De oproep om in ons Belgisch gezondheidssysteem meer rond geïntegreerde zorg te gaan werken, is niet nieuw. De eerste ideeën dateren van ruim een decennium geleden, de uitrol van twaalf projecten rond geïntegreerde zorg voor chronische patiënten kreeg pas in 2018 vorm.

De demografische vergrijzing leidt tot meer chronische aandoeningen en die patiënten hebben baat bij een andere aanpak, die van geïntegreerde zorg. België hinkt achterop als het over geïntegreerde zorg gaat, zo staat te lezen in een ING-rapport over de ziekenhuissector uit 2019. "Ziekenhuisnetwerken zijn gericht op een rationalisering van het aanbod, terwijlgeïntegreerde zorgnetwerken focussen op zorgcontinuïteit voor de patiënt", zo lezen we.

Het rapport uit 2019 legt de vinger op de wonde. "Op elk moment bezetten chronische patiënten zo'n 5 procent van de Belgische ziekenhuisbedden voor acute zorg." Maar die chronische patiënten verblijven langer dan nodig in een ziekenhuis, bij gebrek aan een geïntegreerd zorginitiatief. Volgens journalist Roeland Byl van Trends "heeft dit te maken meteen gebrekkige coördinatie tussen het ziekenhuis en de aanbieders van thuiszorg, kine en sociale ondersteuning", in een artikel over dit ING-rapport. Hij vergat er echter bij te vermelden dat bij geïntegreerde zorg huisartsen en huisapothekers eveneens een prominente rol spelen.

Niets wijst erop dat sinds het ING-rapport uit 2019 de neuzen nu in dezelfde richting staan. De dynamiek van de geïntegreerde zorgprojecten rond chronische zorg is levendig en het enthousiasmevan het middenveld groot, maar het blijft aanmodderen in de marge.

Bijna iedereen weet wat geïntegreerde zorg is, wat de noodzaak ervan is en waarom het goed zou zijn om een versnelling hoger te schakelen. De covid-19-crisis zette deze noodzaak nog extra in de verf. De oproep van zorgverstrekkers om samen te werken klinkt luider dan voorheen, maar het wordt tijd om het terrein van de proeftuinen te verlatenen de ervaringen te vertalen naar een duurzaam en haalbaar plan voor geïntegreerde zorg op lange termijn. Dit zowel op federaal enregionaal vlak, maar ook op niveau van de zorgregio's, eerstelijnszonesen buurtwerkingen. Mensen hebben nood aan de garantie oplevenskwaliteit en ondersteuning, binnen het kader van een zorgzamebuurt. Een uitdaging waar apothekers zich mee voor inzetten.

Zorgverstrekkers zijn overtuigd van de meerwaarde van geïntegreerde zorg en ook gezondheidseconomen zijn pleitbezorgers om op die manier het kostenplaatje voor chronische zorg beheersbaar te houden. De eerste ervaringen met de proefprojecten zijn inmiddels achter de rug en het is hoog tijd om dit verder uit te rollen.

Die vertaalslag is een uitdaging, omdat in een geïntegreerd zorgtraject heel wat actoren betrokken zijn die vanuit hun eigen competenties op gelijke voet moeten staan en ook op die basis de nodige waardering en verloning moeten krijgen.

Een van de subsidiaire doelstellingen van geïntegreerde zorg mag dan wel een kostenbesparing zijn, de inspanningen die zorgverstrekkers leveren om van geïntegreerde zorg een succes te maken, moeten uiteraard ook gehonoreerd worden. Liefst correct en in verhouding tot de geleverde inspanningen. Op federaal vlak zou men binnen het Riziv een Overeenkomstencommissie voor geïntegreerde zorg kunnen oprichten, met daarin uiteraard ook de representatieve beroepsorganisaties van zorgprofessionals die bij geïntegreerde zorg zijn betrokken.

Op regionaal niveau ligt er ook (politiek) werk op de tafel rond geïntegreerde zorg. Ook op dit niveau is een structureel overleg tussen politiek en de representatieve beroepsorganisaties nodig. Verder investeren in de (opstart en/of doorstart van ) kringwerking is een absolute randvoorwaarde. Basisfinanciering voor het werk dat alle representatieve - niet alleen die van de huisartsen - beroepsorganisaties leveren om de (re)organisatievan de éérste lijn waar te maken, is niet meer dan logisch.

Correcte vergoeding voor alle zorgverstrekkers die in en naast de zorgraden hard werken aan een sterke eerste lijn, zou geen issue meer mogen zijn. Eens deze basisvoorwaarden ingevuld zijn, kunnen zorgverstrekkers voluit mee werken aan geïntegreerde zorg.

Er is dus nog veel werk aan de winkel, vooral vanuit de 'hogere' beslissingsniveaus om een sterke eerste lijn en daarbij horende geïntegreerde zorg op de kaart te zetten.

Het is trouwens niet ondenkbaar dat we na corona er nog een groep van chronische patiënten zullen bij krijgen, die van de long covid, voor wie par excellence een geïntegreerd zorgtraject is aangewezen. Hopelijk versnelt dit de volledige uitrol en verduurzaming vangeïntegreerde zorg in de praktijk.

