Vorig jaar rookte iets meer dan een kwart van de Belgische werknemers (27,1%), dit zijn er 2,6% minder in vergelijking met 2011, het jaar waarin het rookverbod in alle horecazaken en gesloten publieke plaatsen werd ingevoerd. Net zoals in andere landen had deze maatregel ook een algemeen effect: meer rokers beslisten te stoppen, rookten niet meer binnenhuis of rookten minder sigaretten dan ervoor.

De daling lijkt nu te stagneren en nieuwe maatregelen dringen zich op om het roken verder te bannen, zeker in de wetenschap dat roken nog jaarlijks verantwoordelijk is voor 700.000 doden in Europa (ter vergelijking verkeersongevallen veroorzaakt 43.000 doden). Vanaf 1 februari wordt rookstopmedicatie beter terugbetaald, een goede maatregel die velen zullen helpen bij het stoppen van roken.

Maar ondanks deze maatregel kunnen we best onze verdere inspanningen richten op jongeren. 70% van de rokers is beginnen te roken onder de leeftijd van 18 en 94% onder de 25 jaar. Vermijden dat mensen beginnen te roken is effectiever dan stoppen. Zo rookt 30,9% van de jongere werknemers (<25 jaar) tegenover 22,4% van de 55-plussers.

Er moeten dringend meer inspanningen komen om te voorkomen dat sigaretten verkocht worden aan -16-jarigen

Dus bij de jeugd ligt de meeste winst te rapen en hier kampen we met een torenhoge uitdaging. In 2016-2017 rookte nog 1 op 5 van de door VAD bevraagde leerlingen. 6,6% was zelfs een regelmatige roker. 51,4% van de 17-18-jarigen gebruikte ooit tabak en 41% rookte in het voorbije jaar (een stijging met 3%!). De leeftijd waarop jongeren voor het eerst een sigaret roken is gemiddelde 14,8 jaar, ... maar schrik niet: reeds 7,5% van de 12-14-jarigen gebruikte ooit al eens tabak!

Het is duidelijk dat kinderen geen problemen ondervinden bij het kopen van sigaretten ondanks het verbod tabak te verkopen aan -16 jarigen. 40,2% van de jongeren onder de 16 jaar geeft aan gemakkelijk aan tabak te kunnen geraken. Ik vind dus dat er dringend meer inspanning moeten geleverd worden om te voorkomen dat sigaretten verkocht worden aan -16 jarigen. Dat is een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid: van verkopers, controleurs, en van ons allen.

Verder is er nood aan informatie -en ontradingscampagnes op maat van kinderen. Kinderen zijn bijzonder gevoelig aan hun omgeving en aan reclame. Dat weet de sigarettenindustrie maar al te goed. Daarom is het belangrijk dat tabakswaren, inclusief e-sigaretten, verpakt zijn in neutrale standaardverpakkingen en dat ze niet langer zichtbaar aanwezig zijn in verkoopplaatsen (o.a. krantenwinkels), zoals reeds gangbaar is in vele andere landen. Uit het zicht is uit het hart.

Verder ben ik ook een absolute voorstander van een verhoging van de aankoopleeftijd tot 18 jaar. 85,4% van jongeren boven 16 jaar zegt gemakkelijk aan tabak te raken. Jongeren zijn ontvankelijker voor tabaksverslaving en roken heeft een nog negatiever effect op hun lichaam en gezondheid in volle ontwikkeling. Na 18 jaar beginnen meerderjarigen vaak niet meer met roken. Het is een effectieve maatregel gebleken in bijvoorbeeld Engeland, Schotland en Wales waar het aantal (jonge) rokers significant afnam na het invoeren van die maatregel.

Er is een sterke link tussen de kans om te roken en ouders en vriendjes die roken. Van de jongeren die nog nooit tabak hebben gerookt, heeft 47,6% ook geen enkele vriend die rookt. Bij degenen die wel ooit hebben gerookt, is dit slechts 3,7%.

