...

Het Grondwettelijk Hof stelt het Riziv in het ongelijk omdat het de terugbetaling weigerde van een geneesmiddel dat door de apotheker was ingevoerd. Het middel heeft een marktvergunning voor België, maar is hier niet verkrijgbaar.Het Hof reageert daarmee op een prejudiciële vraag van de Arbeidsrechtbank van Marche-en-Famenne. Die kregen een verzoekschrift van de ouders van een meisje dat aan juveniele idiopathische artritis (ziekte van Still) lijdt. Het Bijzonder Solidariteitsfonds (BSF) kende aan de patiënte een terugbetaling toe van Kineret (anakinra). Maar uiteindelijk weigerde dit Riziv-fonds de terugbetaling uit te voeren, omdat de ouders het middel lieten invoeren door een apotheker.'Belachelijke situatie'Anakinra kan in België op de markt worden gebracht; voor dit middel is er al een vergunning. Maar het is nog niet in België verkrijgbaar. Er bestaat in België een wettelijke regeling die apothekers toelaat geneesmiddelen in te voeren voor patiënten met een ernstige aandoening, als voor dit middel in ons land geen valabel alternatief beschikbaar is.Die regeling geldt voor middelen die in België nog geen marktvergunning hebben gekregen. Voor het middel in kwestie is die vergunning er wel, en die valt daarom niet onder de regeling. Overigens had de apotheker bij het 'Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten' (Fagg) ook geïnformeerd of hij het middel kon importeren.De Arbeidsrechtbank van Marche-en-Famenne vindt dat dit tot de "belachelijke situatie" leidt dat de patiënt ertoe verplicht wordt het middel zelf in het buitenland aan te schaffen. Deze rechtbank vindt het tegen de regels inzake volksgezondheid dat de patiënt dan geen beroep zou kunnen doen op de deskundigheid van de apotheker. Die waakt immers over de correcte uitvoering van het voorschrift en behandeling van het middel.Ten slotte vond de Arbeidsrechtbank dat de strikte interpretatie van de regels door het Riziv leidt tot willekeurige discriminatie tussen patiënten. Waarom zou er een andere regeling van kracht zijn (een die ongunstiger is voor de patiënt) als een middel al een vergunning heeft?Het Grondwettelijke Hof vindt in de voorbereidende besprekingen over de wetgeving geen enkel element dat verantwoordt waarom een apotheker voor zijn patiënt wel een geneesmiddel zou kunnen invoeren zonder marktvergunning, maar niet een met een marktvergunning. Het stelt dat als de wettelijke regeling op deze manier wordt geïnterpreteerd, ze in tegenspraak is met de Grondwet.