De oproep om in ons Belgisch gezondheidssysteem meer rond geïntegreerde zorg te gaan werken, is niet nieuw. De eerste ideeën dateren van ruim een decennium geleden, de uitrol van twaalf projecten rond geïntegreerde zorg voor chronische patiënten kreeg pas in 2018 vorm. De demografische vergrijzing leidt tot meer chronische aandoeningen en die patiënten hebben baat bij een andere aanpak, die van geïntegreerde zorg. België hinkt achterop als het over geïntegreerde zorg gaat, zo staat te lezen in een ING-rapport over de ziekenhuissector uit 2019. "Ziekenhuisnetwerken zijn gericht op een rationalisering van het aanbod, terwijlgeïntegreerde zorgnetwerken focussen op zorgcontinuïteit voor de patiënt", zo lezen we. Het rapport uit 2019 legt de vinger op de wonde. "Op elk moment bezetten chronische patiënten zo'n 5 procent van de Belgische ziekenhuisbedden voor acute zorg." Maar die chronische patiënten verblijven langer dan nodig in een ziekenhuis, bij gebrek aan een geïntegreerd zorginitiatief. Volgens journalist Roeland Byl van Trends "heeft dit te maken meteen gebrekkige coördinatie tussen het ziekenhuis en de aanbieders van thuiszorg, kine en sociale ondersteuning", in een artikel over dit ING-rapport. Hij vergat er echter bij te vermelden dat bij geïntegreerde zorg huisartsen en huisapothekers eveneens een prominente rol spelen.Niets wijst erop dat sinds het ING-rapport uit 2019 de neuzen nu in dezelfde richting staan. De dynamiek van de geïntegreerde zorgprojecten rond chronische zorg is levendig en het enthousiasmevan het middenveld groot, maar het blijft aanmodderen in de marge.Bijna iedereen weet wat geïntegreerde zorg is, wat de noodzaak ervan is en waarom het goed zou zijn om een versnelling hoger te schakelen. De covid-19-crisis zette deze noodzaak nog extra in de verf. De oproep van zorgverstrekkers om samen te werken klinkt luider dan voorheen, maar het wordt tijd om het terrein van de proeftuinen te verlatenen de ervaringen te vertalen naar een duurzaam en haalbaar plan voor geïntegreerde zorg op lange termijn. Dit zowel op federaal enregionaal vlak, maar ook op niveau van de zorgregio's, eerstelijnszonesen buurtwerkingen. Mensen hebben nood aan de garantie oplevenskwaliteit en ondersteuning, binnen het kader van een zorgzamebuurt. Een uitdaging waar apothekers zich mee voor inzetten.Zorgverstrekkers zijn overtuigd van de meerwaarde van geïntegreerde zorg en ook gezondheidseconomen zijn pleitbezorgers om op die manier het kostenplaatje voor chronische zorg beheersbaar te houden. De eerste ervaringen met de proefprojecten zijn inmiddels achter de rug en het is hoog tijd om dit verder uit te rollen.Die vertaalslag is een uitdaging, omdat in een geïntegreerd zorgtraject heel wat actoren betrokken zijn die vanuit hun eigen competenties op gelijke voet moeten staan en ook op die basis de nodige waardering en verloning moeten krijgen. Een van de subsidiaire doelstellingen van geïntegreerde zorg mag dan wel een kostenbesparing zijn, de inspanningen die zorgverstrekkers leveren om van geïntegreerde zorg een succes te maken, moeten uiteraard ook gehonoreerd worden. Liefst correct en in verhouding tot de geleverde inspanningen. Op federaal vlak zou men binnen het Riziv een Overeenkomstencommissie voor geïntegreerde zorg kunnen oprichten, met daarin uiteraard ook de representatieve beroepsorganisaties van zorgprofessionals die bij geïntegreerde zorg zijn betrokken. Op regionaal niveau ligt er ook (politiek) werk op de tafel rond geïntegreerde zorg. Ook op dit niveau is een structureel overleg tussen politiek en de representatieve beroepsorganisaties nodig. Verder investeren in de (opstart en/of doorstart van ) kringwerking is een absolute randvoorwaarde. Basisfinanciering voor het werk dat alle representatieve - niet alleen die van de huisartsen - beroepsorganisaties leveren om de (re)organisatievan de éérste lijn waar te maken, is niet meer dan logisch. Correcte vergoeding voor alle zorgverstrekkers die in en naast de zorgraden hard werken aan een sterke eerste lijn, zou geen issue meer mogen zijn. Eens deze basisvoorwaarden ingevuld zijn, kunnen zorgverstrekkers voluit mee werken aan geïntegreerde zorg. Er is dus nog veel werk aan de winkel, vooral vanuit de 'hogere' beslissingsniveaus om een sterke eerste lijn en daarbij horende geïntegreerde zorg op de kaart te zetten. Het is trouwens niet ondenkbaar dat we na corona er nog een groep van chronische patiënten zullen bij krijgen, die van de long covid, voor wie par excellence een geïntegreerd zorgtraject is aangewezen. Hopelijk versnelt dit de volledige uitrol en verduurzaming vangeïntegreerde zorg in de praktijk.