Beste Nederlandstalige collega's, beste geneeskundestudenten,

en bijzonder degenen die de studie van hun keuze niet zijn kunnen starten met inachtneming van de wettelijke RIZIV-quota,

We zijn ons terdege bewust van het gevoel van onrechtvaardigheid dat het Noorden van het land misschien heeft gevoeld tegenover de niet-naleving van de federale quota van RIZIV-nummers door het Zuiden van het land, net zoals we de teleurstelling begrijpen van Nederlandstalige gezinnen na de aankondiging van het akkoord tussen Frank Vandenbroucke, onze federale minister van Volksgezondheid, en Valérie Glatigny, minister van Hoger Onderwijs van de Federatie Wallonië-Brussel.

We wilden ons daarom richten tot u, Nederlandstalige collega's en geneeskundestudenten, om de uiterst ongunstige situatie in Franstalig België en de toekomstprognoses voor ons land in perspectief te plaatsen.

Verkeerde initiële methode voor het berekenen van federale quota

De initiële berekeningsmethode van de federale quota hield geen rekening met de echte behoeften van de verschillende bevolkingsgroepen en was dus van meet af aan verkeerd, zoals blijkt uit de huidige tekorten in een aantal sectoren in heel België.

Bovendien is het duidelijk dat foutieve keuzes ook te veel Franstalige artsen naar specialismen hebben geleid waar er geen tekorten zijn.

De bepaling van globale quota heeft weinig invloed op deze oriëntatiefouten. Dit is de reden waarom de federale planningscommissie besloten heeft om quota vast te stellen die getrouw zijn aan de werkelijke gezondheidsbehoeften van de bevolking, maar ook om voorstellen uit te werken voor subquota die moeten worden bevestigd of ongeldig gemaakt door de gemeenschapsplanners.

We hopen dan ook dat, dankzij deze gunstige ontwikkeling, de quota door iedereen strikt zullen worden gerespecteerd, aangezien ze zijn vastgesteld om te zorgen voor voldoende personeel in alle medische disciplines en in alle regio's van het land.

Politiek is ook de kunst van het compromis en deze keer is compromis voor ons acceptabel

Regeren is vooruitzien

Een derde van de Brusselaars heeft geen huisarts, en dat is niet altijd vrijwillig.

Bijna een op de drie artsen is tussen de 55 en 64 jaar oud. Het aantal artsen van 65 jaar en ouder dat nog actief is, is bijna net zo groot als het aantal artsen van 45 tot 54 jaar. Dat betekent dat een grote groep artsen de komende 10 jaar met pensioen gaat.

Hoe zal de situatie in de Brusselse eerste lijn van zorg zijn over tien jaar? Wat zal de situatie zijn in Wallonië waar hetzelfde fenomeen wijdverbreid is? En in Vlaanderen? Hoe kunnen we dit probleem vandaag oplossen voor de toekomst ter ondersteuning van de eerste lijn, van zo groot belang in de organisatie van de gezondheidszorg?

Er is een gebrek aan veel adviserende artsen van ziekenfondsen. Arbeidsartsen zijn schaars: we weten dat de meesten van hen uit de pool van huisartsen komen, en hebben zich inderdaad in een tweede fase geheroriënteerd naar deze preventieve specialisaties. Deze artsen zijn essentieel om de bescherming van werknemers op een steeds agressievere arbeidsmarkt te garanderen.

Nee, deze overeenkomst bekrachtigt geen enkele onverantwoordelijkheid die zou kunnen worden toegeschreven aan Franstalige artsen

De geestelijke gezondheidszorg, waar een tekort is aan psychiaters en kinderpsychiaters, staat vandaag op de rand van faillissement en kan niet langer voldoen aan de vraag naar zorg die explodeerde tijdens de covidcrisis.

Er is een tekort aan artsen die investeren in de opvolging van drugsverslaafden, in gezinsplanning, enz.

België heeft de decriminalisering van zwangerschapsafbreking verkregen. Maar zullen we binnenkort genoeg artsen hebben om het uit te oefenen?

Geriaters, endocrinologen... zijn schaars. Een betere organisatie van de tweede en derde lijn van zorg zou deze tekorten deels kunnen verhelpen. De gedeeltelijke maar systematische betrokkenheid van kinderartsen in ziekenhuizen zou bijvoorbeeld het gebrek aan kinderartsen op eerstehulpafdelingen oplossen. Maar dit project werd te vaak gemeden door onze collega-specialisten in syndicaten.

En last but not least is er een tekort aan artsen die actief zijn in de professionele verdediging.

