De Orde der artsen keurde recent een grondige herziening van de deontologische Code goed. Na meer dan 40 jaar was een aanpassing zeker welkom.
Niet enkel wordt de provinciale werking en de uniforme toepassing onder de loep genomen, ook inhoudelijk werd aandacht geschonken aan na te streven normen van professionaliteit, respect, integriteit en verantwoordelijkheid anno 21ste eeuw.
Wij, artsen, willen optimale zorg verlenen. Hiervoor zijn ervaring en technische vaardigheden nodig. Maar ook verkeren we bij voorkeur in een optimale toestand om ons nobele beroep naar best vermogen te kunnen uitvoeren. Samenwerken met collega-zorgverleners is nodig om de meest optimale behandeling te kunnen bieden, teamwork, elk op zijn best en ieder bewust van zijn persoonlijke grenzen.
En daar wringt het wel eens bij ons, artsen. Zorgen voor anderen, hoge werkdruk, perfectionisme, fysieke uitputting en empathische belasting zijn enkele kerneigenschappen van onze dagelijkse beroepsuitdagingen. De combinatie van deze factoren maakt dat tot 40% van de ziekenhuisartsen vandaag kampt met alarmerende burn-outsignalen. En hoewel we graag hulp bieden, geven we niet graag toe deze ook soms zelf nodig te kunnen hebben.
U kreeg de e-mail net als ik ongetwijfeld ook allemaal: 'Arts in Nood'. Het is een nieuwigheid, ook voor mij. Een beetje bizar, maar ook geruststellend. Geruststellend omdat er een signaal van aandacht, erkenning en niet in het minst een sociaal vangnet wordt geboden, mocht je het ooit - God behoede - nodig hebben. Zorgverleners helpen ook elkaar.
Aan onze universiteit werd reeds ruim drie jaar geleden actie ondernomen voor de jongste generatie artsen. Met een coachingproject worden artsen en opleiders gemotiveerd en getraind om, als mentor en vooral vertrouwenspersoon, jonge specialisten in opleiding te ondersteunen. Het is een zeer gewaardeerd initiatief.
Het oprecht herkennen en respecteren van onze eigen menselijkheid maakt ons tot de meest betrouwbare zorgverleners
Naast de theoretische en praktische opleiding tot arts specialist met aandacht voor multitasking in de CanMEDS-rollen van wetenschapper, medicus, manager en communicator, groeide het besef dat deze perfectionistische druk, passend bij de huidige maatschappelijke tendensen, jonge mensen dreigt op te branden. De noodzaak voor een meer persoonlijke ondersteuning werd duidelijk en van daaruit groeide de functie van staflid-coach naast de coördinerende stagemeesters.
Deze coach is een vrijblijvend beschikbaar en laagdrempelig toegankelijk aanspreekpunt voor persoonlijke uitdagingen van de arts in opleiding, zoals omgaan met stress en burn-out, combinatie werk-gezin. Maar daarnaast worden ook professionele knelpunten met een niet te onderschatten persoonlijke impact bespreekbaar, zoals het second victimfenomeen wat kan plaatsvinden bij gebeurtenissen zoals medische fouten, patiëntagressie en psychologisch niet te onderschatten procedures zoals stervensbegeleiding.
Ten slotte wordt ook aandacht geschonken aan uitdagingen in de werkorganisatie zoals problemen met arbeidstijd, wachtdruk en conflicten op de werkvloer. Allemaal aspecten waarvan we jarenlang spontaan aannamen dat de doorsnee arts, zeker na al zijn doorlopen selectieprocedures, ze wel perfect kon bolwerken en enige twijfel daaraan niet zelden leidde tot opstapelen van problemen met alle gevolgen van dien.
Weliswaar is het voor iedere betrokkene een aanpassing en vooral een blijvend leerproces om uit je comfortzone te komen, waarin we niet over scores en prestaties spreken, maar eerder over mentale gezondheid, stressverwerking en professioneel geluk. Met deze coaching leren de verschillende generaties van elkaar en werd een eerste preventie maar ook toenemend vangnet gecreëerd, om ons uiteindelijk tot nog betere artsen te helpen evolueren. En ditmaal niet door streven, blokken en presteren. Maar door het oprecht herkennen en respecteren van onze eigen menselijkheid. Want ook dat maakt ons op korte, maar ook vooral op lange termijn, tot de meest betrouwbare zorgverleners. Met ups en downs. Net zoals iedereen. Ook degenen die beweren hiervoor niet vatbaar te zijn.
