heen sterk zijn gaan verschillen. Verder is er zoals steeds de vraag of diermodellen naar de mens geëxtrapoleerd mogen en kunnen worden.

Gezien het grote aantal studies over dit onderwerp is het bestaan van een ongedetecteerd risico klein vanuit het perspectief van het individu. Er moet echter wel aandacht besteed worden aan tumoren met een lange latentietijd (meer dan 15 jaar), zeldzame hersentumoren en blootstelling tijdens de kindertijd. Want kinderen hebben immers een dunnere schedel, een kleiner hoofd en een betere hersengeleiding. Bovenal, om een klein risico aan te tonen, is research nodig van hoge kwaliteit met accurate blootstellingsgegevens.

Misschien ligt de waarheid ergens in het midden, of zit het "in the mind or between the ears of the believer"? Zoals de band Blondie zong: Hanging on the telephone ... in the phone booth.

Er is al heel wat onderzoek verricht naar gsm-gebruik en hersentumoren. In enkele decennia tijd is het een onmisbaar (?) toestel geworden. Het groeiend aantal gebruikers - volwassenen, maar ook een steeds jonger wordende populatie - is steeds afhankelijker geworden van hun mobiele telefoon. Ze houden hun mobieltje dan ook voortdurend binnen hand- én hoofdbereik. Hoe meer deze telefoons gebruikt werden, hoe meer de focus kwam te liggen op het potentieel verhoogde risico op hersentumoren. Tot op heden verschenen er een 50-tal studies. Waarvan de twee meest bekende, de INTERPHONE Case-control Study en de Danish Cohort Study, geen risico aantoonden op hersentumoren. Er gebeurden maar liefst negen (!) meta-analyses op deze data, met zeer uiteenlopende resultaten tot gevolg. Een Britse studie van Schüz et al. (2022) bracht deze mogelijke link weer op de voorgrond. Voor het totaal aantal hersentumoren, en specifiek voor de twee meest voorkomende tumoren (gliomen en glioblastomen), werden geen incidentiestijgingen vastgesteld sinds de introductie van de gsm. Er werd daarenboven geen significant verhoogd risico aangetoond op kankers van de meest blootgestelde hersendelen (temporaal en pariëtaal). Ook werden er geen verschillen opgemerkt tussen het voorkomen van tumoren aan de linker- of rechterzijde van de hersenen, hoewel de rechterzijde meer blootgesteld wordt.Zoals zo vaak - believe it or not - bestaat er een kamp van believers en eentje met non-believers die elkaar dan ook bekampen met positieve en negatieve studies. Een minderheid van de onderzoekers wereldwijd gaat ervan uit dat het gebruik toch leidt tot de ontwikkeling van hersentumoren. Zei u 'cherry picking', 'fake news' of 'alternative facts'? Niet toevallig zijn vele van deze believers woonachtig in de VS. Zoals de band Genesis zong: The land of confusion... Maar onder meer vooringenomenheid en 'publication bias' komen dan om de hoek kijken. Het is nog altijd moeilijker om een studie gepubliceerd te krijgen die geen risico of associatie aantoont. De populaire maar ook de medische pers is vooral geïnteresseerd in studies die iets aantonen: de 'waan van de dag', weet je wel. Hoewel er een kentering plaatsvond om de negatieve studies toch te publiceren en niet in de schuif te doen belanden om (hersen)stof te vergaren. De Europese Commissie concludeerde in 2015 dat 'gewoon of gemiddeld' gsm-gebruik het risico op hersentumoren niet zou verhogen. Voor 'hevige gebruikers' is er minder eensgezindheid. Het probleem is dat de definitie van een hevige gebruiker sterk kan verschillen in de epidemiologische studies. Een ander obstakel is dat de emissies over de jaren heen sterk zijn gaan verschillen. Verder is er zoals steeds de vraag of diermodellen naar de mens geëxtrapoleerd mogen en kunnen worden. Gezien het grote aantal studies over dit onderwerp is het bestaan van een ongedetecteerd risico klein vanuit het perspectief van het individu. Er moet echter wel aandacht besteed worden aan tumoren met een lange latentietijd (meer dan 15 jaar), zeldzame hersentumoren en blootstelling tijdens de kindertijd. Want kinderen hebben immers een dunnere schedel, een kleiner hoofd en een betere hersengeleiding. Bovenal, om een klein risico aan te tonen, is research nodig van hoge kwaliteit met accurate blootstellingsgegevens.Misschien ligt de waarheid ergens in het midden, of zit het "in the mind or between the ears of the believer"? Zoals de band Blondie zong: Hanging on the telephone ... in the phone booth.