...

Dat is het gevolg van een uitvoerings-KB dat op 18 juli in het Staatsblad verscheen (met nieuwe aanvullingen op artikel 53 van de ZIV-wet van 14 juli 1994).De ziekenfondsen haalden een slag thuis. Artsen moeten bij elektronische facturatie ook de niet-terugbetaalde bedragen vermelden die ze patiënten rekenen. In de eerste plaats gaat dat zoals gezegd over de supplementen bovenop terugbetaalde prestaties. Dat is verplicht vanaf 1 september.Ook bedragen die de patiënt heeft betaald voor prestaties waarvoor de voorwaarden voor terugbetaling niet zijn vervuld, of voor prestaties waarvoor geen terugbetaling is geregeld, zal de arts moeten vermelden,Daarnaast zullen ze het bedrag dat ze aan de patiënt aanrekenen voor het gebruik van materiaal, technieken of instrumenten dat niet wordt terugbetaald - ook al is de basisverstrekking wel terugbetaald - bij het elektronisch factureren moeten aangeven.Maar voor het aanrekenen van deze laatstgenoemde bedragen moet het Riziv eerst nog pseudocodes invoeren. Van zodra het Riziv die bekend maakt en de pseudocodes in de software van de artsen voorhanden zijn, is de vermelding bij elektronische facturatie hiervan verplicht.(Vandaag al moet de arts deze bedragen vermelden op het papieren bewijsstuk dat hij aan de patiënt overhandigt.)Het gebruik van eAttest en eFact is op dit moment vrij. Maar het nieuwe KB bepaalt dat over twee jaar - dat is vanaf 1 september 2025 - het gebruik van deze e-services bij ambulante prestaties voor artsen verplicht zal zijn. Alleen artsen die dit jaar op 1 januari 67 jaar oud zijn niet verplicht nog een EMD in gebruik te nemen en zullen na die datum nog op papier kunnen blijven factureren.De andere artsen zullen alleen nog op papier mogen factureren wanneer elektronische facturatie niet mogelijk is. Bijvoorbeeld als ze de patiënt buiten hun praktijkruimte helpen en ze niet de middelen hebben om elektronisch te factureren, of bij overmacht als de arts geen toegang krijgt tot eAttest of eFact.Meer informatie over het nieuwe KB vindt u op de websites van het Vlaams Artsensyndicaat en het ASGB.