Niet enkel wordt de provinciale werking en de uniforme toepassing onder de loep genomen, ook inhoudelijk werd aandacht geschonken aan na te streven normen van professionaliteit, respect, integriteit en verantwoordelijkheid anno 21ste eeuw. Wij, artsen, willen optimale zorg verlenen. Hiervoor zijn ervaring en technische vaardigheden nodig. Maar ook verkeren we bij voorkeur in een optimale toestand om ons nobele beroep naar best vermogen te kunnen uitvoeren. Samenwerken met collega-zorgverleners is nodig om de meest optimale behandeling te kunnen bieden, teamwork, elk op zijn best en ieder bewust van zijn persoonlijke grenzen. En daar wringt het wel eens bij ons, artsen. Zorgen voor anderen, hoge werkdruk, perfectionisme, fysieke uitputting en empathische belasting zijn enkele kerneigenschappen van onze dagelijkse beroepsuitdagingen. De combinatie van deze factoren maakt dat tot 40% van de ziekenhuisartsen vandaag kampt met alarmerende burn-outsignalen. En hoewel we graag hulp bieden, geven we niet graag toe deze ook soms zelf nodig te kunnen hebben. U kreeg de e-mail net als ik ongetwijfeld ook allemaal: 'Arts in Nood'. Het is een nieuwigheid, ook voor mij. Een beetje bizar, maar ook geruststellend. Geruststellend omdat er een signaal van aandacht, erkenning en niet in het minst een sociaal vangnet wordt geboden, mocht je het ooit - God behoede - nodig hebben. Zorgverleners helpen ook elkaar.Aan onze universiteit werd reeds ruim drie jaar geleden actie ondernomen voor de jongste generatie artsen. Met een coachingproject worden artsen en opleiders gemotiveerd en getraind om, als mentor en vooral vertrouwenspersoon, jonge specialisten in opleiding te ondersteunen. Het is een zeer gewaardeerd initiatief. Naast de theoretische en praktische opleiding tot arts specialist met aandacht voor multitasking in de CanMEDS-rollen van wetenschapper, medicus, manager en communicator, groeide het besef dat deze perfectionistische druk, passend bij de huidige maatschappelijke tendensen, jonge mensen dreigt op te branden. De noodzaak voor een meer persoonlijke ondersteuning werd duidelijk en van daaruit groeide de functie van staflid-coach naast de coördinerende stagemeesters.Deze coach is een vrijblijvend beschikbaar en laagdrempelig toegankelijk aanspreekpunt voor persoonlijke uitdagingen van de arts in opleiding, zoals omgaan met stress en burn-out, combinatie werk-gezin. Maar daarnaast worden ook professionele knelpunten met een niet te onderschatten persoonlijke impact bespreekbaar, zoals het second victimfenomeen wat kan plaatsvinden bij gebeurtenissen zoals medische fouten, patiëntagressie en psychologisch niet te onderschatten procedures zoals stervensbegeleiding. Ten slotte wordt ook aandacht geschonken aan uitdagingen in de werkorganisatie zoals problemen met arbeidstijd, wachtdruk en conflicten op de werkvloer. Allemaal aspecten waarvan we jarenlang spontaan aannamen dat de doorsnee arts, zeker na al zijn doorlopen selectieprocedures, ze wel perfect kon bolwerken en enige twijfel daaraan niet zelden leidde tot opstapelen van problemen met alle gevolgen van dien.Weliswaar is het voor iedere betrokkene een aanpassing en vooral een blijvend leerproces om uit je comfortzone te komen, waarin we niet over scores en prestaties spreken, maar eerder over mentale gezondheid, stressverwerking en professioneel geluk. Met deze coaching leren de verschillende generaties van elkaar en werd een eerste preventie maar ook toenemend vangnet gecreëerd, om ons uiteindelijk tot nog betere artsen te helpen evolueren. En ditmaal niet door streven, blokken en presteren. Maar door het oprecht herkennen en respecteren van onze eigen menselijkheid. Want ook dat maakt ons op korte, maar ook vooral op lange termijn, tot de meest betrouwbare zorgverleners. Met ups en downs. Net zoals iedereen. Ook degenen die beweren hiervoor niet vatbaar te zijn.