Een andere belangrijke factor die het risico op roken verhoogt, is de sociaal-economische status. Laatstejaarsgebruik komt meer voor bij BSO (37,5%) dan bij TSO (31,8%) en ASO (21,8%). Meer leerlingen uit het BSO roken regelmatig en dagelijks. Ze roken op jongere leeftijd hun eerste sigaret en roken ook meer sigaretten dan de rokers uit TSO en ASO. Dit patroon herkennen we ook bij werknemers waar er meer dan dubbel zoveel rokers zijn, zoals in de bouw- (41,5%) en de transportsector (40%), het onderwijs (15,1%) en de gezondheidszorg (19,9%). Dus voor deze groepen is extra aandacht voor preventie, zorg en ondersteuning nodig.

Ik hoop dat België in 2019 snel komt met ambitieuze doelstellingen

In Nederland werd in november nog het preventieakkoord voorgesteld, daarin is de ambitieuze doelstelling vooropgesteld dat tegen 2040 minder dan 5% van de volwassenen nog rookt en... nog belangrijker 0% jongeren. De belangrijkste Nederlandse maatregelen omvatten grotere jaarlijkse accijnsverhogingen, forse inperking van aantal verkooppunten, uitgebreidere rookverboden en verdergaande productregulering. Uit onderzoek blijkt dat prijsverhoging een effectieve maatregel is om roken (bij jongeren) terug te dringen.

Om de doelstelling van 0% rokende jongeren te halen zal bovendien roken op scholen, zorginstellingen, de kinderopvang, sportclubs in de speeltuinen en bij kinderboerderijen worden verboden. Ook de e-sigaretten, met en zonder nicotine, gaan onder het rookverbod vallen. Er wordt dus gewerkt met een zogenaamde endgame-strategie, waarmee toegewerkt wordt naar een rookvrije generatie.

Ik hoop dat België in 2019 snel komt met ambitieuze doelstellingen ondersteund door effectieve maatregelen en gedragen door verschillende organisaties waaronder ook handelaars en horeca. De horeca hoeft trouwens geen schrik te hebben van een uitbreiding van rookvrije zones (o.a. aan ingang en terrassen), want onderzoek heeft aangetoond dat invoering van rookverbod geen economische gevolgen heeft gehad voor de sector. Het doel van dit alles moet zijn dat minderjarigen roken noch dampen.

