Laat ons beginnen met de onwaarheden te corrigeren: Voka ziet absoluut géén rol voor de Orde. Een beleid maken dat misbruik aanpakt van een aantal artsen vindt Voka wél een goede zaak. Net zoals Voka de responsabilisering van werkgevers en werknemers ondersteunt wanneer er duidelijk sprake is van slechte wil of bewuste verwaarlozing ten nadele van de werknemer/patiënt en zijn werk.

Misbruik moet aangepakt worden. Bij iedereen, dus ook bij artsen

Uiteraard moet misbruik aangepakt worden. Bij iedereen waar dit zou voorkomen, dus ook bij artsen. Een moderne samenleving vereist dat dit (1) op een objectieve manier plaatsvindt, op basis van cijfers en bevindingen, (2) uitgevoerd wordt door een onafhankelijke instantie en (3) met consequenties die in de praktijk worden toegepast. Zo niet blijft misbruik bestaan. In die zin is het vreemd dat mevr. Weeghmans tegelijk warm en koud blaast: ja, misbruik aanpakken, maar dan wel via een Orde waarvan ze zelf toegeeft dat die aan hervorming toe is? Echt overtuigend klinkt dat niet.

Maar het VPP heeft gelijk dat we ons niet enkel op deze minderheid van werkgevers, artsen of patiënten moeten richten. In de publicatie van 'Health at a glance 2018' (EU & OESO) lezen we bijvoorbeeld dat in België minder dan 40% van de beroepsbevolking die kampt met een langdurige depressie, aan het werk is. Bij de buurlanden, best practice landen en het EU-gemiddelde, is dat 50%. België zit in de staart samen met Zuid- en Oost-Europese landen.

We zitten met een kolossale gedeelde uitdaging en verantwoordelijkheid om mensen met gezondheidsproblemen aan het werk te houden of te krijgen. Professioneel actief zijn, mits goede opvolging en begeleiding, is goed voor de gezondheid. Re-integratie op het werk moet vooral voldoende snel gebeuren om kans te maken. En ja, heel wat patiënten willen aan de slag. Dit alles zijn feiten en geen Trumpiaanse welles-nietes tegenstelling.

Evidence based richtlijnen ondersteunen artsen bij hun dagelijkse praktijk, met toetsing van elke 'casus' aan wat de meest recente wetenschap aanbeveelt in preventie, diagnosestelling, behandeling en opvolging. Dit instrument heeft zijn meerwaarde bij ons en wereldwijd al ten overvloede bewezen.

Artsen geven zelf aan een groot gebrek aan evidence based richtlijnen te ervaren wanneer het gaat over de professionele (in)activiteit van patiënten

Artsen geven zelf aan een groot gebrek aan zulke ondersteuning te ervaren wanneer het gaat over de professionele (in)activiteit van patiënten. We weten dat een brede toepassing van state-of-the-art richtlijnen over zulke professionele (in)activiteit, met afwijkingen waar nodig, een sterk positief effect zal hebben op het welzijn van heel wat patiënten. In die zin is het onbegrijpelijk dat het VPP het nut van zulke richtlijnen tracht te reduceren en dus ook af te blokken, met enkel een rol 'binnen een context van opleidingen'.

Elke dag dat zulke richtlijnen niet bestaan en breed worden toegepast, is een dag van vermijdbare gezondheidsschade. De patiënt is daar de dupe van, net zoals alle artsen en werkgevers die het beste voor hebben met de patiënt of medewerker. Voka ziet daarin een breed gedeeld belang en geen tegenstelling. Laat ons dus verbinden i.p.v. het conflict op te zoeken.

Laat ons beginnen met de onwaarheden te corrigeren: Voka ziet absoluut géén rol voor de Orde. Een beleid maken dat misbruik aanpakt van een aantal artsen vindt Voka wél een goede zaak. Net zoals Voka de responsabilisering van werkgevers en werknemers ondersteunt wanneer er duidelijk sprake is van slechte wil of bewuste verwaarlozing ten nadele van de werknemer/patiënt en zijn werk. Uiteraard moet misbruik aangepakt worden. Bij iedereen waar dit zou voorkomen, dus ook bij artsen. Een moderne samenleving vereist dat dit (1) op een objectieve manier plaatsvindt, op basis van cijfers en bevindingen, (2) uitgevoerd wordt door een onafhankelijke instantie en (3) met consequenties die in de praktijk worden toegepast. Zo niet blijft misbruik bestaan. In die zin is het vreemd dat mevr. Weeghmans tegelijk warm en koud blaast: ja, misbruik aanpakken, maar dan wel via een Orde waarvan ze zelf toegeeft dat die aan hervorming toe is? Echt overtuigend klinkt dat niet.Maar het VPP heeft gelijk dat we ons niet enkel op deze minderheid van werkgevers, artsen of patiënten moeten richten. In de publicatie van 'Health at a glance 2018' (EU & OESO) lezen we bijvoorbeeld dat in België minder dan 40% van de beroepsbevolking die kampt met een langdurige depressie, aan het werk is. Bij de buurlanden, best practice landen en het EU-gemiddelde, is dat 50%. België zit in de staart samen met Zuid- en Oost-Europese landen.We zitten met een kolossale gedeelde uitdaging en verantwoordelijkheid om mensen met gezondheidsproblemen aan het werk te houden of te krijgen. Professioneel actief zijn, mits goede opvolging en begeleiding, is goed voor de gezondheid. Re-integratie op het werk moet vooral voldoende snel gebeuren om kans te maken. En ja, heel wat patiënten willen aan de slag. Dit alles zijn feiten en geen Trumpiaanse welles-nietes tegenstelling.Evidence based richtlijnen ondersteunen artsen bij hun dagelijkse praktijk, met toetsing van elke 'casus' aan wat de meest recente wetenschap aanbeveelt in preventie, diagnosestelling, behandeling en opvolging. Dit instrument heeft zijn meerwaarde bij ons en wereldwijd al ten overvloede bewezen.Artsen geven zelf aan een groot gebrek aan zulke ondersteuning te ervaren wanneer het gaat over de professionele (in)activiteit van patiënten. We weten dat een brede toepassing van state-of-the-art richtlijnen over zulke professionele (in)activiteit, met afwijkingen waar nodig, een sterk positief effect zal hebben op het welzijn van heel wat patiënten. In die zin is het onbegrijpelijk dat het VPP het nut van zulke richtlijnen tracht te reduceren en dus ook af te blokken, met enkel een rol 'binnen een context van opleidingen'.Elke dag dat zulke richtlijnen niet bestaan en breed worden toegepast, is een dag van vermijdbare gezondheidsschade. De patiënt is daar de dupe van, net zoals alle artsen en werkgevers die het beste voor hebben met de patiënt of medewerker. Voka ziet daarin een breed gedeeld belang en geen tegenstelling. Laat ons dus verbinden i.p.v. het conflict op te zoeken.