...

Er wacht bioloog-biochemicus Rosa Rademakers de komende weken een dubbele taak: ze moet niet alleen de directie van het Antwerpse labo overnemen, maar ook haar huis inrichten. De kartonnen dozen staan nog in de gang, want ze heeft de voorbije jaren met haar gezin in de VS gewoond.Al van bij het begin van haar studies aan de Universiteit Antwerpen was het duidelijk dat de jonge Rosa onderzoekster wou worden. En gezien haar fascinatie voor het DNA - die relatief eenvoudige molecule die doodleuk codeert voor de verbijsterende complexiteit van het menselijk lichaam -, viel de keuze op genetica. De onderzoeksgroep van Christine Van Broeckhoven was een voor de hand liggende optie."Voor mijn doctoraatsthesis kreeg ik de opdracht om twee families te onderzoeken", vertelt Rosa Rademakers. "In ieder van beide families was bij verschillende personen een ziekte van Alzheimer gediagnosticeerd. Die familiale vormen zijn monogenetisch. Het was dus zoeken naar het causale gen. Destijds ging dat nog met linkage-analyse, waarbij men binnen de getroffen familie het DNA van de gezonde personen met het DNA van de zieke personen vergelijkt. Na flink wat onderzoekswerk kwam ik erachter dat het deficiënte gen bij een van de families op chromosoom 17 lag, maar de precieze lokalisatie bleef onbekend.""Toen mijn doctoraatswerk bijna afgerond was, stierf een van de patienten uit die familie. De resultaten van de autopsie wezen uit dat de onderzochte aandoening in werkelijkheid geen ziekte van Alzheimer, maar een frontotemporale dementie (FTD) was. Klinisch is het verschil tussen beide niet altijd even duidelijk." Een verrassende diagnose, die haar lot als FTD-expert bezegelde.Na het succesvol verdedigen van haar doctoraat ging Rosa Rademakers in 2005 werken in de Mayo Clinic van Jacksonville, Florida. Ze zou er haar expertise als geneticus uitbreiden naar een reeks verwante domeinen, zoals de celbiologie en het gebruik van bio-modellen.De Mayo Clinic was geen toevallige keuze: men had daar in 1998 het eerste gen van familiale FTD had ontdekt. Het Amerikaanse lab had intussen experimenten opgezet om na te gaan hoe het betrokken gendefect precies aanleiding geeft tot neuronaal lijden. En dat was nu net het vervolgonderzoek waarin Rosa Rademakers zich wou bekwamen. Inzicht in het verstoorde celmetabolisme kan immers een venster openen naar aangrijpingspunten voor therapie. Een intercurrente gebeurtenis versterkte nog haar motivatie: het gen op chromosoom 17 dat ze jaren gezocht had, werd uiteindelijk in Jacksonville aan het licht gebracht, in samenwerking met het labo van Antwerpen.Wat oorspronkelijk gepland was als een verblijf van één jaar, werd een volwaardige episode in het leven van de onderzoekster. De toenmalige baas van het lab in Jacksonville besloot zijn carrière een andere wending te geven. Rosa Rademakers mocht hem prompt opvolgen. Dat deed ze duidelijk niet vanuit een hangmat: "Het was oorspronkelijk een klein labo, maar de laatste jaren hebben we daar gewerkt met een team van een 15-tal medewerkers. De grants uitgereikt door de National Institutes of Health en andere instanties kwamen vlot binnen, zeker toen ons team in 2011 een derde FTD-gen kon lokaliseren. Dit gen bleek overigens de meest voorkomende oorzaak te zijn van familiaal voorkomende FTD (25% van de betrokken patiënten) én van familiale amyotrofe lateraalsclerose (ALS) (30% van de patiënten)."En toen kwam die vraag uit België: of Rosa Rademakers - naar aanleiding van het emeritaat van Christine Van Broeckhoven - de nieuwe directeur wou worden van het VIB-UAntwerpen Centrum voor Moleculaire Neurologie? "Het was geen gemakkelijke beslissing", geeft de uitverkorene toe. "Het liep allemaal fijn in Florida. Amerika is een land van no nonsense, waar mensen doelmatig werken, zonder te veel te vergaderen. Maar andere overwegingen speelden mee toen ik het aanbod kreeg. Bijvoorbeeld, dat onze familie in België woont."Ook professioneel ging het kriebelen. Het Amerikaanse lab was ingebed in een groter departement, waardoor het beleidsmatige werk beperkt bleef. Als directeur van het Antwerpse labo zal prof. Rademakers haar zeg hebben bij rekruteringsprocedures en het uitzetten van onderzoekslijnen. Die nieuwe uitdagingen wil ze graag opnemen.Het onderzoekswerk rond FTD verhuist met haar mee naar België, incluis twee postdoctoraal onderzoekers uit het Amerikaanse team. "Het verband tussen de gendefecten en de celschade bij FTD is nog lang niet uitgeklaard. Bovendien willen we weten waarom in de groep van mensen met eenzelfde gendefect, de ene FTD krijgt en de andere ALS. We zoeken ook nog verder naar genetische oorzaken, maar een groot deel van de familiale vormen kunnen we nu verklaren met de drie ons bekende genen.""De aandacht verschuift dus nu naar de sporadische vormen, die worden uitgelokt door een samenspel van verschillende gendefecten, mogelijk door toedoen van omgevingsfactoren. Genetisch onderzoek naar sporadische vormen voert men uit door grote groepen niet-gerelateerde patiënten te vergelijken met grote groepen nietgerelateerde gezonde personen."Rosa Rademakers heeft in de paar voorbije jaren een internationaal consortium opgezet, waarbij beschikbaar hersenmateriaal van FTD-patiënten werd gecentraliseerd in Jacksonville. Het zal voortaan worden gehuisvest in Antwerpen, met het goedvinden van de Mayo Clinic. De komst van de nieuwe directeur geeft dus een extra elan aan het Centrum voor Moleculaire Neurologie, dat bovenop zijn reeds verworven prestige nu ook een referentiecentrum wordt in het fundamenteel onderzoek naar FTD.