...

Het aantal keren dat de huisarts een toeslag aanrekende voor een dringende raadpleging die tussen 21 u. 's avonds en 8 u. 's morgens plaatsvond, nam in 2016 sterk toe. Dat blijkt uit de audit van het Riziv die vorige week op de Nationale Commissie werd bekendgemaakt. In het algemeen stelde het Riziv een stijging met 51,2% vast. De uitgaven stegen met 51,3%.In 40 van de 43 arrondissementen ziet het Riziv een toename van dit aantal raadplegingen. In negen daarvan gaat het om meer dan een verdubbeling. In Brugge is er zelfs bijna sprake van een verviervoudiging van het aantal (plus 290,8%).Afnemend aantal huisbezoekenOver het algemeen vertoonde het aantal huisartsencontacten in 2016 verder een stijgende trend met 1,7%. Het aantal raadplegingen steeg met 3,7%. Daarentegen nam het aantal bezoeken aan huis door de huisarts verder af, in 2016 met 3,9%.Het absolute aantal huisartsenraadplegingen in 2016 bedroeg 35,8 miljoen. De huisartsen gingen vorig jaar 11,7 miljoen keer op huisbezoek.De uitgaven voor raadplegingen bedroegen 729,2 miljoen (plus 4,5%) en die voor huisbezoeken 349,4 miljoen (min 3,4%).Tegen de trend in ging het aantal huisbezoeken 's avonds - dat is tussen 18 en 21 u - wel omhoog, dat is met 5,8%.Over 10 jaar bekeken steeg het jaarlijks aantal raadplegingen met de huisarts met 22,4% en daalde het aantal huisbezoeken met 22,1%. In 2016 vonden 6,5 miljoen meer raadplegingen plaats dan in 2007, en 3,3 miljoen huisbezoeken minder. Recht op verhoogde tegemoetkomingVooral patiënten met recht op een verhoogde tegemoetkoming gingen in 2016 vaker bij hun huisarts op bezoek. Patiënten met een RVT gingen 903.000 keer bij hun huisarts op bezoek, wat een toename betekent met 13,8%. Het aantal huisbezoeken bij patiënten met een RVT daalde lichtjes maar beduidend minder dan bij patiënten in het algemeen.Het aantal contacten met patiënten met een RVT steeg in 2016 daarmee met 6,4% - terwijl als men alleen het aantal contacten met niet-voorkeurgerechtigde patiënten bekijkt, dat nagenoeg stabiel blijft (min 0,1%). In 2015 ging het aantal contacten in beide groepen nog gelijkmatig op.