Kleine kinderen, kleine zorgen, grote kinderen, grote zorgen. Aan het tweede gedeelte van dit gezegde moet ik denken telkens als ik berichtgeving zie over de ellende die jongeren - en indirect dus ook hun ouders - overkomt wanneer ze onzacht in aanraking komen met alcohol.
De cultus van het drinken van grote hoeveelheden alcohol begint al op middelbare schoolleeftijd, op sweet sixteen-feestjes bijvoorbeeld, waar niemand nog opkijkt als er scholieren stomdronken door het huis zwalpen. Hier wordt de kiem gelegd voor de bacchanalen in studenten- en andere jongerenmilieus, waar excessief drankgebruik soms uitmondt in trauma, coma of erger. Gelukkig zijn er ook lichtpuntjes: af en toe haalt een café of schoolfuif het nieuws omdat men er geen alcoholische dranken meer wil schenken aan scholieren. Het gaat om lokale initiatieven, want de wetgever in België staat alcoholgebruik toe vanaf de leeftijd van zestien jaar.
De cultus van het drinken van grote hoeveelheden alcohol begint al op middelbare schoolleeftijd
Als arts worden we geregeld geconfronteerd met gevallen van alcoholabusus bij jongeren. Zo neem ik op een avond een jonge vrouw op met een ethanolgeïnduceerd coma. Haar vriendinnen, ook niet bepaald nuchter, staan beteuterd op de gang te wachten en vertellen mij dat er iets fout gegaan is bij het indrinken. Dit is een methode om snel en op een goedkope manier dronken te worden: eerst drinkt men zich tipsy in besloten kring, daarna, bij het uitgaan, hoeft er dan minder geconsumeerd te worden. In dit geval gebeurde het indrinken door middel van een fles wodka die van mond tot mond rondging op een studentenkot. De patiënte in kwestie heeft het grootste deel van de fles naar binnen gegoten, wat bij een vrouw van 50 kilogram resulteert in een diepe bewustzijnsdaling met verlies van slik- en ademhalingsreflexen. 3,5 promille in het bloed.
Een bleke, slappe pop ligt voor ons op de brancard. Haar maag ledigt zich. Een walm van pittavlees en alcohol vult de ziekenhuiskamer. Om te verhinderen dat de vrouw braaksel aspireert moeten we haar intuberen en beademen. Voor de rest moet de tijd zijn werk doen. En inderdaad, een paar uur later, in het midden van de nacht, wordt ze half wakker en hoest ze de tube uit. Vervolgens draait ze zich snurkend op haar zij om onbekommerd haar roes uit te slapen.
Wanneer ik 's ochtends de kamer betreed, ligt ze nog steeds op haar zij, een bolletje onder de dekens. Als mijn telefoon luid begint te rinkelen komt er beweging in de massa en zegt ze geïrriteerd: "Hey, kan het niet wat stiller?" Ik stel mij voor en begin aan een preek dat "te veel alcohol gevaarlijk is" en dat ze "geluk heeft gehad en dat..." Maar ze luistert niet en er komt opnieuw een snauw: "Ik wil naar huis. Nu." Ze tokkelt driftig op haar smartphone. '"Mijn vader komt mij halen", is het laatste dat ze tegen mij wenst te zeggen.
Een uur later staat haar vader op de gang, een tas met verse kleren onder de arm. De man straalt een mengeling van bezorgdheid, boosheid en plaatsvervangende schaamte uit. Zijn dochter, bleek en met donkere wallen onder de ogen, staat ongeduldig te trappelen aan de uitgang. Hij kijkt mij verontschuldigend aan, en ik zie hem denken: grote kinderen, grote zorgen.