Die wens valt niet in dovemansoren bij minister De Block. Ze sloot met de apothekers een 'meerjarenkader' af dat de krijtlijnen van hun nieuwe rol vastlegt: kwaliteitsvolle en gepersonaliseerde farmaceutische zorg, coachen rond het geneesmiddelengebruik in een begrijpelijke taal, mensen met gezondheidsklachten doorverwijzen naar de gepaste zorg, preventie en vroegtijdige opsporing van (chronische) ziekten. Het zijn enkele speerpunten in het pact waarvoor de apotheker als laagdrempelige zorgverlener alle troeven in handen heeft.

De apotheker is namelijk zowel een geneesmiddelenexpert als vertrouwenspersoon van de patiënt. Het is daarbij onder meer de bedoeling om nog veel meer te werken met begeleidingsgesprekken om een correct geneesmiddelengebruik te stimuleren. Op dat vlak valt nog veel vooruitgang te boeken.

De rol van gezondheidscoach is een omwenteling voor het beroep van de apothekers

Zo'n evolutie naar transversale en geïntegreerde zorg juichen de Onafhankelijke Ziekenfondsen uiteraard toe, maar tussen theorie en praktijk gaapt nog een brede kloof. Zo staat bijvoorbeeld de samenwerking tussen verschillende zorgverleners centraal, niet alleen tussen de apothekers zelf, maar ook over de verschillende beroepsgroepen heen. En daar wringt nog vaak het schoentje op dit moment.

Er is de laatste weken en maanden al veel gezegd en geschreven over de afstemming van de taken tussen de arts en de apotheker. Denk maar aan de recente discussie over de zelftests in de apotheek, waarbij de verwijten over onwettige uitoefening van de geneeskunde en corporatisme heen en weer vlogen. En dat terwijl multidisciplinariteit en overleg net essentieel zijn voor een betere begeleiding van de patiënt.

Ook over de uitbouw van de nieuwe dienstverleningen in de apotheken kunnen we ons nog veel praktische vragen stellen. Beschikken ze wel over de nodige infrastructuur om een vertrouwelijk gesprek te kunnen voeren? Zijn de apothekers genoeg opgeleid en omkaderd om kwaliteitsvolle gesprekken te garanderen? Is de motivatie en het engagement bij de apothekers groot genoeg om volop met die nieuwe manier van werken aan de slag te gaan? De ervaring uit het verleden leert dat verandering gedoemd is om te mislukken zonder een breed draagvlak.

Dit akkoord betekent een omwenteling voor het beroep van de apothekers. Een eerste stap is de erkenning van hun taken als zorgverlener uit de eerste lijn, iets waar de beroepsgroep al lang vragende partij voor is. En het is ook een wijziging die kadert in de nieuwe visie op de gezondheidszorg.

Nu komt het er op aan om de theorie in de praktijk te brengen en die noodzakelijke mentaliteitswijziging door te voeren. Weg van het imago van apotheker als 'winkelier' die uit is op commercieel gewin en zichzelf als slachtoffer van het huidige geneesmiddelenbeleid beschouwt. We moeten cijfermatig aantonen dat de investeringen in deze nieuwe visie ook het gewenste resultaat opleveren: een patiënt die zijn gezondheid in eigen handen neemt, met de hulp van de apothekers en de andere zorgverleners. Op die manier bereiken we ons doel op langere termijn: een goed begeleide patiënt in goede gezondheid.

Die wens valt niet in dovemansoren bij minister De Block. Ze sloot met de apothekers een 'meerjarenkader' af dat de krijtlijnen van hun nieuwe rol vastlegt: kwaliteitsvolle en gepersonaliseerde farmaceutische zorg, coachen rond het geneesmiddelengebruik in een begrijpelijke taal, mensen met gezondheidsklachten doorverwijzen naar de gepaste zorg, preventie en vroegtijdige opsporing van (chronische) ziekten. Het zijn enkele speerpunten in het pact waarvoor de apotheker als laagdrempelige zorgverlener alle troeven in handen heeft. De apotheker is namelijk zowel een geneesmiddelenexpert als vertrouwenspersoon van de patiënt. Het is daarbij onder meer de bedoeling om nog veel meer te werken met begeleidingsgesprekken om een correct geneesmiddelengebruik te stimuleren. Op dat vlak valt nog veel vooruitgang te boeken. Zo'n evolutie naar transversale en geïntegreerde zorg juichen de Onafhankelijke Ziekenfondsen uiteraard toe, maar tussen theorie en praktijk gaapt nog een brede kloof. Zo staat bijvoorbeeld de samenwerking tussen verschillende zorgverleners centraal, niet alleen tussen de apothekers zelf, maar ook over de verschillende beroepsgroepen heen. En daar wringt nog vaak het schoentje op dit moment. Er is de laatste weken en maanden al veel gezegd en geschreven over de afstemming van de taken tussen de arts en de apotheker. Denk maar aan de recente discussie over de zelftests in de apotheek, waarbij de verwijten over onwettige uitoefening van de geneeskunde en corporatisme heen en weer vlogen. En dat terwijl multidisciplinariteit en overleg net essentieel zijn voor een betere begeleiding van de patiënt. Ook over de uitbouw van de nieuwe dienstverleningen in de apotheken kunnen we ons nog veel praktische vragen stellen. Beschikken ze wel over de nodige infrastructuur om een vertrouwelijk gesprek te kunnen voeren? Zijn de apothekers genoeg opgeleid en omkaderd om kwaliteitsvolle gesprekken te garanderen? Is de motivatie en het engagement bij de apothekers groot genoeg om volop met die nieuwe manier van werken aan de slag te gaan? De ervaring uit het verleden leert dat verandering gedoemd is om te mislukken zonder een breed draagvlak. Dit akkoord betekent een omwenteling voor het beroep van de apothekers. Een eerste stap is de erkenning van hun taken als zorgverlener uit de eerste lijn, iets waar de beroepsgroep al lang vragende partij voor is. En het is ook een wijziging die kadert in de nieuwe visie op de gezondheidszorg. Nu komt het er op aan om de theorie in de praktijk te brengen en die noodzakelijke mentaliteitswijziging door te voeren. Weg van het imago van apotheker als 'winkelier' die uit is op commercieel gewin en zichzelf als slachtoffer van het huidige geneesmiddelenbeleid beschouwt. We moeten cijfermatig aantonen dat de investeringen in deze nieuwe visie ook het gewenste resultaat opleveren: een patiënt die zijn gezondheid in eigen handen neemt, met de hulp van de apothekers en de andere zorgverleners. Op die manier bereiken we ons doel op langere termijn: een goed begeleide patiënt in goede gezondheid.