...

Artsen in Oost- en West-Vlaanderen doen voor dringende pathologie te vaak een beroep op privé-ambulances die in principe alleen voor 'chronisch liggend ziektevervoer' erkend zijn. De gezondheidsinspecteur vond het welletjes. In een brief aan alle huisartsenkringen bracht hij de wettelijke voorschriften in herinnering.Artsen die een privé-ziekenwagen optrommelen in een spoedeisende situatie zijn verplicht om de patiënt verdere hulp en bijstand te verlenen en bijgevolg zelf mee te rijden. Maar vaak doen ze dat niet. In een strenge brief wijst federaal gezondheidsinspecteur Dr. Zeger Vermeulen alle artsen uit Oost- en West-Vlaanderen op de risico's die ze nemen als ze een niet erkende privé-ambulance oproepen om een patiënt met een dringende medische pathologie te vervoeren. Eigen voorkeurVolgens de inspecteur maken huisartsen in bepaalde regio's te weinig het onderscheid tussen primair (dringend) en secundair (gepland) ziekenvervoer. In het eerste geval geldt als regel dat de arts de dienst 100 belt, waar een 'centralist' de oproep beantwoordt en vervolgens beslist een ziekenwagen (en indien nodig een Mug) uit te sturen. Bestemming is in dat geval steevast het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Het komt er immers op aan het slachtoffer zo snel mogelijk te stabiliseren. Heeft de arts een voorkeur voor een ander ziekenhuis, dan is afwijken van de vaste procedure uitsluitend toegestaan op voorwaarde dat de arts de patiënt mee begeleidt in de ambulance. Helemaal anders zijn de voorschriften voor gepland vervoer van een chronische patiënt. In dat geval is het aangewezen een privé-ambulance in te zetten. In tegenstelling tot erkende ambulances hoeven privé-ziekenwagens geen jaarlijkse inspectie te ondergaan. Evenmin gelden er kwaliteitsnormen voor de uitrusting van het voertuig en de bestaffing. Wat is nu het probleem? Artsen, zo wordt gezegd, schakelen in acute situaties te vaak een privé-ambulance in omdat die meer rekening houdt met de voorkeur van de arts voor een bepaald ziekenhuis, terwijl de erkende diensten als stroever en formeler ervaren worden. "Daar wringt precies het schoentje: artsen hebben hun voorkeur voor een welbepaald ziekenhuis maar zien het niet zitten om met de ambulance mee te rijden omdat dat tijdverlies betekent en onpraktisch is. Ze moeten dan andere patiënten afbellen en op eigen kracht terug naar huis keren", zegt ons een arts die liever anoniem wil blijven. Het zijn die situaties waar de inspecteur voor waarschuwt. Zodra een arts afziet van de vaste procedure om in noodgevallen een erkende dienst 100 in te schakelen, draagt hij alle verantwoordelijkheid zelf, schrijft Dr. Vermeulen. "Dit omvat naast onder meer medische fouten en inschattingsfouten tevens de garantie voor de kwaliteit van het vervoermiddel, zijn middelen en uitrusting..." Volgens de inspecteur maakt ook de politie zich zorgen omdat privé-ambulances met zwaailicht en sirene rijden zonder erkenning. TijdverliesVaak gaat er ook tijd verloren omdat de privé-ambulanciers die eerst ter plaatse komen, vaststellen dat ze de situatie niet de baas kunnen en toch de dienst 100 moeten inroepen. In sommige regio's is de situatie zodanig uit de hand gelopen dat er sprake is van ware vetes tussen privé-ambulanciers en ambulanciers met de felbegeerde 100-badge. Begin februari kostte zo'n incident mogelijk het leven aan een 80-jarige vrouw uit Kluisbergen. Een privé-ambulancier was opgeroepen door de buren, startte de reanimatie maar besloot ook de Mug te bellen. Toen daarna een door de centrale mee opgeroepen ziekenwagen van het Rode Kruis arriveerde, weigerde deze ambulancier mee te helpen reanimeren. Het kwam tot een scheldpartij. Samen met de dokter van de Mug probeerde de privé-ambulancier het leven van de vrouw te redden, maar tevergeefs.