Bij de strijd voor een structurering van het zorgsysteem met een intelligente fasering en een intellectuele en financiële erkenning van alle medische specialiteiten komen de meer "moderne" huidige uitdagingen: de zorg voor vluchtelingen, oorlogsslachtoffers, slachtoffers van overstromingen, pandemieën , milieucrisissen...

We weten dat een op de twee artsen en een op de twee assistenten een hoog risico op burn-out loopt. Dit roept vragen op over de effectiviteit van ons beroep in het licht van deze uitdagingen.

Wat als we evenwicht claimen?

We willen geen overvloed of schaarste van artsen. De kwaliteit van de zorg is het slachtoffer van beide: overproductie en onderproductie zijn beide dragers van iatrogeniciteit.

Ja, Frank Vandenbroucke, onze federale minister van Volksgezondheid, had de moed om de uitdaging aan te gaan van deze situaties door het recente akkoord over de RIZIV-nummers.

We zijn ons bewust van de teleurstelling van sommige Nederlandstalige gezinnen die hun kinderen hebben zien weigeren in de wedstrijd die in hun regio is opgezet. Maar vandaag gaat de overeenkomst op geen enkele manier ten koste van de ene regio boven de andere.

De sluitsteen is de analyse van de gezondheidsbehoeften van de bevolking, rekening houdend met alle meetbare factoren: oppervlakte van de territoria, aantal inwoners, sociaaleconomische factoren, prevalentie van bepaalde ziekten... werkelijke activiteit van de dienstaanbieders. Boventallige studenten zullen gericht worden op beroepen in schaarste. Het speelt dus in op een actuele behoefte met de overschotten van weleer. Niets dan redelijk!

Uiteraard zullen we het principe van de opgelegde wedstrijd in plaats van een examen blijven betreuren

Franstalig België heeft, ondanks het niet respecteren van de federale quota, geen overvloed aan artsen. Franstalige artsen werken anders, met blijkbaar langere consulten, dan hun Nederlandstalige collega's. De facto verdienen ze minder, ongetwijfeld in een poging om een evenwicht te vinden tussen hun privé- en beroepsleven.

Uit de cijfers blijkt dat patiënten uit het Zuiden niet meer consumeren dan patiënten uit het Noorden, als we de correctie aanvaarden die wordt toegeschreven aan de medisch-sociale indexen (Jadot-rapport).

Zou de situatie vandaag niet nog rampzaliger zijn als ze quota hadden gerespecteerd die gebaseerd waren op een kadaster dat geen rekening hield met de reële behoeften van de verschillende bevolkingsgroepen?

Anderzijds zal het nodig zijn om zich als syndicaat en collectief in te zetten op een reorganisatie van de zorglijnen om de beste zorg te garanderen, toegankelijk, door de meest geschikte aanbieder, op de beste plaats, op het meest geschikte moment, en tegen een eerlijke prijs.

In Brussel werd onder minister De Block besloten tot een verdeling van NL/FR-artsen op basis van het schoolbezoek van de kinderen. Alle Nederlandstalige partijen steunden deze verspreiding zonder enig wetenschappelijk argument.

De recente overeenkomst stemt overeen met de studie van de behoeften van de hoofdstad, rijk aan 150 nationaliteiten - een derde van de immigratie van het land -, met de moeilijkheden die dit met zich meebrengt. De oorlog in Oekraïne heeft ons zeer recent bewezen dat immigratie niet naar believen kan worden gecontroleerd. Zorg voor migranten, in het bijzonder gezondheid en medisch, kan wel worden gepland.

Politiek is ook de kunst van het compromis en deze keer is compromis voor ons acceptabel. Uiteraard zullen we het principe van de opgelegde wedstrijd in plaats van een examen blijven betreuren. Het is een instrument van negatieve sociale selectie aan de ingang van studies.

Bovendien is er geen wetenschappelijk gevalideerde tool om, zelfs voordat ze zijn begonnen met studeren, een effectieve selectie van toekomstige artsen te garanderen, met alle vereiste wetenschappelijke en menselijke kwaliteiten.

Andere vragen blijven bestaan, waarop deze overeenkomst geen antwoord geeft:

  • Hoe zit het met de concurrentie met buiten België opgeleide artsen? Reeds in 2015 werd de Franse gemeenschap gedwongen om hen 42% van haar RIZIV-nummers toe te kennen, vanwege het principe van vrij verkeer in Europa.
  • Is er een planning voor de start? Hoeveel artsen in Marchienne Au Pont, hoeveel in Ukkel? Hoe gaan we het probleem van 'medische woestijnen' oplossen?

