...

De Hoge Gezondheidsraad leverde vorige week een advies af met een lange titel 'Psychosociale opvang tijdens de covid-19 pandemie: visie van personen met een verstandelijke beperking en met geestelijke gezondheidszorgproblemen, van hun mantelzorgers en van gezondheidsprofessionals.' Een hele boterham maar de besluiten van dit advies laten weinig aan de verbeelding over.De ingevoerde gezondheidsmaatregelen waren in het geheel niet aangepast aan de kenmerken van personen met een verstandelijke beperking en met geestelijke gezondheidsproblemen, zo schrijft de Hoge Gezondheidsraad. Voor de patiënten waren de gevolgen aanzienlijk. Het zorgde onder meer voor een verslechtering van de symptomen, toename van het aantal crisissen, verlies van vaardigheden enz. Ook voor de werklast en de 'betekenis' van het werk voor de gezondheidswerkers die deze patiënten verzorgen, hadden de maatregelen aanzienlijke gevolgen. "In een dergelijke crisis," zo stelt de Hoge Raad, "is het belangrijk om de maatregelen aan te passen aan de realiteit van de doelgroep." Dat gebeurde dus niet.Verder stipt de Hoge Raad in haar besluit aan dat "deze patiënten en hun gezinnen aan hun lot zijn overgelaten. De sluiting van diensten heeft het voor deze patiënten zeer moeilijk gemaakt om toegang te krijgen tot zorg, zowel geestelijke als somatische zorg. De gezinnen hebben geen gebruik kunnen maken van respijt, hoewel zij voltijds voor hun naasten hadden moeten zorgen." In feite heeft de pandemie reeds aanwezige moeilijkheden extra in de verf gezet, dixit de Hoge Raad.Het belang om de toegang tot hulp te vereenvoudigen, wordt benadrukt. Dat kan bijvoorbeeld door middel van een verwijssysteem of door de voorlichting over het onderwerp te verbeteren. Ook zouden de inspanningen van de beroepsbeoefenaars in de geestelijke gezondheidszorg beter gesteund en erkend moeten worden. En de GGZ moet meer aandacht krijgen in het volksgezondheidsbeleid. Met name mag de toegankelijkheid van de geestelijke gezondheidszorg nooit worden onderbroken.