'Hoeveel kost dat als ik euthanasie vraag?' 'Hoe zie ik op mijn ziekenhuisfactuur hoeveel men voor die euthanasie gerekend heeft?' 'Dokter, moeten we u nu niets extra betalen tenzij dat huisbezoek, dat klopt toch niet, kan ik geen palliatief doel steunen?' 'Voor de euthanasie van mijn hond heb ik 135 euro betaald, hij woog minder dan 10 kg en dus mocht ik hem in onze tuin begraven. Een hond van mijn gewicht kostte daar toen 220 euro vernam ik op mijn nieuwsgierige vraag, met extra kosten voor de crematie en we moesten op voorhand betalen.' Het zijn vragen en reacties die we horen van patiënten en naasten die bewust omgaan met hun levenseinde.

Maar ook andere opmerkingen en oprispingen komen aan bod: 'Euthanasie is wel een misdrijf, hé, zoiets kan toch niet door de ziekenkas terugbetaald worden?' 'Die dokter die hier op advies alles kwam nakijken, zei dat hij betaald werd door zijn lijf(!)organisatie maar lang moest wachten op zijn geld. En de dokter die ons vader helpt, zou die echt niets krijgen?' 'Mijn neef in Nederland vertelde mij dat euthanasie daar in de zorgverzekering zit, maar wel geen natuurlijke dood is zoals hier. Waarom is het toch allemaal zo ingewikkeld om rustig en waardig te kunnen sterven als het dan toch moet, als men het aanvaardt of wil?'

Vóór het tot stand komen van de wetgeving was er al discussie over het opnemen van euthanasie in het ziekenfondspakket en de terugbetaling van onkosten en technische uitvoering: 'Er is geen geld voor palliatieve zorg en wel voor euthanasie?', was een vaak gehoorde oprisping. 'Euthanasie is geen normale medische handeling en zal het nooit worden zolang er verwijzing is naar misdrijf', was een van de gevleugelde uitspraken van toenmalig minister van Volksgezondheid Laurette Onkelinx (PS).

Haar voorganger Rudy Demotte wou een systeem uitdokteren gelijkaardig aan de quasi volledige terugbetaling van abortus, via een revalidatie-overeenkomst.

In 2013 zorgde Onkelinx wel voor de 'experimentele' vergoeding (160 euro) van de adviserend artsen bij middel van een 'Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder een tegemoetkoming van de verplichte verzekering geneeskundige verzorging en uitkeringen mag worden verleend (door een inrichtende macht) voor het verstrekken van medisch advies naar aanleiding van een individueel verzoek voor een zelfgekozen levenseinde'.

Moeten we niet dringend de wetten en verzuchtingen inzake levenseindebeslissingen samen en gecoördineerd ter harte nemen?

De in het KB opgenomen evaluatie na 5 jaar heeft nooit plaats gehad en werd door sommige politici gekoppeld aan de evaluatie van de euthanasiewetgeving. Een evaluatie die tot op heden dode letter blijft.

Op 16 mei laatstleden was het 20 jaar geleden dat de stemming over 'de wet betreffende de euthanasie' plaatsvond in de Kamer. Er was geen applaus zoals bij de 'abortusstemming' op 3 april 1990 maar de handtekening van een ondertussen andere koning volgde zonder problemen op 28 mei 2002.

Ondertussen zijn er drie wijzigingen aangebracht, waarvan de eerste de apothekers betrof die ontslagen werden van medeplichtigheid. Alhoewel deze inlassing de bevestiging van euthanasie als misdrijf benadrukt, kreeg ze geen media-aandacht.

De uitbreiding van euthanasie naar oordeelsbekwame minderjarige patiënten (kinderen!) zorgde voor veel controverse en beklemtoonde in de (straf)wet het kwalijke onderscheid tussen fysiek en psychisch lijden, dat totaal achterhaald is.

De wijziging naar een levenslang geldende wilsverklaring in 2020 wordt door sommigen beschouwd al een opstap naar de uitbreiding van het gebruik van de wilsverklaring voor patiënten met aangeboren hersenaandoeningen, waaronder dementie.

Het bevestigt en vermeerdert tezelfdertijd de verwarring tussen de te verschonen strafrechtelijke daad die euthanasie blijft en de adviezen die als normale medische handelingen gelden

Op 30 mei 2022 verscheen een vierde wijziging in het Staatsblad ten gevolge van de wet 'houdende diverse dringende maatregelen inzake gezondheid' van 18 mei 2022. De vergoeding voor het uitvoeren van de euthanasie wordt door art. 148 ingeschreven in de euthanasiewet, art 13/1-2. Het tarief evenals de toepassingsvoorwaarden moeten nog bij KB bepaald worden (men denkt in het verzekeringscomité aan een tarief van € 75).

