Kortrijk 25 april: In het crematorium Uitzicht geef ik een interactieve voordracht over 'Omgaan met de dood'. Een laatste vraag uit het Salon, zoals men de kleine afscheidsplaats noemt, luidt: "Ik las vandaag dat de Broeders van Liefde eindelijk euthanasie willen toepassen bij psychisch lijdenden. Is het die broeders menens, denkt u of is het marketing nu ze de hete adem voelen van gerechtelijke uitspraken à la Diest?"

Iemand repliceert meteen: "Laat me toe te zeggen dat ik blij ben dat die broeders er zijn, anders was ons kind niet meer in leven. Wie wil nog zorgen voor wie gehandicapt is of het psychisch moeilijk heeft? Of wordt euthanasie weer een therapie voor al wie niet mee kan in onze maatschappij?"

Geroezemoes in het salon. "Zijn het niet diezelfde broeders die als enigen een 'long stay' in Bierbeek organiseerden voor die geïnterneerden die in groep euthanasie aanvroegen?" vraagt nog iemand.

Bij kwetsbare patiënten met psychiatrische aandoeningen neigt dit procedurehandelen naar de toelating tot zelfmoord als euthanasie.

Het salon begrijpt dat ik niet meteen duidelijke antwoorden heb, alleen wat duiding kan geven en moet verwijzen naar een volgende samenkomst over 'Euthanasie bij psychisch lijden, verantwoord?' of 'Stervensbegeleiding of levensbeëindiging in Eutopia?'.[1]

Het onderwerp leeft bij de mensen, vooral bij diegenen die sterk betrokken zijn met en door een (eigen) verhaal. Het blijkt, het is, een moeilijk te bespreken, sterk emotioneel geladen thema. Het minste wat men kan zeggen is dat de Broeders van Liefde erover reflecteren en dat ze open staan om samen te zoeken naar oplossingen. Het kenmerkt hen gedurende hun 210-jarige geschiedenis.

In het kader van 200 jaar UGent ben ik gevraagd voor een wetenschappelijk nascholing over dokter en professor Joseph Guislain. Hij intrigeert mij, ook omwille van zijn samenwerking met kanunnik Pierre-Joseph Triest en zijn jonge congregatie van de Broeders van Liefde, opgericht in 1807. Samen ijverden ze voor een 'morele behandeling' van psychiatrische patiënten en lieten niet na de mistoestanden aan te klagen in de Belgische psychiatrie en het gevangeniswezen.

Zij ijverden als echte activisten voor een wettelijk kader en aangepaste gebouwen. Guislain publiceerde een wetenschappelijk onderbouwde behandeling en introduceerde ze in de eerste Gentse psychiatrische instellingen van kanunnik Triest. De directie bleef er in handen van de Broeders maar voor de wetenschappelijke en therapeutische aspecten was de onafhankelijke hoofdgeneesheer verantwoordelijk.

Ik vraag me af wat historici binnen 200 jaar zullen schrijven over de introductie van strafwettelijke euthanasie in deze congregatie. Ik wil en kan als geëngageerd arts-activist, sterk betrokken met en bij het lijden maar ook de hoop en de sterkte van patiënten met psychiatrische aandoeningen en dubbeldiagnose daarop niet wachten...

Nu ik de visietekst gelezen heb[2] en de polariserende mediacontroverse beschouw is mijn mening dubbel. Ik ben blij dat de Belgische tak van de Broeders van Liefde erkennen dat psychiatrische aandoeningen ook niet meer te behandelen terminaal kunnen zijn, dat patiënten met die aandoeningen palliatieve zorg nodig hebben en in hun milieu en context kunnen sterven op een manier eigen aan hun leven.

Anderzijds ben ik ontgoocheld dat men dit voorstelt als 'euthanasie bij psychisch lijden in een niet-terminale situatie' en daardoor de indruk creëert dat een 'goede stervensbegeleiding' bij een ongeneeslijke patiënt, wetenschappelijk onderbouwd, interdisciplinair overlegd, rekening houdend met de autonome noden en doelen en de context van die patiënt, een strafwettelijke procedure van levensbeëindiging vereist.

Strafwettelijke euthanasie is historisch ontstaan en gestemd omdat vorige eeuw zulke 'goede stervensbegeleiding' wettelijk niet bestond en pas later door de patiëntenrechtenwetgeving is erkend en stapsgewijs ontwikkeld. Strafwettelijke euthanasie is anno 2017 niet alleen achterhaald maar ook nefast omdat sommige (leif)actoren deze opzettelijk levensbeëindigende handeling als een aan te vinken procedure regelen.

Bij kwetsbare patiënten met psychiatrische aandoeningen neigt dit procedurehandelen naar de toelating tot zelfmoord als euthanasie. Wanneer men de euthanasievraag ontkent als noodkreet, als zelfmoordpoging zoals manifest duidelijk bij de groep geïnterneerden die om euthanasie vroegen, verzaakt men ook aan de absolute beschermwaardigheid van Het Leven.

Als vrijzinnig humanist is ook dit voor mij het hoogste utopische goed.[3] Niet omwille van een god in een hemel (met alle respect voor deze opvatting) maar vanuit de maakbaarheid van de mens in de wereld. De mens met zijn autonomie van patiënt in zorgrelatie met zijn naaste betrokkenen en in zijn specifieke zingevingscontext.

Deze bijdrage voor opinie & analyse wordt meer en meer een zorgbelijdenis, besef ik, met dank maar ook in weerwil van de euthanasiereflecties van mijn broeders van liefde.

