...

Aan het woord is Pieter Colman, hoofdapotheker in AZ Sint Elisabeth Zottegem. De waarborging van de kwaliteit van de dagelijkse activiteiten van de centrale sterilisatiedienst valt wettelijk gezien onder verantwoordelijkheid van de ziekenhuisapotheek.Een viertal jaar geleden verhuisde de CSA in het Oost-Vlaamse ziekenhuis naar een gloednieuwe ruimte onder het OK. De afdeling werd daarbij uitgerust met de nieuwste hoogtechnologische apparatuur. De nabijheid van het OK is niet toevallig: het operatiekwartier is de grootste interne 'klant' van de sterilisatieafdeling. De CSA is rechtstreeks met het OK verbonden door twee liften, één exclusief voor vuil transport en één exclusief voor steriel transport. Andere voorname klanten van de CSA zijn het dagziekenhuis en de consultatieafdelingen.De CSA is opgesplitst in drie gescheiden ruimtes die elk een eigen vloerkleur hebben: een onreine ruimte waar het materiaal ontvangen wordt en gewassen (rode zone). Een ruimte waar het gewassen en gedesinfecteerde materiaal gesorteerd en verpakt wordt (groene zone) en een steriele ruimte (blauwe zone) waar het gesteriliseerde materiaal opnieuw vertrekt naar zijn bestemming."Anders dan je op het eerste zicht misschien zou vermoeden, is sterilisatie inderdaad de laatste stap", zegt Pieter Colman. De ziekenhuisapotheker overloopt de verschillende fasen meer in detail. "In de rode of onreine zone worden instrumenten gesorteerd, voorgereinigd en gespoeld zodanig dat het grofste vuil verdwijnt. Vervolgens volgt een ultrasone reiniging, waarbij trillingen ervoor zorgen dat het meeste vuil loskomt."Daarna wordt het materiaal in wasmachines geplaatst. "Dit zijn industriële doorgeefwasmachines met aangepaste programma's en detergenten." Het materiaal wordt hierin gewassen en thermisch gedesinfecteerd aan 93°Celsius", legt Pieter Colman uit. "In de sterilisatiefase worden alleen de kiemen gedood met stoom aan 134° C, of voor temperatuurgevoelige instrumenten aan 121°C. Als er in die fase nog vuil aanwezig is, zal dit niet meer verwijderd worden. Daarom is de reiniging erg belangrijk." Ter illustratie: dagelijks zijn er gemiddeld 24 wascycli.In de groene of reine zone controleren medewerkers de instrumenten op hun functionaliteit, met behulp van identificatiefiches worden de instrumentenmanden opnieuw samengesteld en ingepakt. Vervolgens wordt het materiaal in de autoclaven gesteriliseerd, na afloop komt het in de steriele (blauwe) zone terecht. Eens afgekoeld, wordt het klaargelegd op transportkarren. Via de lift voor steriel transport gaat het materiaal weer naar het OK.Een volledige cyclus neemt drie à vier uur in beslag, maar in de praktijk handelt het CSA-team volgens prioriteit van bepaalde instrumentensets. Die wordt afgesproken in overleg met het operatiekwartier. "Wij hebben meerdere keren per dag contact met de materiaalmeester en OK-planner over de benodigde sets", vertelt hoofdverpleegkundige Heidi Steenhoudt. Zij staat in de CSA aan het hoofd van 17 medewerkers. "We krijgen ook steeds een planning van de ingrepen voor de dag nadien."In totaal zijn er ongeveer 18.000 instrumenten in omloop en beschikt het ziekenhuis over ongeveer 550 instrumentensets, weet Pieter Colman. "In principe is er steeds vervangmateriaal aanwezig, maar het kan gebeuren dat een arts een bepaalde instrumentenset 's ochtends gebruikt en 's namiddags opnieuw nodig heeft. Aan dergelijke vragen wordt dan prioriteit gegeven."Meerdere keren per jaar worden de toestellen preventief onderhouden. Eén keer per jaar worden alle toestellen door een externe firma gevalideerd. Tussendoor zijn er verschillende controles. Zo wordt er dagelijks per sterilisator een Bowie & Dick-test (stoompenetratietest) en wekelijks een vacuümlektest uitgevoerd om de correcte werking van het toestel te bevestigen. Verder vindt er elke dag een test plaats met biologische indicatoren. Hiermee wordt gecontroleerd of er nog bacteriegroei is na de sterilisatiecyclus. Dit alles om te vermijden dat er iets zou mislopen in een cyclus en een onrein instrument bij een nieuwe ingreep zou worden gebruikt. Maar wat als er toch iets fout loopt? Hoe is dat op te sporen?"Omdat er gewerkt wordt met doorgeeftoestellen, zal bij een incorrect verlopen cyclus het toestel niet opengaan aan de doorgeefkant maar terug aan de voorzijde. Hierdoor wordt de sterilisatiemedewerker verplicht de cyclus opnieuw te starten. Daarnaast kan elke cyclus digitaal opgevolgd worden", legt Pieter Colman uit. "Bij problemen kunnen zo we exact vaststellen waar in de cyclus er eventueel een kink in de kabel was." Ook heeft elke instrumentenset een barcode. "Bij gebruik van de set scant het OK deze in het dossier van de patiënt. Zo weten we bij welke patiënt een bepaalde set is gebruikt."Eenmaal de ingreep gebeurd is, is het natuurlijk te laat. "Dat is waar, maar het laat wel toe de patiënt in kwestie nauwgezet op te volgen", aldus Pieter Colman. "Tot nu toe heeft het ziekenhuis dit gelukkig nog niet moeten doen."Foto's © AZ Sint Elisabeth Zottegem