Daarnaast stelt art. 79 van die wet dat 'het verstrekken van medisch advies naar aanleiding van een individueel verzoek voor een zelfgekozen levenseinde' een geneeskundige verstrekking wordt die de ziekteverzekering ten laste neemt (onder art. 34 van de Wet op de ziekteverzekering). Of dit veel media-aandacht zal krijgen, is te betwijfelen maar men kan het als positief beschouwen dat er nu eindelijk financiële honorering zal komen.

Het bevestigt en vermeerdert tezelfdertijd de verwarring tussen de te verschonen strafrechtelijke daad die euthanasie blijft en de adviezen die als normale medische handelingen gelden. De vraag is ook in welke mate financiële honorering kan bijdragen tot een beter inzicht in het aantal geregistreerde casussen waar de aangifte bij de euthanasiecommissie nu ondergerapporteerd blijkt.

En wat met de strafrechtelijke definitie van euthanasie als 'opzettelijk levensbeëindigend handelen door een ander, op diens verzoek' die verandert in 'een individueel verzoek voor een zelfgekozen levenseinde'? Wordt er een allusie gemaakt naar de mogelijkheid van begeleiden bij 'voltooid leven'?

En waar situeren de andere levenseindebeslissingen zich? Zoals het begeleiden van stopzetten van behandeling, het vermijden van eten en drinken, de keuze voor comfortbehandeling, de palliatieve sedatie? Het zijn intensieve begeleidingstrajecten die wél als normaal medisch handelen beschouwd worden, maar niet apart financieel gehonoreerd worden.

Misschien moet we een factcheck toepassen en tot de bevinding komen dat euthanasie een misdrijf is en blijft waarvan de uitvoering vergoed wordt en de adviezen terugbetaald. Alle andere levenseindebeslissingen ressorteren onder normaal medisch handelen maar hebben geen nomenclatuurnummer en worden financieel niet gehonoreerd.

Is dat geen discriminatie en moeten we niet dringend de wetten en verzuchtingen inzake levenseindebeslissingen samen en gecoördineerd ter harte nemen?

