...

Rekening houdend met de populatie zijn er in Wallonië en vooral in Brussel meer huisartsen en specialisten actief dan in Vlaanderen. De Planningscommissie, meer bepaald de ambtenaren van FOD Volksgezondheid die de Planningscommissie ondersteunen, maakten vorige week de resultaten van PlanKad bekend (zie box onder).Daaruit blijkt dat in Vlaanderen er per 10.000 inwoners 15,4 artsen-specialisten in de gezondheidszorg actief zijn, en 10,6 huisartsen. In Wallonië zijn dat 17,4 specialisten en 11,1 huisartsen. In Brussel zijn er per 10.000 inwoners 28,3 specialisten bezig met zorg voor patiënten en 10,9 huisartsen. De cijfers gaan over 2016.Net geen 60% tot net geen 70% (nog) actief in de zorgIn de Vlaamse Gemeenschap zijn er 14.495 artsen erkend om een door het Riziv terugbetaald klinische specialisme (uitgezonderd de huisartsgeneeskunde) te mogen beoefenen, terwijl nog eens 10.390 artsen de huisartsgeneeskunde mogen bedrijven.Maar 76% van de Vlaamse specialisten oefent een beroepsactiviteit uit en maar 69% is actief in de gezondheidszorg (10.061). Van de huisartsen is 79% beroepsactief en 68% werkzaam in de gezondheidszorg (7.020). De rest kan bijvoorbeeld gepensioneerd zijn.In de Franstalige Gemeenschap mogen 15.848 artsen een (ziekenhuis)specialisme beoefenen en 9.105 artsen de huisartsgeneeskunde. 68% van de specialisten is beroepsactief en 58% is actief in de gezondheidszorg (9.172). Van de Franstalige huisartsen is 75% beroepsactief en 59% bedrijvig in de gezondheidszorg (5.335).Het aandeel van de artsen dat niet (meer) beroepsactief is ligt hoger in Franstalig België dan in Vlaanderen, maar blijkbaar ook het aandeel van in de patiëntenzorg geschoolde artsen dat elders actief is dan in de gezondheidszorg. Toch ligt het aantal artsen dat wel zorg levert aan de bevolking toch nog hoger in Wallonië en in Brussel dan in Vlaanderen.Verschillen in activiteitVlaamse artsen leveren gemiddeld wel meer prestaties dan hun Waalse en Brusselse tegenhangers. In PlanKad wordt voor zelfstandige artsen de aan het Riziv gefactureerde prestaties voor iedere arts omgerekend naar een (theoretisch) VTE - vertrekkend van een referentiebedrag dat voor ieder specialisme afzonderlijk bepaald is.Vlaamse specialisten leveren zo gemiddeld 1,17 VTE aan prestaties en Vlaamse huisartsen 1,10. Het VTE-niveau van Waalse specialisten ligt in vergelijking hiermee op 0,95 en dat van Waalse huisartsen op 0,86. In Brussel ligt het VTE-niveau nog lager: op 0,92 voor specialisten en op 0,69 voor huisartsen.Meer specialisten, minder huisartsenTussen 2004 en 2016 steeg het aantal specialisten actief in de gezondheidszorg in heel België met 28% (van 15.419 naar 19.773). Het aantal huisartsen daalde met 4% (van 12.864 naar 12.355 ). In 2004 lag het aandeel van de artsen ouder dan 60 jaar dat actief is in de gezondheidszorg voor specialisten en huisartsen ongeveer gelijk - rond de 12%. In 2016 is een vijfde van de specialisten dat nog voor patienten zorgt, ouder dan 60 - en niet minder dan een derde van de huisartsen.