Nee, deze overeenkomst bekrachtigt geen enkele onverantwoordelijkheid die zou kunnen worden toegeschreven aan Franstalige artsen. De situaties zijn ongetwijfeld zeer problematisch. Dit akkoord probeert daar iets aan te doen, met verantwoordelijkheidsgevoel als staatsman en vrouw.

We hebben vooral uw steun nodig om het te eren, in dienst van de bevolkingsgroepen waar we om geven.

Beste Nederlandstalige collega's, beste geneeskundestudenten,en bijzonder degenen die de studie van hun keuze niet zijn kunnen starten met inachtneming van de wettelijke RIZIV-quota,We zijn ons terdege bewust van het gevoel van onrechtvaardigheid dat het Noorden van het land misschien heeft gevoeld tegenover de niet-naleving van de federale quota van RIZIV-nummers door het Zuiden van het land, net zoals we de teleurstelling begrijpen van Nederlandstalige gezinnen na de aankondiging van het akkoord tussen Frank Vandenbroucke, onze federale minister van Volksgezondheid, en Valérie Glatigny, minister van Hoger Onderwijs van de Federatie Wallonië-Brussel.We wilden ons daarom richten tot u, Nederlandstalige collega's en geneeskundestudenten, om de uiterst ongunstige situatie in Franstalig België en de toekomstprognoses voor ons land in perspectief te plaatsen.Verkeerde initiële methode voor het berekenen van federale quotaDe initiële berekeningsmethode van de federale quota hield geen rekening met de echte behoeften van de verschillende bevolkingsgroepen en was dus van meet af aan verkeerd, zoals blijkt uit de huidige tekorten in een aantal sectoren in heel België.Bovendien is het duidelijk dat foutieve keuzes ook te veel Franstalige artsen naar specialismen hebben geleid waar er geen tekorten zijn. De bepaling van globale quota heeft weinig invloed op deze oriëntatiefouten. Dit is de reden waarom de federale planningscommissie besloten heeft om quota vast te stellen die getrouw zijn aan de werkelijke gezondheidsbehoeften van de bevolking, maar ook om voorstellen uit te werken voor subquota die moeten worden bevestigd of ongeldig gemaakt door de gemeenschapsplanners.We hopen dan ook dat, dankzij deze gunstige ontwikkeling, de quota door iedereen strikt zullen worden gerespecteerd, aangezien ze zijn vastgesteld om te zorgen voor voldoende personeel in alle medische disciplines en in alle regio's van het land.Regeren is vooruitzienEen derde van de Brusselaars heeft geen huisarts, en dat is niet altijd vrijwillig. Bijna een op de drie artsen is tussen de 55 en 64 jaar oud. Het aantal artsen van 65 jaar en ouder dat nog actief is, is bijna net zo groot als het aantal artsen van 45 tot 54 jaar. Dat betekent dat een grote groep artsen de komende 10 jaar met pensioen gaat. Hoe zal de situatie in de Brusselse eerste lijn van zorg zijn over tien jaar? Wat zal de situatie zijn in Wallonië waar hetzelfde fenomeen wijdverbreid is? En in Vlaanderen? Hoe kunnen we dit probleem vandaag oplossen voor de toekomst ter ondersteuning van de eerste lijn, van zo groot belang in de organisatie van de gezondheidszorg?Er is een gebrek aan veel adviserende artsen van ziekenfondsen. Arbeidsartsen zijn schaars: we weten dat de meesten van hen uit de pool van huisartsen komen, en hebben zich inderdaad in een tweede fase geheroriënteerd naar deze preventieve specialisaties. Deze artsen zijn essentieel om de bescherming van werknemers op een steeds agressievere arbeidsmarkt te garanderen.De geestelijke gezondheidszorg, waar een tekort is aan psychiaters en kinderpsychiaters, staat vandaag op de rand van faillissement en kan niet langer voldoen aan de vraag naar zorg die explodeerde tijdens de covidcrisis.Er is een tekort aan artsen die investeren in de opvolging van drugsverslaafden, in gezinsplanning, enz.België heeft de decriminalisering van zwangerschapsafbreking verkregen. Maar zullen we binnenkort genoeg artsen hebben om het uit te oefenen?Geriaters, endocrinologen... zijn schaars. Een betere organisatie van de tweede en derde lijn van zorg zou deze tekorten deels kunnen verhelpen. De gedeeltelijke maar systematische betrokkenheid van kinderartsen in ziekenhuizen zou bijvoorbeeld het gebrek aan kinderartsen op eerstehulpafdelingen oplossen. Maar dit project werd te vaak gemeden door onze collega-specialisten in syndicaten.En last but not least is er