...

We spreken een van de drijvende krachten achter het project dr. Julie Yap in 'De dokterspraktijk' in Merchtem, waar de eerste zaadjes geplant werden. Julie Yap studeerde in 2015 af als huisarts, geeft les aan de VUB en is praktijkopleider.Daarnaast is ze ook voorzitter van wachtpost Noord-West Brabant en voorzitter van huisartsenkring Hoppeland. Voorts werkt ze als arts in een instelling voor personen met een beperking, en tot eind maart van dit jaar coördineerde ze het test- en triagecentrum in Merchtem. "Ik kom uit een maatschappelijk zeer geëngageerde familie", lacht Julie Yap als we een opmerking maken over haar uitgebreide takenpakket. "Maar ook het huisartsentekort speelt een rol." Als huisarts in spe voelde Julie Yap zich aanvankelijk aangetrokken tot de grootstedelijke context en het werken met kwetsbare groepen. Maar uiteindelijk viel haar keuze op een groepspraktijk in Merchtem, waar onder meer professoren dr. Hovhannes Kartounian en dr. Jan Vandevoorde (beiden VUB) actief waren. "Dokter Vandevoorde ontving patiënten vanuit een bredere visie", vertelt dr. Yap. "Namelijk dat gezondheidszorg een bouwsteen is van een stabiele samenleving, net zoals bijvoorbeeld onderwijs." Dokter Yap: "Uit volksgezondheidsstudies blijkt dat 90% van de gezondheidszorgklachten moet opgevangen worden door de eerste lijn. Gebeurt dat niet, dan krijg je uitgestelde zorg, of versnipperde zorg met mensen die relatief snel naar de tweede en derde lijn stappen zoals vandaag ook in België gebeurt. Gezondheidszorg wordt dan niet als een bouwsteen gezien, maar als een kostenpost." De eerste lijn in België staat echter voor een aantal uitdagingen. Zo wordt de zorg alsmaar complexer, neemt de werkdruk bij huisartsen toe en dreigt er huisartsentekort. "Voor de coronapandemie losbarstte, had ik vier collega's. Twee jaar later bleef ik als enige van deze oorspronkelijke groep over", getuigt Julie Yap. Dr. Kartounian ging met pensioen, twee andere collega's vielen onbepaalde tijd uit wegens ziekte. Dokter Jan Vandevoorde overleed tijdens de tweede coronagolf aan de gevolgen van covid-19. In tussentijd sloot dr. Julie Bussche zich gelukkig aan bij onze dokterspraktijk, en hebben we nog twee haio's en een praktijkassistent." "Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de eerste lijn opnieuw veel meer zorg kan dragen, en dat op een kwalitatieve manier? Vanuit die vraag is dit project ontstaan." 'Dit project' is het 'eerstelijnscentrum Merchtem' dat lokale samenwerking wil stimuleren tussen een breed aanbod van eerstelijnswerkers. Een zestal jaar geleden begon dokter Yap aan de zijde van dokter Vandevoorde te brainstormen over 'de eerste lijn van de toekomst'. Hoe ziet die eruit? Wat zijn de fundamenten? Wie is er allemaal betrokken? Julie Yap: "Van meet af aan was het duidelijk dat we als artsen niet verder konden blijven doen zoals we bezig waren. Met de jaren waren we van een werkweek van 60 uur naar 80 uur gegaan." "We legden onze oren te luisteren bij collega-huisartsen en zorgverleners in de buurt, bij studenten geneeskunde... Wat vinden jullie belangrijk om een sterke eerste lijn her op te bouwen?, vroegen we hen. Drie kenmerken kwamen steeds terug: toegankelijkheid, duurzaamheid en... kwaliteit, uiteraard." "Maar onder de noemer kwaliteit valt zo veel!", zegt dr. Yap. "Het devies van prof. Vandevoorde was om het laaghangend fruit eerst te plukken. We legden onze focus bijgevolg op lokale samenwerking en betaalbare