...

Een opvallende maatregel voor de huisartsen in het nieuwe akkoord: de verhoging van het GMD-honorarium tot 55 euro voor patiënten met het statuut chronisch zieke in de leeftijdsgroep van 45-74 jaar. De tekst noemt dat "een eerste fase". Het weinig succesvolle GMD-plus verdwijnt.TegenprestatieDe eerste helft van 2016 is een overgangsperiode: voor GMD's die hij dan afsluit, krijgt de huisarts het bedrag van de verhoging pas in de tweede helft van het jaar. Vanaf 1 juli 2016 krijgt de huisarts het hele bedrag meteen.De opwaardering van het GMD staat mee in het teken van de gegevensdeling. In 2017 moet de GMD-houdend arts een aantal gegevens over de patiënt met andere zorgverleners kunnen delen. Die gegevens moeten tevens beschikbaar zijn voor projecten rond kwaliteit van de zorg: preventie, opvolging, samenwerking... Mogelijke uitwisselbare data zijn rookstatus, vaccinaties, screening, BMI, bloeddruk, eGFR,... De Nationale Commissie moet dat nog preciezer afspreken.De DGEC is net bezig met een analyse over het huidige gebruik van het GMD. De Nationale Commissie kan later de bevindingen daarvan in praktijk omzetten nadat ook de Nationale Raad voor Kwaliteitspromotie zich erover heeft gebogen.ZorgtrajectenHet zogenaamde voortraject diabetes moet begin dit jaar van start gaan: de huisarts krijgt 20 euro in ruil voor het bijhouden van behandelingsdoelen en testresultaten in het GMD van de type 2-patiënt. Hij blijft het zorgplan tijdens de opeenvolgende consultatie toelichten. Het akkoord plakt hier geen nieuw globaal bedrag op: het voortraject vervangt de diabetespas.In 2017 volgt er dan een nieuwe datacollectie: de door de huisarts in het dossier ingebrachte gegevens worden anoniem overgedragen naar het eHealth-platform en verwerkt tot een evaluatierapport. Dat gebeurt automatisch zonder dat de huisarts de gegevens nog eens extra moet invoeren (only once-principe). Een eerste versie van het evalutatierapport moet klaar zijn tegen het eind van dat jaar.De bestaande zorgtrajecten blijven doorlopen. De Commissie houdt de deur open naar een verdere uitbreiding onder een 'generieke' vorm.WachtpostenDe taskforce voor niet-planbare zorg moet over een periode van vijf jaar de wachtdiensten, de huisartsenwachtposten en de spoed op een lijn brengen. Een belangrijk onderdeel van dit geïntegreerde model wordt het unieke oproepnummer 1733. De task force is samengesteld uit vertegenwoordigers van de Nationale Commisie, de wachtposten en huisartsenkringen, de ziekenhuizen en spoedartsen, en de overheid.Een eerste stap is het afsprakenplan. Eind maart 2016 moet de taskforce de voorwaarden vastleggen waaraan zo'n plan moet voldoen. Eind 2017 moeten alle wachtposten zo een afsprakenplan rond hebben.Ondertussen maakt de bestaande werkgroep wachtposten (uitgebreid met een vertegenwoordiger van het kabinet van de minister, nvdr) de financiering van wachtposten verder transparant. Een eerste voorstel voor 'standaardisering' is klaar tegen eind maart dit jaar.Alle wachtposten krijgen een externe audit: huurkosten, onderhoud, gebruik van de infrastructuur, personeelkosten, chauffeur... worden in kaart gebracht. De audit zoekt ook naar mogelijke samenwerking tussen wachtposten.In 2017 moeten de financieringsregels op grond van de audit verder 'gestandaardiseerd' worden. In afwachting daarvan krijgen de huisartsenwachtposten in 2016 toch al 95% van het hun toegekende bedrag. De eindafrekening komt in 2017, rekening houdend met de bevindingen van de audit.De nieuwe wachtposten die al een afgewerkt oprichtingsdossier hadden ingediend, zullen onder dezelfde regeling vallen als de oude wachtposten. Voor huisartsenwachtposten die nog geen goedkeuring hebben gekregen, zullen een aantal nieuwe regels meteen van kracht worden.Deze huisartsenposten moeten al een geldig afsprakenplan met de spoed kunnen voorleggen. Ze moeten de regels voor een standaardfinanciering die op 31 maart 2016 klaar zijn, meteen toepassen. Nieuwe wachtposten zullen een volle 61 uren in het weekend moeten draaien, en moeten zich richten tot een voldoende grote populatie in een voldoende groot gebied.Verder: - huisartenwachtposten krijgen een eigen Riziv-nummer maar prestaties individueel aanrekenen blijft mogelijk; - tegen 2017 moet het hele systeem van beschikbaarheidshonaria voor huisartsen herzien zijn.