'Hoeveel kost dat als ik euthanasie vraag?' 'Hoe zie ik op mijn ziekenhuisfactuur hoeveel men voor die euthanasie gerekend heeft?' 'Dokter, moeten we u nu niets extra betalen tenzij dat huisbezoek, dat klopt toch niet, kan ik geen palliatief doel steunen?' 'Voor de euthanasie van mijn hond heb ik 135 euro betaald, hij woog minder dan 10 kg en dus mocht ik hem in onze tuin begraven. Een hond van mijn gewicht kostte daar toen 220 euro vernam ik op mijn nieuwsgierige vraag, met extra kosten voor de crematie en we moesten op voorhand betalen.' Het zijn vragen en reacties die we horen van patiënten en naasten die bewust omgaan met hun levenseinde. Maar ook andere opmerkingen en oprispingen komen aan bod: 'Euthanasie is wel een misdrijf, hé, zoiets kan toch niet door de ziekenkas terugbetaald worden?' 'Die dokter die hier op advies alles kwam nakijken, zei dat hij betaald werd door zijn lijf(!)organisatie maar lang moest wachten op zijn geld. En de dokter die ons vader helpt, zou die echt niets krijgen?' 'Mijn neef in Nederland vertelde mij dat euthanasie daar in de zorgverzekering zit, maar wel geen natuurlijke dood is zoals hier. Waarom is het toch allemaal zo ingewikkeld om rustig en waardig te kunnen sterven als het dan toch moet, als men het aanvaardt of wil?'Vóór het tot stand komen van de wetgeving was er al discussie over het opnemen van euthanasie in het ziekenfondspakket en de terugbetaling van onkosten en technische uitvoering: 'Er is geen geld voor palliatieve zorg en wel voor euthanasie?', was een vaak gehoorde oprisping. 'Euthanasie is geen normale medische handeling en zal het nooit worden zolang er verwijzing is naar misdrijf', was een van de gevleugelde uitspraken van toenmalig minister van Volksgezondheid Laurette Onkelinx (PS). Haar voorganger Rudy Demotte wou een systeem uitdokteren gelijkaardig aan de quasi volledige terugbetaling van abortus, via een revalidatie-overeenkomst. In 2013 zorgde Onkelinx wel voor de 'experimentele' vergoeding (160 euro) van de adviserend artsen bij middel van een 'Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder een tegemoetkoming van de verplichte verzekering geneeskundige verzorging en uitkeringen mag worden verleend (door een inrichtende macht) voor het verstrekken van medisch advies naar aanleiding van een individueel verzoek voor een zelfgekozen levenseinde'. De in het KB opgenomen evaluatie na 5 jaar heeft nooit plaats gehad en werd door sommige politici gekoppeld aan de evaluatie van de euthanasiewetgeving. Een evaluatie die tot op heden dode letter blijft. Op 16 mei laatstleden was het 20 jaar geleden dat de stemming over 'de wet betreffende de euthanasie' plaatsvond in de Kamer. Er was geen applaus zoals bij de 'abortusstemming' op 3 april 1990 maar de handtekening van een ondertussen andere koning volgde zonder problemen op 28 mei 2002. Ondertussen zijn er drie wijzigingen aangebracht, waarvan de eerste de apothekers betrof die ontslagen werden van medeplichtigheid. Alhoewel deze inlassing de bevestiging van euthanasie als misdrijf benadrukt, kreeg ze geen media-aandacht. De uitbreiding van euthanasie naar oordeelsbekwame minderjarige patiënten (kinderen!) zorgde voor veel controverse en beklemtoonde in de (straf)wet het kwalijke onderscheid tussen fysiek en psychisch lijden, dat totaal achterhaald is. De wijziging naar een levenslang geldende wilsverklaring in 2020 wordt door sommigen beschouwd al een opstap naar de uitbreiding van het gebruik van de wilsverklaring voor patiënten met aangeboren hersenaandoeningen, waaronder dementie. Op 30 mei 2022 verscheen een vierde wijziging in het Staatsblad ten gevolge van de wet 'houdende diverse dringende maatregelen inzake gezondheid' van 18 mei 2022. De vergoeding voor het uitvoeren van de euthanasie wordt door art. 148 ingeschreven in de euthanasiewet, art 13/1-2. Het tarief evenals de toepassingsvoorwaarden moeten nog bij KB bepaald worden (men denkt in het verzekeringscomité aan een tarief van € 75). Daarnaast stelt art. 79 van die wet dat 'het verstrekken van medisch advies naar aanleiding van een individueel verzoek voor een zelfgekozen levenseinde' een geneeskundige verstrekking wordt die de ziekteverzekering ten laste neemt (onder art. 34 van de Wet op de ziekteverzekering). Of dit veel media-aandacht zal krijgen, is te betwijfelen maar men kan het als positief beschouwen dat er nu eindelijk financiële honorering zal komen. Het bevestigt en vermeerdert tezelfdertijd de verwarring tussen de te verschonen strafrechtelijke daad die euthanasie blijft en de adviezen die als normale medische handelingen gelden. De vraag is ook in welke mate financiële honorering kan bijdragen tot een beter inzicht in het aantal geregistreerde casussen waar de aangifte bij de euthanasiecommissie nu ondergerapporteerd blijkt. En wat met de strafrechtelijke definitie van euthanasie als 'opzettelijk levensbeëindigend handelen door een ander, op diens verzoek' die verandert in 'een individueel verzoek voor een zelfgekozen levenseinde'? Wordt er een allusie gemaakt naar de mogelijkheid van begeleiden bij 'voltooid leven'? En waar situeren de andere levenseindebeslissingen zich? Zoals het begeleiden van stopzetten van behandeling, het vermijden van eten en drinken, de keuze voor comfortbehandeling, de palliatieve sedatie? Het zijn intensieve begeleidingstrajecten die wél als normaal medisch handelen beschouwd worden, maar niet apart financieel gehonoreerd worden.Misschien moet we een factcheck toepassen en tot de bevinding komen dat euthanasie een misdrijf is en blijft waarvan de uitvoering vergoed wordt en de adviezen terugbetaald. Alle andere levenseindebeslissingen ressorteren onder normaal medisch handelen maar hebben geen nomenclatuurnummer en worden financieel niet gehonoreerd. Is dat geen discriminatie en moeten we niet dringend de wetten en verzuchtingen inzake levenseindebeslissingen samen en gecoördineerd ter harte nemen?