zorg, vertaald naar een duurzaam financieel model." Julie Yap: "Een sleutelelement van goede samenwerking is uiteraard communicatie. De bij momenten overvolle mailbox, veel zorgverleners zullen er zich in herkennen. Je geraakt het overzicht kwijt, vergeet te antwoorden op een mail... We keken onder meer naar het bedrijfsleven waar verschillende afdelingen vlot met elkaar communiceren aan de hand van een communicatietool zoals Slack. Met eerstelijnswerkers in de buurt - collega-huisartsen maar ook apothekers, psychologen, thuisverplegers enz. - testen we die toepassing nu uit: het laat toe om snel en overzichtelijk te communiceren, en je wordt alleen gestoord wanneer nodig." "Maar uiteraard kan je niet alles virtueel bespreken en organiseren, anders komt samenwerking niet van de grond", vervolgt dr. Yap. "In het nieuwe praktijkgebouw in de Spiegellaan kan een breed aanbod aan zorgverleners uit de eerste lijn zich vestigen. Het gelijkvloers is voorzien voor een groepspraktijk met zeven huisartsen, een praktijkassistente-verpleegkundige, een diëtiste, en er is ruimte voor twee haio's. Op de eerste verdieping kunnen andere zorgverleners of diensten een ruimte huren: verpleegkundigen, kinesisten, specialisten , OCMW, psychologen,..." Het voordeel van samen te werken in eenzelfde gebouw is dat je elkaar letterlijk tegen het lijf loopt, zegt Julie Yap. "Dat faciliteert samenwerking. Met onze groepspraktijk, maar ook met andere artsen in de buurt, denk aan soloartsen. We willen fungeren zoals de test- en triagecentra nog niet zo heel lang geleden, waar alle artsen in de regio een beroep op konden doen. Door een dergelijke brede samenwerking te bevorderen en elkaar te ondersteunen, kunnen we misschien burn-out helpen tegen te gaan bij artsen en andere eerstelijnswerkers." Een bijkomende, belangrijke meerwaarde: de nabijheid van en makkelijke toegang tot andere eerstelijnsdiensten in het gebouw moet voor patiënten ook drempelverlagend werken om deze diensten te raadplegen, zo voegt dr. Yap nog toe. "Denk bv. aan het raadplegen van een eerstelijnspsycholoog." Na de visie was de vraag: welk financieel model past daar nu bij? "Uiteindelijk kwamen we tot de coöperatieve vennootschap (CV)", vertelt Julie Yap. "Met een CV streef je niet per se een zo groot mogelijke winst na, maar wel een gemeenschappelijk doel - kwalitatieve eerstelijnszorg in Merchtem." "Een deel van de winst gaat naar de aandeelhouders, een deel naar de CV. Dat geld kan gebruikt worden voor renovaties of investeringen, om personeel te betalen, projecten te starten, satellieten te financieren... Je creëert met andere woorden een zelfvoorzienend systeem. We dachten dat we het warm water hadden uitgevonden, maar blijkt dat HAK Zennevallei al jaren met dat model werkt. Mét succes." Het project in Merchtem krijgt overigens steun van de Koning Boudewijnstichting. Wat het project typeert, is flexibiliteit, zegt dr. Yap. "Zowel op organisatorisch, financieel als architecturaal vlak hebben we ingezet op een hyperflexibele structuur. Willen we in de toekomst naar een wijkgezondheidscentrum gaan, evolueren we naar een cappucinomodel (een forfaitaire vergoeding, een bijkomende incentive voor dienstverlening en een stukje voor pay-for-quality, nvdr) of moet de infrastructuur er helemaal anders uitzien: dan kan dat. Tijdens corona heeft de eerstelijnszorg zich ook heel flexibel moeten tonen en het is die flexibiliteit die we nodig hebben in de toekomst", besluit Julie Yap.