...

In hoeverre moet men de natuur zijn werk laten doen als men het over inductie van de arbeid heeft? Wanneer kan en mag men een bevalling induceren? De discussie of een patite voor haar eigen comfort een inductie kan vragen of eisen, of een gynaecoloog wegens agendaperikelen en organisatorische redenen een inductie mag voorstellen, duikt af en toe opnieuw op in de media. Steeds meer is het duidelijk dat te vroeg electief (zonder medische redenen, op vraag van patite) inleiden geen goede verloskunde is.VoorzichtigDe Braziliaanse gynaecologe Glaucia Guerra onderzocht 37.444 bevallingen bij vrouwen die niet tot n of andere risicogroep behoorden. Vijf procent werd geduceerd zonder duidelijke medische reden. Men onderzocht in die studiegroep de complicaties en vergeleek die met spontane bevallingen. Er waren in de studiegroep 11,8% sectio's vergeleken met 8,6% in de controlegroep. Na statische analyse bleek de kans op sectio slechts minimaal verhoogd te zijn. Bij de inductiegroep was er duidelijk meer nood aan uterotonica in het postpartum en aan verdoving. Zo was het percentage epidurale ongeveer de helft hoger (18 tov. 11%). Een zeer opvallende complicatie was de postpartumhysterectomie. Ondanks relatief en absoluut weinig frequent, zag men een duidelijk verschil in de beide groepen: 0,22% na bevallingen die geduceerd waren en 0,04% in de groep met spontane arbeid. Wanneer men een hysterectomie moet uitvoeren, is dat niet alleen een moeilijke ingreep die gepaard gaat met een hoge morbiditeit, men bendigt ook de reproductieve mogelijkheden van de vrouw.De Latijns-Amerikaanse artsen concluderen dat voorzichtigheid geboden is bij het induceren van bevallingen, zeker wanneer er geen medische risico's zijn. "De mogelijke nadelen van de procedure wegen geenszins op tegen de eventuele voordelen", besluit Guerra.Vanaf 41 wekenGynaecoloog Hendrik Cammu is voorzitter van het Studiecentrum voor Perinatale Epidemiologie en heeft reeds over dit thema gepubliceerd."In Vlaanderen zien we dat er wel een duidelijk significante correlatie is met electieve inducties en het sectiopercentage", zegt Cammu. Dat is ongeveer 3% meer bij electieve inducties. Hij wijst erop dat er een belangrijk verschil is in functie van de zwangerschapsduur waarop men induceert. Recentelijk werd gepubliceerd dat als men induceert vanaf 41 weken, bij normaal verlopende laagrisicozwangerschappen, men minder sectio's heeft dan als men wacht tot spontane arbeid optreedt. "Dat heeft te maken met het feit dat er zich tussen 41 en 42 weken sowieso meer problemen voordoen die een (spoed)sectio vereisen", verduidelijkt Cammu. "Het supplementaire aantal sectio's is voornamelijk te vinden bij electieve inducties voor 40 weken bij vrouwen met een ongunstige cervixhals. Dat moet met de patite besproken worden." In Vlaanderen worden hysterectomie, specifiek als complicatie na een bevalling, niet geregistreerd, en zijn er dus geen gegevens beschikbaar. "Het is wel een extra element dat gynaecologen moeten meenemen als ze patiten op hun vraag, zonder medische redenen, willen induceren", besluit de gynaecoloog.