een tekort aan artsen die actief zijn in de professionele verdediging.Bij de strijd voor een structurering van het zorgsysteem met een intelligente fasering en een intellectuele en financiële erkenning van alle medische specialiteiten komen de meer "moderne" huidige uitdagingen: de zorg voor vluchtelingen, oorlogsslachtoffers, slachtoffers van overstromingen, pandemieën , milieucrisissen...We weten dat een op de twee artsen en een op de twee assistenten een hoog risico op burn-out loopt. Dit roept vragen op over de effectiviteit van ons beroep in het licht van deze uitdagingen.Wat als we evenwicht claimen?We willen geen overvloed of schaarste van artsen. De kwaliteit van de zorg is het slachtoffer van beide: overproductie en onderproductie zijn beide dragers van iatrogeniciteit.Ja, Frank Vandenbroucke, onze federale minister van Volksgezondheid, had de moed om de uitdaging aan te gaan van deze situaties door het recente akkoord over de RIZIV-nummers. We zijn ons bewust van de teleurstelling van sommige Nederlandstalige gezinnen die hun kinderen hebben zien weigeren in de wedstrijd die in hun regio is opgezet. Maar vandaag gaat de overeenkomst op geen enkele manier ten koste van de ene regio boven de andere. De sluitsteen is de analyse van de gezondheidsbehoeften van de bevolking, rekening houdend met alle meetbare factoren: oppervlakte van de territoria, aantal inwoners, sociaaleconomische factoren, prevalentie van bepaalde ziekten... werkelijke activiteit van de dienstaanbieders. Boventallige studenten zullen gericht worden op beroepen in schaarste. Het speelt dus in op een actuele behoefte met de overschotten van weleer. Niets dan redelijk!Franstalig België heeft, ondanks het niet respecteren van de federale quota, geen overvloed aan artsen. Franstalige artsen werken anders, met blijkbaar langere consulten, dan hun Nederlandstalige collega's. De facto verdienen ze minder, ongetwijfeld in een poging om een evenwicht te vinden tussen hun privé- en beroepsleven. Uit de cijfers blijkt dat patiënten uit het Zuiden niet meer consumeren dan patiënten uit het Noorden, als we de correctie aanvaarden die wordt toegeschreven aan de medisch-sociale indexen (Jadot-rapport).Zou de situatie vandaag niet nog rampzaliger zijn als ze quota hadden gerespecteerd die gebaseerd waren op een kadaster dat geen rekening hield met de reële behoeften van de verschillende bevolkingsgroepen?Anderzijds zal het nodig zijn om zich als syndicaat en collectief in te zetten op een reorganisatie van de zorglijnen om de beste zorg te garanderen, toegankelijk, door de meest geschikte aanbieder, op de beste plaats, op het meest geschikte moment, en tegen een eerlijke prijs.In Brussel werd onder minister De Block besloten tot een verdeling van NL/FR-artsen op basis van het schoolbezoek van de kinderen. Alle Nederlandstalige partijen steunden deze verspreiding zonder enig wetenschappelijk argument. De recente overeenkomst stemt overeen met de studie van de behoeften van de hoofdstad, rijk aan 150 nationaliteiten - een derde van de immigratie van het land -, met de moeilijkheden die dit met zich meebrengt. De oorlog in Oekraïne heeft ons zeer recent bewezen dat immigratie niet naar believen kan worden gecontroleerd. Zorg voor migranten, in het bijzonder gezondheid en medisch, kan wel worden gepland.Politiek is ook de kunst van het compromis en deze keer is compromis voor ons acceptabel. Uiteraard zullen we het principe van de opgelegde wedstrijd in plaats van een examen blijven betreuren. Het is een instrument van negatieve sociale selectie aan de ingang van studies. Bovendien is er geen wetenschappelijk gevalideerde tool om, zelfs voordat ze zijn begonnen met studeren, een effectieve selectie van toekomstige artsen te garanderen, met alle vereiste wetenschappelijke en menselijke kwaliteiten.Andere vragen blijven bestaan, waarop deze overeenkomst geen antwoord geeft:Nee, deze overeenkomst bekrachtigt geen enkele onverantwoordelijkheid die zou kunnen worden toegeschreven aan Franstalige artsen. De situaties zijn ongetwijfeld zeer problematisch. Dit akkoord probeert daar iets aan te doen, met verantwoordelijkheidsgevoel als staatsman en vrouw.We hebben vooral uw steun nodig om het te eren, in dienst van de bevolkingsgroepen waar we om geven.