...

Loodvergiftiging in Hoboken, het PFOS-verhaal, de overstromingen in Wallonië en de extreme weersomstandigheden wereldwijd: klimaat en milieu zijn deze zomer niet uit het nieuws weg te branden. "Dit thema is zeer belangrijk, de problematiek zal veel langer duren dan de covid-19-epidemie en zal de komende generaties welzijn en gezondheid ongetwijfeld in toenemende mate beïnvloeden", stelt prof. Paul Van Royen, voorzitter van de Koninklijke Artsenvereniging van Antwerpen, organisator van de GDA. "Als gezondheidswerkers mogen we dit thema niet als een ver-van-mijn-bedshow zien. Kijk maar naar wat de collega's in Wallonië hebben meegemaakt, zij worden daar geconfronteerd met de enorme implicaties van de overstromingen bij hun patiënten. Het kan ons morgen ook overkomen."De klemtoon moet volgens Van Royen liggen op de individuele gezondheid binnen een globaal kader waarin schadebeheer, preventie en zorg centraal staan. "We moeten dit als gezondheidswerkers vandaag aanpakken vanuit de praktijk. Op basis van een goede wetenschappelijke kennis en verantwoordelijkheidszin, want dit heeft te maken met de gezondheid van de burgers. We moeten hen meer betrekken bij hun leefomgeving en de zorg voor de natuur." Een belangrijk begrip in deze context is 'One Health', benadrukt prof. Hans Keune (leerstoel Zorg en Natuurlijke Leefomgeving UAntwerpen). "Dat houdt in dat gezondheid een drie-eenheid vormt tussen mens, dier en de natuurlijke leefomgeving, wat samenkomt in het concept One Health. Onder meer Sciensano en de FOD Volksgezondheid hanteren dit als leidraad." Op vrijdagvoormiddag van de GDA licht de Britse prof. Richard Kock (Royal Veterinary College of University of Londen) One Health uitgebreid toe. "Het netwerk moet het concept wetenschappelijk en professioneel concreet maken, wat makkelijker gezegd is dan gedaan." "Daarnaast is de Vlaamse Green Deal Duurzame Zorg in de maak", stipt prof. Keune aan. "De Universiteit Antwerpen speelt daarin een belangrijke rol. Het geeft aan dat de belangstelling voor milieu, gezondheid en duurzaamheid steeds meer verknoopt raakt met de gezondheidszorg, ook op preventief vlak. Huisartsen zijn daarbij belangrijke bruggenbouwers, zowel richting individu als richting omgevingsbeleid. Denk bijvoorbeeld aan ruimtelijke planning, waarbij zij hun inzichten kunnen delen over toegang tot de natuur, waarvan het belang tijdens de lockdown duidelijk op de voorgrond kwam." De vrijdagnamiddagsessie over 'het groene voorschrift' sluit daar mooi bij aan. Als longarts betoont prof. Jan Van Meerbeeck, lid van het wetenschappelijk comité van de GDA, vooral interesse voor de uiteenzettingen die focussen op de biologische plausibiliteit voor de medische repercussies van klimaat en vervuiling. "Objectieve informatie en kennis van de basisprincipes voor causaliteit en epidemiologie zijn daarbij van essentieel belang. Vrijdagnamiddag staat daarover een reeks interessante lezingen op het programma: de impact op astma, infecties bij kinderen, relatie tussen fijnstof en bepaalde hart, vaat- en neurologische degeneratieve aandoeningen ... Ook inzake infectieziekten en klimaat komen er veranderingen aan die onze aandacht verdienen." "Nieuw dit jaar op de GDA is dat een aantal jonge onderzoekers hun abstracts komen voorstellen", vult prof. Van Royen aan. "Het gaat onder meer over waterkwaliteit, voedselvoorzieningen, hittestress - wat een enorme impact heeft op onze oudere bevolking." Op zaterdag wordt de stap gezet van wetenschappelijke kennis naar de praktijk. 'Hoe kan je schade meten?, wat is de invloed van lawaai?, welke rol kunnen medisch milieukundigen spelen?' zijn vragen die aan bod komen, naast de onvermijdelijke juridische aspecten.Prof. Van Meerbeeck: "Neem het PFOS-verhaal, dat is een mooie illustratie van hoe een inbreuk in de milieuwetgeving de waan van de dag wordt. Wij krijgen dat tijdens de consultaties op ons bord, patiënten klagen over (posttraumatische) stress in dat verband. Je moet hen kunnen opvangen, ook juridisch: is er aantoonbare en toewijsbare medische schade? Het beste is om interprofessioneel samen te werken met deskundigen inzake de juridische, sociale en verzekeringsaspecten." "Het vertalen van studies op populatieniveau naar een individueel geval is voor artsen overigens een hele uitdaging en ook wetenschappelijk erg moeilijk", besluit prof. Keune. Meer aandacht daarvoor in de opleiding is zeker een must.