Vorig jaar rookte iets meer dan een kwart van de Belgische werknemers (27,1%), dit zijn er 2,6% minder in vergelijking met 2011, het jaar waarin het rookverbod in alle horecazaken en gesloten publieke plaatsen werd ingevoerd. Net zoals in andere landen had deze maatregel ook een algemeen effect: meer rokers beslisten te stoppen, rookten niet meer binnenhuis of rookten minder sigaretten dan ervoor.De daling lijkt nu te stagneren en nieuwe maatregelen dringen zich op om het roken verder te bannen, zeker in de wetenschap dat roken nog jaarlijks verantwoordelijk is voor 700.000 doden in Europa (ter vergelijking verkeersongevallen veroorzaakt 43.000 doden). Vanaf 1 februari wordt rookstopmedicatie beter terugbetaald, een goede maatregel die velen zullen helpen bij het stoppen van roken. Maar ondanks deze maatregel kunnen we best onze verdere inspanningen richten op jongeren. 70% van de rokers is beginnen te roken onder de leeftijd van 18 en 94% onder de 25 jaar. Vermijden dat mensen beginnen te roken is effectiever dan stoppen. Zo rookt 30,9% van de jongere werknemers (<25 jaar) tegenover 22,4% van de 55-plussers. Dus bij de jeugd ligt de meeste winst te rapen en hier kampen we met een torenhoge uitdaging. In 2016-2017 rookte nog 1 op 5 van de door VAD bevraagde leerlingen. 6,6% was zelfs een regelmatige roker. 51,4% van de 17-18-jarigen gebruikte ooit tabak en 41% rookte in het voorbije jaar (een stijging met 3%!). De leeftijd waarop jongeren voor het eerst een sigaret roken is gemiddelde 14,8 jaar, ... maar schrik niet: reeds 7,5% van de 12-14-jarigen gebruikte ooit al eens tabak! Het is duidelijk dat kinderen geen problemen ondervinden bij het kopen van sigaretten ondanks het verbod tabak te verkopen aan -16 jarigen. 40,2% van de jongeren onder de 16 jaar geeft aan gemakkelijk aan tabak te kunnen geraken. Ik vind dus dat er dringend meer inspanning moeten geleverd worden om te voorkomen dat sigaretten verkocht worden aan -16 jarigen. Dat is een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid: van verkopers, controleurs, en van ons allen. Verder is er nood aan informatie -en ontradingscampagnes op maat van kinderen. Kinderen zijn bijzonder gevoelig aan hun omgeving en aan reclame. Dat weet de sigarettenindustrie maar al te goed. Daarom is het belangrijk dat tabakswaren, inclusief e-sigaretten, verpakt zijn in neutrale standaardverpakkingen en dat ze niet langer zichtbaar aanwezig zijn in verkoopplaatsen (o.a. krantenwinkels), zoals reeds gangbaar is in vele andere landen. Uit het zicht is uit het hart. Verder ben ik ook een absolute voorstander van een verhoging van de aankoopleeftijd tot 18 jaar. 85,4% van jongeren boven 16 jaar zegt gemakkelijk aan tabak te raken. Jongeren zijn ontvankelijker voor tabaksverslaving en roken heeft een nog negatiever effect op hun lichaam en gezondheid in volle ontwikkeling. Na 18 jaar beginnen meerderjarigen vaak niet meer met roken. Het is een effectieve maatregel gebleken in bijvoorbeeld Engeland, Schotland en Wales waar het aantal (jonge) rokers significant afnam na het invoeren van die maatregel. Er is een sterke link tussen de kans om te roken en ouders en vriendjes die roken. Van de jongeren die nog nooit tabak hebben gerookt, heeft 47,6% ook geen enkele vriend die rookt. Bij degenen die wel ooit hebben gerookt, is dit slechts 3,7%. Een andere belangrijke factor die het risico op roken verhoogt, is de sociaal-economische status. Laatstejaarsgebruik komt meer voor bij BSO (37,5%) dan bij TSO (31,8%) en ASO (21,8%). Meer leerlingen uit het BSO roken regelmatig en dagelijks. Ze roken op jongere leeftijd hun eerste sigaret en roken ook meer sigaretten dan de rokers uit TSO en ASO. Dit patroon herkennen we ook bij werknemers waar er meer dan dubbel zoveel rokers zijn, zoals in de bouw- (41,5%) en de transportsector (40%), het onderwijs (15,1%) en de gezondheidszorg (19,9%). Dus voor deze groepen is extra aandacht voor preventie, zorg en ondersteuning nodig.In Nederland werd in november nog het preventieakkoord voorgesteld, daarin is de ambitieuze doelstelling vooropgesteld dat tegen 2040 minder dan 5% van de volwassenen nog rookt en... nog belangrijker 0% jongeren. De belangrijkste Nederlandse maatregelen omvatten grotere jaarlijkse accijnsverhogingen, forse inperking van aantal verkooppunten, uitgebreidere rookverboden en verdergaande productregulering. Uit onderzoek blijkt dat prijsverhoging een effectieve maatregel is om roken (bij jongeren) terug te dringen. Om de doelstelling van 0% rokende jongeren te halen zal bovendien roken op scholen, zorginstellingen, de kinderopvang, sportclubs in de speeltuinen en bij kinderboerderijen worden verboden. Ook de e-sigaretten, met en zonder nicotine, gaan onder het rookverbod vallen. Er wordt dus gewerkt met een zogenaamde endgame-strategie, waarmee toegewerkt wordt naar een rookvrije generatie. Ik hoop dat België in 2019 snel komt met ambitieuze doelstellingen ondersteund door effectieve maatregelen en gedragen door verschillende organisaties waaronder ook handelaars en horeca. De horeca hoeft trouwens geen schrik te hebben van een uitbreiding van rookvrije zones (o.a. aan ingang en terrassen), want onderzoek heeft aangetoond dat invoering van rookverbod geen economische gevolgen heeft gehad voor de sector. Het doel van dit alles moet zijn dat minderjarigen roken noch dampen.