...

De optimale mix tussen opleiding en ervaring wordt bij chirurgen bereikt tussen hun 35ste en 50ste, schrijft Antoine Duclos in de British Medical Journal. Zowel minder ervaren als heel ervaren chirurgen scoren slechter op vlak van postoperatieve complicaties.Antoine Duclos, van de Universiteit van Lyon, baseert zijn uitspraken op 3.574 schildklieroperaties uitgevoerd tussen 1 april 2008 en 31 december 2009. De ingrepen werden uitgevoerd door 28 chirurgen in vijf Franse 'hoog volume' academische ziekenhuizen. Twee complicaties werden in rekening gebracht: blijvende beschadiging van de stembandzenuwen en een tekort aan bijschildklierhormoon gedurende zes maanden na de ingreep. Over alle ingrepen heen kwam de eerste complicatie voor bij 2,08% van de gevallen, de tweede bij 2,69%. Bij jonge chirurgen (minder dan twee jaar ervaring) liggen die cijfers op respectievelijk 2,4% en 2,7%; chirurgen met meer dan 20 jaar ervaring scoren slechter met complicatiecijfers van 2,9% en 3,4%. Menselijke factorDe achilleshiel van het Franse onderzoek is zonder twijfel de beperkte omvang. Die beperking maakt veralgemenen naar andere ingrepen en naar chirurgen in andere landen moeilijk. Maar Duclos, geruggensteund door een batterij vooraanstaande Franse professoren-chirurgen als medeauteurs, ziet zijn peiling vooral als een opstap naar diepgaander onderzoek. Complicaties tijdens hospitalisaties zijn immers heel vaak gelinkt met de kwaliteit van de heelkundige zorg. Voor het verbeteren van die zorg gaat veel aandacht naar technologie - o.a. robotica - en het standaardiseren van de procedures om de efficiëntie te verbeteren. Helaas wordt de invloed van de menselijke factor - de chirurg - te weinig bestudeerd, nochtans een cruciale factor voor de veiligheid en de genezing van de patiënt, schrijven de auteurs. "Alleszins is duidelijk dat chirurgen - en in dit geval endocriene chirurgen - geen hoge prestatiegraad kunnen aanhouden door terug te vallen op ervaring." Of hun mindere presteren het gevolg is van een gebrek aan vervolgopleiding of afname van motivatie, is voor de Franse onderzoekers nog onduidelijk. Alleszins breken ze in hun artikel een lans voor het continu opvolgen van de prestatiegraad van chirurgen, het geven van individuele feedback gebaseerd op uitkomstindicatoren en gerichte nascholing indien nodig.