...

'Het is perfide dat ziekenfondsen hun leden aansporen om geconventioneerde artsen te raadplegen omdat juist deze artsen duurder uitvallen voor de maatschappij.' Een gewaagde stelling die huisarts Michel De Munck verdedigde in Artsenkrant. Maar het Riziv kan zich niet vinden in zijn analyse.Hoewel gedeconventioneerde artsen bijna een kwart van de artsenpopulatie uitmaken, voeren ze maar 17% van de prestaties uit. De correlatie tussen beide cijfers zette huisarts Michel de Munck aan het denken, uitgaande van de veronderstelling dat gedeconventioneerden door de band genomen een groter patiënteel hebben. Zijn conclusie: "Geconventioneerde artsen zijn duurder voor de samenleving en het is dan ook paradoxaal dat ziekenfondsen hun leden aanraden om de andere, niet-geconventioneerde artsen links te laten liggen." (AK 2196)Schimmig Het is een redenering die het Riziv alvast niet wil bijtreden. In een persbericht heet het "dat moet opgelet worden met globale vergelijkingen van artsen en prestaties". Daar is ongetwijfeld wat voor te zeggen. De vraag is echter of het Riziv zich niet zelf verslikt in zijn argumentatie. We hebben het persbericht van het Riziv van voor naar achter gelezen en nog eens terug. Maar het blijft een beetje schimmig wat we moeten denken van deze alinea: "Voor de huisartsen is de bewering dat niet-geconventioneerde huisartsen een groter patiëntenaantal hebben onjuist. Het is net omgekeerd, ze hebben ongeveer 7,5% meer patiënten hetgeen ongeveer overeenkomt met het verschil in aantal verstrekkingen." Laten we aannemen dat het een typo is.We lezen verder in het persbericht: "Het is bovendien niet zo dat voor alle specialisaties geconventioneerde artsen meer verstrekkingen verrichten dan niet-geconventioneerden. Dit blijkt uit de verhouding tussen de gemiddelde activiteit (aantal verstrekkingen gedeeld door het aantal artsen) van een geconventioneerde en een niet geconventioneerde arts. In heel wat specialisaties verrichten niet-geconventioneerden meer prestaties." Volgt een tabel die bij nader inzien vooral relevant is voor specialisten. Die laatste vaststelling is er één die Dr. De Munck ook zelf maakt: "Het antwoord van het Riziv gaat meer over de specialisten dan over de huisartsen, terwijl ik het helemaal niet over de specialisten had. Het Riziv spreekt nog steeds van verbruik per arts, daar waar ik het had over het verbruik per patiënt." Ziekenfondsen De Munck onthoudt uit de meegeleverde tabel vooral dat 5.285 huisartsen zonder enige activiteit in de conventie werden meegeteld. Een bekentenis van formaat, vindt hij zelf. "Mijn bedoeling was vooral aan te zetten tot nadenken. Ik wilde vooral de attitude van de CM aanklagen. Kijk bijvoorbeeld eens naar de huisartsen van Turnhout die in grote mate gedeconventioneerd zijn. Wat die groep huisartsen levert als meerwaarde voor een paar euro extra mag best wel eens wat meer erkenning krijgen. De besparingen die zij genereren in de tweede en derde lijn... de balans slaat onmiskenbaar door in het voordeel van de patiënt en de maatschappij."Wat bezielt ziekenfondsen trouwens om steeds maar die gedeconventioneerde huisartsen met de vinger te wijzen? Ze zouden zich beter eens de vraag stellen wat huisartsen precies aanzet tot deconventie, vindt Dr. De Munck. "Dat is namelijk het gevoel altijd maar meer betutteld te worden, het gevoel dat ziekenfondsen ons steeds vaster in hun greep willen. Denk maar aan de nieuwe regeling voor de derdebetaler. Terwijl de herwaardering van de huisarts veel te traag vordert."