...

Begin deze week maakte minister Vandenbroucke via de FOD Volksgezondheid een bevraging publiek die hij liet verrichtten door IM Associates - een dochteronderneming van IQVIA.Eén van de vragen ging over het veranderen van praktijkvorm. Zouden artsen eigenlijk liever werken in een andere praktijkvorm? En wat voor soort praktijk zou dat dan worden.Zo bleek dat 40% van de bevraagde soloartsen eigenlijk wel liever hun solopraktijk zouden willen verlaten. Meestal - in driekwart van de gevallen - is dat dan om in een groepspraktijk te gaan werken (je kunt natuurlijk ook niet meer solo werken dan solo). Een goeie helft kiest dan voor een groepspraktijk van alleen maar huisartsen. Een klein kwart voor een multidisciplinaire praktijk. Nog geen vijf procent denkt erover na in het forfaitaire systeem te gaan werken.Artsen uit groepspraktijkenDe omgekeerde beweging komt wel voor - maar is toch wel zeldzamer. Van de huisartsen die in een monodisciplinaire groepspraktijk werken, zou 27% liever overstappen naar een ander soort praktijk. Van hen die in een multidisciplinaire groepspraktijk werken, zijn er minder geneigd van praktijkvorm te veranderen, namelijk 15%Zes tot tien procent van die beperkte groep artsen die in een groepspraktijk werken maar nu toch voor een ander soort praktijk kiezen, zouden eigenlijk liever solo gaan werken. Dat is een goeie zes procent van die huisartsen die in een monodisciplinaire groepspraktijk werken, en 11% van hen die in een multidisciplinaire praktijk werken.Van de huisartsen die in een groepspraktijk van alleen artsen werken en die willen veranderen, wil de grootste groep graag de stap zetten naar een multidisciplinaire praktijk (dat is nog 58%, artsen konden daarnaast nog kiezen voor 'ziekenhuis' en 'andere'). Veertien procent van hen zou de stap willen zetten naar het forfaitaire systeem.Van de huisartsen die in een multidisciplaire groepspraktijk werken en willen veranderen, zijn er evenveel (een goed kwart) die de stap 'terug' willen zetten naar een praktijk van alleen maar artsen, als er zijn die dan liever op het forfaitaire systeem willen overstappen. Maar deze groep is over het algemeen dus minst geneigd om nog over te stappen.Forfaitair systeemVan de 27% artsen die in het forfaitaire systeem zitten maar graag willen veranderen van systeem, wilt er 10% liever beginnen als soloarts, tegenover een dikke helft die in een groepspraktijk wil blijven - meestal multidisciplinair (30% tegenover 22% die voor een monodisciplinaire groepspraktijk kiest).Er zijn telkens ook huisartsen die zouden verkiezen in een ziekenhuis te werken - die groep is groter bij artsen die in het forfaitaire systeem werken, of in een multidisciplinaire groepspraktijk.Een belangrijke groep kiest nog voor 'andere' opties, maar het is niet gespecifieerd wat die zo allemaal inhouden. De tabel heeft het ook over artsen die werken in een "medisch huis" maar per prestatie. Dat wordt ook niet verder toegelicht - bijvoorbeeld hoe dit verschilt van een 'multidisciplinaire groepspraktijk'.De gedetailleerde tabel met absolute cijfers geven we hieronder. De genoemde percentages hebben we uit deze tabel berekend. Vooral in groepen met kleine aantallen kan de toevalsfactor wel belangrijk zijn.Een vollediger bespreking van de resultaten van deze bevraging vindt u in de laatste Artsenkrant (voor abonnees).Om de publieke synthese van de resultaten en de analyse door IM Associates te downloaden, klikt u hier.