...

De feedback sloot aan bij de informatie die huisartsen in begin van het jaar over hun voorschrijfgedrag ontvingen: antibiotica, protonpompinhibitoren, antidepressiva, NSAID en geneesmiddelen met een anticholinerge werking worden onder de loep genomen. Het Riziv zette de algemene resultaten van de metingen op zijn website.Omdat het ging over ambulante geneesmiddelen (gegevens uit Farmanet over 2017) kwam er geen feedback voor specialismen die - als groep over heel België - minder dan 100.000 ambulante patiënten over een heel jaar over de vloer krijgen.IndicatorenMeestal is de indicator het percentage patiënten dat een bepaald specialisme raadpleegde en daar een voorschrift voor de betrokken klasse van geneesmiddelen kreeg. De groep waarop het percentage is berekend, is het totale aantal patiënten die in het arrondissement, de provincie of de regio minstens een keer iemand van het betrokken specialisme raadpleegde.De redenering achter het hanteren van de kwaliteitsindicatoren is bijvoorbeeld dat antidepressiva alleen moeten voorgeschreven bij een majeure depressie en niet voor de veel grotere groep patiënten met depressieve klachten. Of dat protonpompinhibitoren meestal maar voor beperkte tijd worden voorgeschreven.Voor antibiotica gaat het niet alleen om het aantal aantal voorschriften, maar ook over het soort antibiotica. Men vermijdt het zoveel mogelijk om breedspectrumantibiotica als een eerstelijnsmiddel te gebruiken.Bij een hoge score voor geneesmiddelen met een anticholinerge werking bij oudere patiënten moet men zich afvragen of er geen alternatief was voor het betrokken middel. Bij een lage score voor amoxicilline (zonder clavulaanzuur) moet men zich afvragen of men niet te snel een beroep doet op een breedspectrumantibioticum.Per specialismeBij de rapporten per specialisme is rekening gehouden met de indicatoren die voor het betrokken specialisme het meest relevant zijn. Hoe vaak schrijven pneumologen antibiotica voor, en hoe vaak houden ze het dan bij amoxicilline, of hoe vaak doen ze beroep op een breedspectrumantibioticum?Hoe vaak schrijven urologen nitrofuranen voor in verhouding met het aantal voorschriften voor chinolonen?De oogartsen en de dermatologen kregen dan weer helemaal geen feedback, omdat geen van de betrokken middelen voor hen van belang is.Er is een globaal rapport met de resultaten voor alle specialisten. Dat bevat ook grafieken die aangeven hoe vaak gastro-enterologen antidepressiva voorschrijven, en urologen protonpompinhibitoren. Maar dermatologen en oftalmologen ontsnappen ook hieraan.PraktijkvariatieDe indicatoren werden berekend voor het land, voor de verschillende regio's, per provincie en per arrondissement. Vooral het laatste is interessant omdat het toont dat er niet zelden een belangrijke praktijkvariatie bestaat. Voor het Riziv is die praktijkvariatie een interessant aanknopingspunt voor de artsen van de betrokken specialismen om, individueel of in groep, over het eigen voorschrijfgedrag eens te gaan nadenken.De verschillen tussen de arrondissement kunnen overigens niet zomaar aan praktijkvariatie worden toegeschreven. Ook de kenmerken van de bevolking kunnen in de spel zijn, of de toegankelijkheid van het specialisme.Op het niveau van de provincies en van de regio's - maar blijkbaar niet op het niveau van de arrondissementen - werden de resultaten gestandaardiseerd voor geslacht, leeftijd en het 'sociaal statuut' (= al dan niet recht op de voorkeursregeling).