Beste collega's, als bedrijfsarts ben ik begaan met de gezondheid van (potentiële) werknemers, in mijn maandelijkse column in Artsenkrant wil ik samen met jullie nadenken over hoe werk kan bijdragen tot de gezondheid. Ik wil jullie vooral inspireren en soms ook prikkelen. Je eens anders laten kijken en de gewoontes die we al jarenlang aanhouden in vraag stellen. Met mijn columns wil ik aanzetten tot reflectie en concreet bijdragen tot een betere gezondheid voor elke beroepsactieve Belg.
In mijn eerste column, wil ik me richten op een specifieke beroepsgroep, een beroepsgroep die me heel na aan het hart ligt: artsen. Op 12 september komt de film Burning Out in België uit. In deze film wordt het probleem van burn-out geschetst bij artsen die werken in een Parijs ziekenhuis.
Burn-out is een werkgerelateerde aandoening die zich kenmerkt door emotionele uitputting (d.i. het gevoel 'leeg' of 'op' te zijn), depersonalisatie (d.i. een gevoel van vervreemding ten opzichte van anderen) en verminderde persoonlijke bekwaamheid (d.i. het gevoel minder te presteren op het werk). Contactberoepen zoals artsen, hebben een verhoogd risico. Ons onderzoek toont aan dat in België 5,4% van de artsen kampt met burn-out en 17,8% artsen het risico loopt om in de toekomst een burn-out te ontwikkelen.
De film Burning Out schetst een weinig fraai beeld van hoe het er aan toegaat in dit Franse ziekenhuis. Artsen ervaren hoge werkdruk door een tekort aan budget en personeel met nefaste gevolgen voor de sfeer in het operatielokaal. Het verhaal bevestigt wat we weten uit onderzoek: dat verhoogde werkdruk nefast is voor de mentale gezondheid van werknemers, maar ook zorgt voor conflicten en pesten.
Collega's, laat ons goed voor de gezondheid van onze patiënten, maar vooral voor die van ons zorgen
De film geeft een compleet ander beeld dan wat we zien in populaire human interest programma's zoals Topdokters en Spoed. De bevlogenheid en het enthousiasme van de artsen uit de serie Topdokters staat in bijzonder schril contrast met de uitgeputte artsen uit de film Burning Out.
De realiteit van elke arts zal wellicht wel ergens tussenin liggen, maar toch kunnen we ons wellicht wel herkennen in een aantal elementen uit beide docu's. Vooreerst in de bevlogenheid. In het tv-programma Topdokters op Vier worden portretten van artsen getoond, die (volgens de website van Vier) dag en nacht werken op het scherp van de snee en altijd paraat staan voor hun patiënten. Op zich is bevlogenheid geen probleem, maar wel de oplossing waar we naartoe moeten werken. Het is niet zo dat meer bevlogen artsen een hoger risico hebben op burn-out. Bevlogen artsen voelen zich, in tegenstelling tot burn-out, vitaal en energiek, zijn toegewijd en betrokken. Uit ons onderzoek bij artsen in ziekenhuizen blijkt trouwens dat 2/3de van de Belgische artsen bevlogen zijn.
Waar zit dan wel de valkuil? Zeker, net in het dag en nacht werken, er altijd staan en zijn voor je patiënten. Belangrijk is om zorg te dragen voor jezelf en een goede balans te vinden tussen je energievreters en -gevers. Tijd nemen voor jezelf is dus je prioriteit. Indien je geen tijd meer neemt voor je hobby's, familie, minder gaat slapen, dan zet je de eerste stappen richting burn-out.
Uiteraard spelen er ook bepaalde persoonlijkheidskenmerken een rol, maar het is geen excuus om niets aan de werksituatie te doen. Kenmerken zoals openheid en neuroticisme kunnen het risico op burn-out verhogen: dus, als je moeilijk nee kan zeggen en een perfectionist bent, dan loop je een verhoogd risico, maar enkel indien de werkomstandigheden ongunstig zijn. Een goede leidinggevende en collega's kunnen je hierbij helpen. Als leidinggevende heb je immers een belangrijke impact op het mentaal welzijn. Wees je bewust van de talenten en competenties van je medewerkers, maar ook van de valkuilen.
Het werk, de manier waarop we de gezondheidszorg organiseren en uitvoeren zijn bijgevolg bepalende factoren. Verschillende studies tonen aan dat het voornamelijk organisatiekenmerken zijn die bepalen of een arts al dan niet een burn-out zal ontwikkelen. Voorbeelden hiervan zijn een verhoogde werkdruk, de aanwezigheid van rolconflicten en een hoge mate van emotionele belasting.
Het zijn vooral artsen die continu onder hoge werkdruk werken met weinig autonomie en sociale steun van collega's en leidinggevende, die in de problemen komen. Opvallend is dat een hoog werkengagement of bevlogenheid wordt bepaald door net het omgekeerde: een hoge mate van ervaren autonomie, sociale steun van collega's en de mogelijkheid om zijn of haar vaardigheden te benutten.
Het zijn dus niet zozeer de individuele kenmerken van de werknemer, maar de kenmerken van diens werkcontext die als basis moeten dienen voor zowel preventieve burn-outmaatregelen als maatregelen ter bevordering van bevlogenheid.
Preventie begint dus bij het nemen van een aantal maatregelen op beleids- en ziekenhuisniveau. Het doel is te komen tot een verbeterde werkomgeving, door in te zetten op het beheersen van werkdruk en emotionele belasting, en het bevorderen van steun en sfeer onder collega's. Daarnaast is ook het verhogen van het bewustzijn rond burn-out en gezonde levensstijl een zeer belangrijk werkpunt. Daar zal de film zeker toe bijdragen.
