...

Het decreet van 22 juni 2012 verplichtte artsen om zich te melden bij het Agentschap Zorg en Gezondheid als ze zich buiten de muren van een ziekenhuis bezig houden met "risicovolle medische praktijken". Jo Vandeurzen hoopte op die manier de cowboys eruit te halen en schandalen met liposucties of lekkende implantaten te vermijden.De geldboetes in het decreet waren niet van de poes. Een laattijdige melding kon een boete van 10.000 euro opleveren. De boete kon oplopen tot 20.000 euro in geval van een foutieve melding.Drie artsenverenigingen trokken naar het Grondwettelijk Hof om Vandeurzens decreet aan te vechten: de Bvas, het VBS en de Belgian Society of Private Clinics (BSPC). Ook een handvol privéklinieken en plastische chirurgen stapten mee naar de rechtbank. En gisteren haalden ze hun slag thuis.Het argument van "miskenning van federale bevoegdheden" volstond voor het Grondwettelijk Hof om het decreet te kelderen. De uitoefening van de geneeskunde is wettelijk geregeld in het KB nr 78 uit 1967. Het is een federale materie waarvoor de Vlaamse Gemeenschap niet bevoegd is.De andere, meer inhoudelijke middelen werden niet eens onderzocht. De artsenorganisaties hebben nooit opheldering gekregen over welke gevaarlijke praktijken de minister nu eigenlijk viseerde en welke niet. Het decreet heeft het over "invasieve, chirurgische of medische procedures" die onder algemene anesthesie of diepe sedatie worden uitgevoerd. Er moet ook sprake zijn van een inherent risico op ernstige verwikkelingen.Maar in artsenmiddens werd die definitie van meet af aan als "niet realistisch" afgedaan. Elke arts of tandarts stelt zich bloot aan risicovolle situaties, zo werd gezegd. "Als het de bedoeling is om de esthetische privéklinieken te controleren, moet het decreet dat duidelijker omschrijven. Want uitgerekend die klinieken vallen nu buiten het toepassingsveld van het decreet."Lees hier het arrest van het Grondwettelijk Hof:http://www.const-court.be/public/n/2013/2013-170n.pdf