...

Al in de zomer brachten de Hoge Gezondheidsraad en vervolgens het Raadgevend Comité voor bio-ethiek adviezen uit over de vaccinatiestrategie en de prioritaire doelgroepen. Pas eind november volgde de oprichting van de taskforce 'operationalisering covid-19-vaccinatiestrategie', zoals ze officieel heet."Hoe en wanneer we zouden vaccineren, stond zes weken geleden nog open", aldus de voorzitter. Hij wijst ook op de bestuurlijke complexiteit. Het federale niveau staat in voor aankoop en distributie van vaccins, de deelstaten voor het proces en de organisatie op het terrein. De taskforce - met daarin experten, de deelstaten en federale overheid - adviseert de Interministeriële Conferentie die uiteindelijk beslist. "Voor het kostenelement staan zowel de federale regering als de deelstaten in", zegt Ramaekers. "Al bij al valt de samenwerking tussen de beleidsmensen uit de gemeenschappen en gewesten en van het federaal niveau bijzonder goed mee. Uiteraard leggen Vlaanderen, Wallonië en Brussel eigen accenten, maar we vinden elkaar." Onzeker zijn ook de aantallen vaccins en het tijdstip waarop ze op de markt komen. Zo kreeg het Pfizer-vaccin een week vroeger dan voorzien groen licht. Vanaf begin januari worden er nu 89.000 dosissen per week geleverd. Na eerst 600.000 beloofde vaccins en dan weer 325.000. Pas vorige week gaf het bedrijf de nodige garanties voor het leverschema van de volgende drie maanden. "Daarom beslisten we in december niet meteen alle vaccins te gebruiken. Dat hield immers het risico in dat een tweede dosis zou ontbreken. We wilden meer zekerheid. Nu kan dat dus wel." Momenteel krijgen kwetsbare ouderen in woonzorgcentra een prikje. De taskforce volgt de aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie en de adviezen van het raadgevend comité en de Hoge Gezondheidsraad. "De leeftijdsdistributie is internationaal vergelijkbaar", zegt de Limburgse arts. "Het vaccin beoogt ernstige ziekte en mortaliteit bij kwetsbare ouderen te reduceren. Bij ouderen wordt de meeste gezondheidswinst geboekt en we vaccineren meteen ook huisartsen, CRA's, verpleegkundigen en verzorgenden mee in de woonzorgcentra." Het is nog niet geweten of de Pfizer- en Moderna-vaccins transmissie effectief voorkomen, wat knap vervelend is voor het uittekenen van de strategie. Gezondheidszorgprofessionals komen zo snel als mogelijk ook aan bod. Zij zijn jonger en hebben een lagere besmettingsgraad, gemiddeld 16%. Ook de morbiditeit en mortaliteit ligt lager. "Maar zo voorkomen we wel ziekteverlof en tijdelijke uitval. En het is een terechte wederdienst voor de ziekenhuizen en de eerste lijn. Ze hielden in de eerste en tweede golf de zaak recht en verdienen dat dubbel en dik", aldus Ramaekers. 65-plussers en mensen met medische risicofactoren vormen de derde groep - eventueel met inbegrip van personen in essentiële functies. "We focussen op ziekte-outcome. Dit in afwachting van transmissiestudies. Zolang harde evidentie over transmissie ontbreekt, is er geen reden om eerst jongeren te vaccineren." De groep 65-plussers en chronische zieken, 3,5 miljoen mensen, bereiken via de klassieke kanalen - ziekenhuizen en huisartsenwachtposten - is onmogelijk. "En een kleinschalige aanpak is niet efficiënt en ligt qua logistiek en snelheid moeilijk. Daarom opteren we voor grootschalige vaccinatiecentra. Duitsland mikt op één centrum per half miljoen inwoners, wij gaan in de beginfase uit van één centrum per 100.000 inwoners, later uit te breiden naar één centrum per 50. 000 inwoners gemiddeld. In Vlaanderen zijn dat een of twee centra per eerstelijnszone. We finaliseren de blauwdruk eerstdaags, Antwerpen en Brussel zijn al ver gevorderd en kiezen voor grotere centra op Park Spoor Oost en op de Heysel." Via de gemeenten 65-plussers digitaal identificeren is niet moeilijk. Voor de chronische patiënten ligt dat anders. Dirk Ramaekers: "Bestanden van diabetici, nierpatiënten enz. bestaan er niet. Het beste instrument hiervoor is het EMD. Identificeren doen we met een code. Digitaal of per brief vragen we naar een vaccinatiecentrum te gaan. Wie geen vaste huisarts heeft, consulteert best een huisarts." De taskforce vraagt ook thuisverplegers, huisapothekers enz. om alle chronische patiënten te sensibiliseren en te stimuleren. Naast een superviserende arts is in de vaccinatiecentra een verpleegkundige en bij voorkeur ook een apotheker aanwezig. Deze laatste bewaakt het farmaceutische proces. Er wordt 7/7 gevaccineerd. Ramaekers rekent op de lokale besturen en ook op vrijwilligers: gepensioneerde artsen, verpleegkundigen, studenten... Naar analogie met de testcentra financiert de overheid de centra met een bedrag per vaccinatie. Nog voor de zomer start de laatste fase, 4 à 5 miljoen gezonde volwassenen waaronder ook de jongeren. De voorzitter is hoopvol: "Allicht zijn er dan eenvoudigere, makkelijk te verdelen en toe te dienen vaccins op de markt. Met misschien al klassieke single dose vials." Voor deze doelgroep wordt via Vaccinnet de vaccinatiestatus nagegaan. Wie nog geen prik kreeg, maakt een afspraak met een vaccinatiecentrum. "Ook de arbeidsgeneeskundige diensten van de grotere bedrijven komen in deze fase aan bod. Als alles vlot verloopt, is de operatie tegen september/oktober rond", besluit dokter Ramaekers.