...

Ze stelden dat vast na een onderzoek bij 1.940 kinderen die tussen 1999 en 2011 anderhalf tot 13 jaar oud waren. Ze analyseerden de slaapkenmerken van die kinderen en vergeleken ze met de antwoorden die hun ouders gaven op vragenlijsten. In hun steekproef bedroeg de totale prevalentie van slaapwandelen 29,1% en die van nachtangst 56,2%, met een piek op anderhalf jaar voor slaapangst en op 10 jaar voor slaapwandelen. Uit de analyse blijkt dat kinderen van wie de vader slaapwandelt of dat vroeger deed, drie keer meer kans hebben om dat ook te gaan doen. Als beide ouders slaapwandelen, is dat risico zeven keer groter. Van de kinderen met één ouder die ooit geslaapwandeld heeft, vertoonde 47,5% diezelfde stoornis. Dat percentage stijgt tot 61,5% als beide ouders ooit geslaapwandeld hebben. Tot slot krijgt een derde van de kinderen die op jonge leeftijd (tussen anderhalf en drieënhalf jaar) nachtangst hebben vertoond, last van slaapwandelen rond de leeftijd van 5 jaar.