...

De Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA) kreeg de vraag om advies van de minister van Volksgezondheid, en bracht op 29 november haar advies uit.Het model voor het omstandig geneeskundig verslagVolgens de GBA moeten krachtens de gewijzigde wet de volgende persoonsgegevens worden verwerkt in het omstandig geneeskundig verslag: identificatie van de arts die het verslag opmaakt; identificatie van de persoon met een psychiatrische aandoening voor wie de beschermingsmaatregel gevraagd wordt; datum van het onderzoek (dat ten hoogste 15 dagen oud mag zijn) op basis waarvan het verslag wordt opgemaakt; de gezondheidstoestand van de persoon met een psychiatrische aandoening; de symptomen van de psychiatrische aandoening; het gebrek aan enige andere geschikte behandeling; en de indicatie voor ernstig gevaar van de gezondheid of veiligheid van betrokkene, of ernstige bedreiging voor andermans leven of integriteit. De GBA stelt vast dat de met het model van omstandig geneeskundig verslag in te zamelen concrete persoonsgegevens grotendeels stroken met deze persoonsgegevens, met uitzondering van: "naam/voornaam en hoedanigheid van de verzoeker". Tenzij de verwerking van dit informatie-element met betrekking tot de verzoeker kan worden gerechtvaardigd, moet schrapping ervan uit het model van omstandig geneeskundig verslag worden overwogen, aldus het advies. De GBA merkt ook op dat de "geboorteplaats" weinig meerwaarde lijkt te bieden in het licht van de identificatie van de betrokkene, terwijl dit gegeven mogelijks informatie prijsgeeft over ras en etnische afkomst en daardoor als bijzonder gevoelig kan worden gekwalificeerd. Tenzij de verwerking van dit gegeven kan worden gerechtvaardigd, is het in strijd met het principe van minimale gegevensverwerking waardoor schrapping ervan zich opdringt.Het model voor het behandelingsplanIn het behandelingsplan moeten volgens de gewijzigde wet de volgende persoonsgegevens worden verwerkt: identificatie van de arts verantwoordelijk voor de uitvoering van de behandeling; identificatie van de persoon met een psychiatrische aandoening voor wie de beschermingsmaatregel gevraagd wordt (evenals diens wettelijke vertegenwoordiger); identificatie van de 'naaste omgeving' die zal meewerken aan het behandelingsplan; indicatie dat overleg tot toestemming van de betrokkene heeft geleid, waarbij men er redelijkerwijs vanuit kan gaan dat de betrokkene zich zal houden aan het behandelingsplan en de therapeutische middelen die zullen worden aangewend om het gevaar bedoeld in artikel 2 van de wet af te wenden.Ook hier stelt de GBA vast dat de met het model van behandelingsplan in te zamelen concrete persoonsgegevens grotendeels stroken met deze gegevens, maar dat de "geboorteplaats" weinig meerwaarde lijkt te bieden in het licht van de identificatie van de betrokkenen waardoor schrapping ervan zich opdringt.