...

Op 6 juli vroeg minister van sociale zaken en volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) aan de federale Gegevensautoriteit advies over een voorontwerp van wet tot wijziging van de ziekteverzekeringswet. Meer bepaald ging het over interdisciplinaire structurele samenwerkingen in de eerste lijn. Het advies van de Gegevensautoriteit volgde op 29 september.Het voorontwerp wou onder meer huisartsen die deel uitmaken van een online structurele interdisciplinaire samenwerking verplichten om voor elk van hun patiënten een GMD te openen. Maar in zijn advies merkt de Gegevensautoriteit op dat het ontwerp impliceert dat het Riziv geen zorg zal vergoeden verstrekt aan patiënten zonder GMD. Dat blijkt ook duidelijk uit de aanvullende informatie van de afgevaardigde van de minister.De Gegevensautoriteit merkt ook op dat er een aanzienlijk verschil bestaat tussen het toekennen van een hogere terugbetaling voor GMD-patiënten (zoals momenteel het geval is) en het niet terugbetalen van de zorgkosten voor patiënten die geen GMD wensen te openen.De Gegevensautoriteit betwijfelt of de verplichting om een GMD te openen, verenigbaar is met de vereiste van voorafgaande toestemming door de patiënt om een GMD over hem aan te leggen. Die toestemming garandeert de mate van controle over de manier waarop de patiënt zijn medische gegevens worden verwerkt. Bijgevolg kunnen volgens de Gegevensautoriteit huisartsen van structurele interdisciplinaire samenwerkingen in de eerste lijn niet worden onderworpen aan een verplichting om een GMD te openen voor hun patiënten. Dit type dossier kan enkel geopend worden op verzoek van de betrokken patiënt en dit verzoek moet bovendien worden opgenomen in het dossier.