[1] op 28 mei is er een colloquium n.a.v. 15 jaar euthanasiewetgeving www.rws.be

[2] zie ook AK 28 april 2017 en www.broedersvanliefde.be

[3] zie ook AK 20 januari 2017 MORE Eutopia later

Kortrijk 25 april: In het crematorium Uitzicht geef ik een interactieve voordracht over 'Omgaan met de dood'. Een laatste vraag uit het Salon, zoals men de kleine afscheidsplaats noemt, luidt: "Ik las vandaag dat de Broeders van Liefde eindelijk euthanasie willen toepassen bij psychisch lijdenden. Is het die broeders menens, denkt u of is het marketing nu ze de hete adem voelen van gerechtelijke uitspraken à la Diest?"Iemand repliceert meteen: "Laat me toe te zeggen dat ik blij ben dat die broeders er zijn, anders was ons kind niet meer in leven. Wie wil nog zorgen voor wie gehandicapt is of het psychisch moeilijk heeft? Of wordt euthanasie weer een therapie voor al wie niet mee kan in onze maatschappij?" Geroezemoes in het salon. "Zijn het niet diezelfde broeders die als enigen een 'long stay' in Bierbeek organiseerden voor die geïnterneerden die in groep euthanasie aanvroegen?" vraagt nog iemand. Het salon begrijpt dat ik niet meteen duidelijke antwoorden heb, alleen wat duiding kan geven en moet verwijzen naar een volgende samenkomst over 'Euthanasie bij psychisch lijden, verantwoord?' of 'Stervensbegeleiding of levensbeëindiging in Eutopia?'.[1]Het onderwerp leeft bij de mensen, vooral bij diegenen die sterk betrokken zijn met en door een (eigen) verhaal. Het blijkt, het is, een moeilijk te bespreken, sterk emotioneel geladen thema. Het minste wat men kan zeggen is dat de Broeders van Liefde erover reflecteren en dat ze open staan om samen te zoeken naar oplossingen. Het kenmerkt hen gedurende hun 210-jarige geschiedenis.In het kader van 200 jaar UGent ben ik gevraagd voor een wetenschappelijk nascholing over dokter en professor Joseph Guislain. Hij intrigeert mij, ook omwille van zijn samenwerking met kanunnik Pierre-Joseph Triest en zijn jonge congregatie van de Broeders van Liefde, opgericht in 1807. Samen ijverden ze voor een 'morele behandeling' van psychiatrische patiënten en lieten niet na de mistoestanden aan te klagen in de Belgische psychiatrie en het gevangeniswezen. Zij ijverden als echte activisten voor een wettelijk kader en aangepaste gebouwen. Guislain publiceerde een wetenschappelijk onderbouwde behandeling en introduceerde ze in de eerste Gentse psychiatrische instellingen van kanunnik Triest. De directie bleef er in handen van de Broeders maar voor de wetenschappelijke en therapeutische aspecten was de onafhankelijke hoofdgeneesheer verantwoordelijk.Ik vraag me af wat historici binnen 200 jaar zullen schrijven over de introductie van strafwettelijke euthanasie in deze congregatie. Ik wil en kan als geëngageerd arts-activist, sterk betrokken met en bij het lijden maar ook de hoop en de sterkte van patiënten met psychiatrische aandoeningen en dubbeldiagnose daarop niet wachten...Nu ik de visietekst gelezen heb[2] en de polariserende mediacontroverse beschouw is mijn mening dubbel. Ik ben blij dat de Belgische tak van de Broeders van Liefde erkennen dat psychiatrische aandoeningen ook niet meer te behandelen terminaal kunnen zijn, dat patiënten met die aandoeningen palliatieve zorg nodig hebben en in hun milieu en context kunnen sterven op een manier eigen aan hun leven. Anderzijds ben ik ontgoocheld dat men dit voorstelt als 'euthanasie bij psychisch lijden in een niet-terminale situatie' en daardoor de indruk creëert dat een 'goede stervensbegeleiding' bij een ongeneeslijke patiënt, wetenschappelijk onderbouwd, interdisciplinair overlegd, rekening houdend met de autonome noden en doelen en de context van die patiënt, een strafwettelijke procedure van levensbeëindiging vereist. Strafwettelijke euthanasie is historisch ontstaan en gestemd omdat vorige eeuw zulke 'goede stervensbegeleiding' wettelijk niet bestond en pas later door de patiëntenrechtenwetgeving is erkend en stapsgewijs ontwikkeld. Strafwettelijke euthanasie is anno 2017 niet alleen achterhaald maar ook nefast omdat sommige (leif)actoren deze opzettelijk levensbeëindigende handeling als een aan te vinken procedure regelen. Bij kwetsbare patiënten met psychiatrische aandoeningen neigt dit procedurehandelen naar de toelating tot zelfmoord als euthanasie. Wanneer men de euthanasievraag ontkent als noodkreet, als zelfmoordpoging zoals manifest duidelijk bij de groep geïnterneerden die om euthanasie vroegen, verzaakt men ook aan de absolute beschermwaardigheid van Het Leven. Als vrijzinnig humanist is ook dit voor mij het hoogste utopische goed.[3] Niet omwille van een god in een hemel (met alle respect voor deze opvatting) maar vanuit de maakbaarheid van de mens in de wereld. De mens met zijn autonomie van patiënt in zorgrelatie met zijn naaste betrokkenen en in zijn specifieke zingevingscontext.Deze bijdrage voor opinie & analyse wordt meer en meer een zorgbelijdenis, besef ik, met dank maar ook in weerwil van de euthanasiereflecties van mijn broeders van liefde.