Laat ons dit zien als een uitdaging en vooral niet defensief krampachtig reageren. Een preventief beleid heeft immers enkel kans op slagen wanneer meerdere actoren de handen in elkaar slaan, zoals directie en leidinggevenden, HR, vakbonden, interne preventieadviseur en de psychosociale preventieadviseur van de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. Het streefdoel is een gezamenlijk en gedragen beleid.
In mijn eerste column, wil ik me richten op een specifieke beroepsgroep, een beroepsgroep die me heel na aan het hart ligt: artsen. Op 12 september komt de film Burning Out in België uit. In deze film wordt het probleem van burn-out geschetst bij artsen die werken in een Parijs ziekenhuis. Burn-out is een werkgerelateerde aandoening die zich kenmerkt door emotionele uitputting (d.i. het gevoel 'leeg' of 'op' te zijn), depersonalisatie (d.i. een gevoel van vervreemding ten opzichte van anderen) en verminderde persoonlijke bekwaamheid (d.i. het gevoel minder te presteren op het werk). Contactberoepen zoals artsen, hebben een verhoogd risico. Ons onderzoek toont aan dat in België 5,4% van de artsen kampt met burn-out en 17,8% artsen het risico loopt om in de toekomst een burn-out te ontwikkelen.De film Burning Out schetst een weinig fraai beeld van hoe het er aan toegaat in dit Franse ziekenhuis. Artsen ervaren hoge werkdruk door een tekort aan budget en personeel met nefaste gevolgen voor de sfeer in het operatielokaal. Het verhaal bevestigt wat we weten uit onderzoek: dat verhoogde werkdruk nefast is voor de mentale gezondheid van werknemers, maar ook zorgt voor conflicten en pesten. De film geeft een compleet ander beeld dan wat we zien in populaire human interest programma's zoals Topdokters en Spoed. De bevlogenheid en het enthousiasme van de artsen uit de serie Topdokters staat in bijzonder schril contrast met de uitgeputte artsen uit de film Burning Out. De realiteit van elke arts zal wellicht wel ergens tussenin liggen, maar toch kunnen we ons wellicht wel herkennen in een aantal elementen uit beide docu's. Vooreerst in de bevlogenheid. In het tv-programma Topdokters op Vier worden portretten van artsen getoond, die (volgens de website van Vier) dag en nacht werken op het scherp van de snee en altijd paraat staan voor hun patiënten. Op zich is bevlogenheid geen probleem, maar wel de oplossing waar we naartoe moeten werken. Het is niet zo dat meer bevlogen artsen een hoger risico hebben op burn-out. Bevlogen artsen voelen zich, in tegenstelling tot burn-out, vitaal en energiek, zijn toegewijd en betrokken. Uit ons onderzoek bij artsen in ziekenhuizen blijkt trouwens dat 2/3de van de Belgische artsen bevlogen zijn.Waar zit dan wel de valkuil? Zeker, net in het dag en nacht werken, er altijd staan en zijn voor je patiënten. Belangrijk is om zorg te dragen voor jezelf en een goede balans te vinden tussen je energievreters en -gevers. Tijd nemen voor jezelf is dus je prioriteit. Indien je geen tijd meer neemt voor je hobby's, familie, minder gaat slapen, dan zet je de eerste stappen richting burn-out. Uiteraard spelen er ook bepaalde persoonlijkheidskenmerken een rol, maar het is geen excuus om niets aan de werksituatie te doen. Kenmerken zoals openheid en neuroticisme kunnen het risico op burn-out verhogen: dus, als je moeilijk nee kan zeggen en een perfectionist bent, dan loop je een verhoogd risico, maar enkel indien de werkomstandigheden ongunstig zijn. Een goede leidinggevende en collega's kunnen je hierbij helpen. Als leidinggevende heb je immers een belangrijke impact op het mentaal welzijn. Wees je bewust van de talenten en competenties van je medewerkers, maar ook van de valkuilen. Het werk, de manier waarop we de gezondheidszorg organiseren en uitvoeren zijn bijgevolg bepalende factoren. Verschillende studies tonen aan dat het voornamelijk organisatiekenmerken zijn die bepalen of een arts al dan niet een burn-out zal ontwikkelen. Voorbeelden hiervan zijn een verhoogde werkdruk, de aanwezigheid van rolconflicten en een hoge mate van emotionele belasting.Het zijn vooral artsen die continu onder hoge werkdruk werken met weinig autonomie en sociale steun van collega's en leidinggevende, die in de problemen komen. Opvallend is dat een hoog werkengagement of bevlogenheid wordt bepaald door net het omgekeerde: een hoge mate van ervaren autonomie, sociale steun van collega's en de mogelijkheid om zijn of haar vaardigheden te benutten. Het zijn dus niet zozeer de individuele kenmerken van de werknemer, maar de kenmerken van diens werkcontext die als basis moeten dienen voor zowel preventieve burn-outmaatregelen als maatregelen ter bevordering van bevlogenheid.Preventie begint dus bij het nemen van een aantal maatregelen op beleids- en ziekenhuisniveau. Het doel is te komen tot een verbeterde werkomgeving, door in te zetten op het beheersen van werkdruk en emotionele belasting, en het bevorderen van steun en sfeer onder collega's. Daarnaast is ook het verhogen van het bewustzijn rond burn-out en gezonde levensstijl een zeer belangrijk werkpunt. Daar zal de film zeker toe bijdragen.Laat ons dit zien als een uitdaging en vooral niet defensief krampachtig reageren. Een preventief beleid heeft immers enkel kans op slagen wanneer meerdere actoren de handen in elkaar slaan, zoals directie en leidinggevenden, HR, vakbonden, interne preventieadviseur en de psychosociale preventieadviseur van de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. Het streefdoel is een gezamenlijk en gedragen beleid.