Het eerstelijnsdecreet wordt dit najaar nog gestemd en de oprichting van een Vlaams instituut voor de eerste lijn (VIVEL) wordt voorbereid. Nodig, broodnodig zo'n hervorming en dat om wel 1000 redenen: om de eerste lijn te versterken, om echt werk te maken van integrale zorg, om samenwerking met en voor de patiënt met verschillende zorgverleners beter te laten verlopen, om de kwaliteit van zorg te verhogen, omdat zorg meer en meer thuis in plaats van in het ziekenhuis gebeurt, ... en last but not least om de patiënt of de persoon met een zorg- en ondersteuningsnood echt centraal te stellen.

Ik stel vast dat er in weinig steden en gemeenten de thema's gezondheid en welzijn als een team in de programma's stonden

Toch stel ik vast dat er in niet zoveel steden en gemeenten de thema's gezondheid en welzijn als een team in de programma's stonden. De nieuw opgerichte eerstelijnszones zullen dus nog wel wat werk hebben om hun nieuwe lokale mandatarissen vanaf 1 januari 2019 te informeren over hun rol. Niet alleen om hen te wijzen op wat 'moet'. Maar vooral om samen de mogelijkheden te verkennen om voor een goed afgebakende populatie zorg en welzijn als een stevige coalitie te laten samenwerken.

Waar pediaters mogelijk stoten op de gevolgen van slechte eetgewoonten van kinderen in een bepaalde regio maar enkel 'curatief' actief zijn, zou in samenwerking met de eerste lijn, welzijnspartners, buurtwerkers en preventie gericht gewerkt kunnen worden.

Polyfarmacie en alle gevolgen ervan met interacties en dubbelmedicatie, zou in een structureel overleg tussen ziekenhuis en eerstelijnszones afgeklopt kunnen worden. Inderdaad afgeklopt, want iedereen kent de problemen en de knelpunten. Iedereen kent de schakelmomenten: van woonzorgcentra naar een ziekenhuis of andersom, van ziekenhuis naar thuis,... Het zijn kritische momenten in de zorg. En zo zijn er nog heel wat voorbeelden van hoe de eerstelijnshervorming een meerwaarde vormt voor onze zorg.

Laat ons er samen werk van maken en integrale zorg echt op de kaart zetten. Dat betekent geen 1000 beleidsvergaderingen meer over noden en knelpunten die we allemaal al kennen, maar daadkracht op het terrein. En ja, dat betekent een inspanning, maar een inspanning die loont in de dagdagelijkse zorg voor de patiënt. En daar doen we het toch voor, niet?

Het eerstelijnsdecreet wordt dit najaar nog gestemd en de oprichting van een Vlaams instituut voor de eerste lijn (VIVEL) wordt voorbereid. Nodig, broodnodig zo'n hervorming en dat om wel 1000 redenen: om de eerste lijn te versterken, om echt werk te maken van integrale zorg, om samenwerking met en voor de patiënt met verschillende zorgverleners beter te laten verlopen, om de kwaliteit van zorg te verhogen, omdat zorg meer en meer thuis in plaats van in het ziekenhuis gebeurt, ... en last but not least om de patiënt of de persoon met een zorg- en ondersteuningsnood echt centraal te stellen. Toch stel ik vast dat er in niet zoveel steden en gemeenten de thema's gezondheid en welzijn als een team in de programma's stonden. De nieuw opgerichte eerstelijnszones zullen dus nog wel wat werk hebben om hun nieuwe lokale mandatarissen vanaf 1 januari 2019 te informeren over hun rol. Niet alleen om hen te wijzen op wat 'moet'. Maar vooral om samen de mogelijkheden te verkennen om voor een goed afgebakende populatie zorg en welzijn als een stevige coalitie te laten samenwerken. Waar pediaters mogelijk stoten op de gevolgen van slechte eetgewoonten van kinderen in een bepaalde regio maar enkel 'curatief' actief zijn, zou in samenwerking met de eerste lijn, welzijnspartners, buurtwerkers en preventie gericht gewerkt kunnen worden. Polyfarmacie en alle gevolgen ervan met interacties en dubbelmedicatie, zou in een structureel overleg tussen ziekenhuis en eerstelijnszones afgeklopt kunnen worden. Inderdaad afgeklopt, want iedereen kent de problemen en de knelpunten. Iedereen kent de schakelmomenten: van woonzorgcentra naar een ziekenhuis of andersom, van ziekenhuis naar thuis,... Het zijn kritische momenten in de zorg. En zo zijn er nog heel wat voorbeelden van hoe de eerstelijnshervorming een meerwaarde vormt voor onze zorg.Laat ons er samen werk van maken en integrale zorg echt op de kaart zetten. Dat betekent geen 1000 beleidsvergaderingen meer over noden en knelpunten die we allemaal al kennen, maar daadkracht op het terrein. En ja, dat betekent een inspanning, maar een inspanning die loont in de dagdagelijkse zorg voor de patiënt. En daar doen we het toch voor, niet?