...

Om zijn stelling te staven met nieuwe gegevens mat Andrew Gallup met de steun van Oostenrijkse collega's de frequentie van aanstekelijk geeuwen van 120 voetgangers die in de straten van Wenen wandelden. Eerst in de winter, wanneer de gemiddelde temperatuur ongeveer 1°C bedraagt, en vervolgens in de zomer wanneer de buitenlucht rond de 19°C schommelt. De meting gebeurde altijd tussen 13 en 15 uur, zodat de helderheid de resultaten niet zou vertekenen. De onderzoekers noteerden leeftijd en geslacht van de vrijwilligers en vroegen hen een blik te werpen op 18 foto's van geeuwende mensen. Daarnaast werd de luchtvochtigheid gemeten en werd het aantal uren slaap van de deelnemers tijdens de voorgaande nacht genoteerd. Het resultaat: de temperatuur van de buitenlucht lijkt de enige parameter te zijn die significant gecorreleerd is met de waarschijnlijkheid geeuwen uit te lokken: hoe hoger de temperatuur, hoe groter de neiging om te geeuwen. Deze theorie van thermoregulatie zou in de klinische praktijk toepassingen kunnen vinden voor een aantal cerebrale en neurologische aandoeningen, maar voorlopig is ze niet meer dan een hypothese. (referentie: Physiology & Behavior, 10 mei 2014, doi :10.1016/j.physbeh.2014.03.032)