...

Palliatieve zorgverlening in Vlaanderen kan beter, vindt Kom op tegen Kanker. Welke zorg er voorhanden is voor wie niet meer beter wordt, moet daarom ook bespreekbaarder worden. De organisatie wijst er trouwens op dat het coronavirus een breed maatschappelijk debat nog urgenter maakt. "Door het virus is het niet meer evident om je laatste maanden of jaren door te brengen zoals je zelf wilt en met de zorg die jij wilt", zo luidt het.De laatste maanden keken heel wat zorgverleners, patiënten en hun omgeving machteloos toe hoe mensen in eenzaamheid hun laatste dagen doorbrachten. "Meer dan ooit wil Kom op tegen Kanker de zorg verbeteren voor wie niet meer kan genezen."Om het levenseinde bespreekbaarder te maken, schakelt de organisatie BV's in. Ook een aantal mensen uit de zorg scharen zich achter het initiatief. Met name zijn dat voormalig Domus Medica-voorzitter Maaike Van Overloop en Inge Wouters, directeur van het Sint-Franciscusziekenhuis in Heusden-Zolder. Voor het coronavirus toesloeg was het uitgangspunt dat jaarlijks 44.000 tot 82.500 volwassenen op circa 110.000 overlijdens baat hebben bij palliatieve zorg. Tegen 2050 zou dit aantal oplopen tot 54.000 à 101.000 mensen. Momenteel start palliatieve zorg gemiddeld pas tien dagen voor het overlijden. Kom op tegen Kanker denkt dat grote gezondheidswinst kan geboekt worden door vroeger te starten, bijvoorbeeld op het moment van de diagnose.Om de palliatieve zorg te verbeteren, weet Kom op tegen Kanker graag wat u ervan denkt. En daarom organiseert men tussen 6 juni en 10 juli www.hetpalliatiefdebat.be Op die website vindt u meer informatie en kan u uw mening kwijt.Online debatmomenten zijn voorzien op dinsdagvoormiddag, woensdagnamiddag en donderdagavond. Een tussentijdse nota op basis van de aangereikte ideeën wordt vervolgens besproken met experten en burgers tijdens een burgerforum, de avonden van de palliatieve zorg en een expertenworkshop. Tot slot zit Kom op tegen Kanker samen met de zorgsector om mogelijke verbeteringen te bekijken. De eindnota wordt overhandigd aan Vlaams minister van welzijn en volksgezondheid Wouter Beke (Cd&V).