...

Maar wat denken enkele andere gekende beleidsstemmen uit de gezondheidssector daar nu over? Een panelgesprek tussen Pedro Facon, directeur-generaal van de FOD Volksgezondheid, huisarts Maaike Van Overloop van wijkgezondheidscentrum Medinet, Ilse Weeghmans, directeur van het Vlaams Patiëntenplatform en De Ridder zelf vond plaats op 20 november in Gent.Pedro Facon steekt van wal met vleiende woorden aan De Ridders adres: "Jouw boek typeert jou ten voeten uit. Je laat je opmerken als een erg idealistische arts die als een pletwals alle disfuncties van onze gezondheidszorg op de schop neemt. Wat je charmeert is jouw sterke sociale gedrevenheid, en dit zelfs na een lange mars door de gezondheidsinstellingen ( grijnst)." Los van de complimenten die Facon afvuurt en door het publiek op gegrinnik worden onthaald, blijkt de directeur-generaal wel akkoord te gaan met De Ridders vernietigende analyse van ons gezondheidssysteem.Ook De Ridders remedie onderschrijft Facon grotendeels: "Inderdaad, de FOD Gezondheidszorg ondersteunt de zorg door multidisciplinaire teams." En beaamt Facon,"onze complexe staatsstructuur is bij hervormingen al meer dan eens een ernstig blok aan ons been gebleken.""Maar", beklemtoont Facon, en kondigt hiermee een beslissende cesuur aan, "je oplossingen zijn erg radicaal getint. Je wil het remgeld afschaffen, de ereloonsupplementen verbannen, en de nomenclatuur naar de prullenmand verwijzen. Maar is dit wel realistisch? We zitten ingebed in een incrementele bestuurscultuur en hebben een gezondheidssysteem dat zich van generatie op generatie, als een soort erfzonde, blijft herbevestigen en dus erg moeilijk te hervormen is." Facon pleit daarom voor gematigde keuzes die een zachtere transitie moeten mogelijk maken, en die ons ook er moeten voor behoeden het kind met het badwater weg te gooien.Maaike Van Overloop sluit zich aan bij Facons visie op de hervormingswijze. Van Overloop, oud-voorzitter van Domus Medica, praktiseert nu al waar De Ridder alle zorgverleners naar toe wil zien evolueren: op lokaal niveau instaan voor een geïntegreerde (buurt)zorg die het welzijn betrekt in de algemene gezondheid van de burgers. "De gezondheidszorg en de welzijnszorg kennen elkaar heel slecht en hebben hierdoor al veel kansen verkeken," zegt Van Overloop, die samen met collega's, al sinds 3 jaar het systeem van forfaitaire betaling hanteert. Volgens haar sluit dit naadloos aan bij wat 'populatiedenken' inhoudt, waarbij je de vraag stelt naar welke groep mensen de verantwoordelijkheid kan opnemen voor een andere, meer kwetsbare groep. Ook Ilse Weeghmans is er voorstander van de silo's tussen zorg en gezondheid te doorbreken.Onlangs werd Maaike Van Overloop door 3 praktijken gecontacteerd die de overstap naar forfaitaire betaling willen maken: "Ergens voel je dat er een draagvlak ontstaat, dat de grenzen van ons gezondheidssysteem zijn bereikt." Ook artsen willen hun nek uitsteken, maar "je kan hen niet plots dwingen abrupt daarop over te schakelen". Het is belangrijk dat ze hun werk graag blijven doen, en daarom is gemengde financiering eerst aan de orde "zodat de geesten kunnen rijpen en een geleidelijke vertrouwdheid met forfaitaire betaling kan groeien," gaat Van Overloop verder. De vraag luidt vooral hoe zorg beter kan worden georganiseerd voor chronisch zieken die met grote regelmaat een beroep doen op een schare zorgverleners, en voor wie zoiets als prestatiebetaling dan ook "als een tang op een varken" staat.Bovendien is het volgens Van Overloop ook interessant om na te denken over een betaling volgens kwaliteit, maar dat vergt eerst een breed maatschappelijk debat. Van Overloop wil verandering dus liefst niet pletwals-gewijs invoeren, maar wel door kiezels te strooien en zo een weg te banen.Ilse Weeghmans ziet vooral de grote nood bij chronisch zieken die al te vaak door de mazen van het net vallen en enkel weer in het gezondheidssysteem terechtkomen wanneer ze acute zorg nodig hebben. Er wordt m.a.w. nog steeds te weinig geïnvesteerd in goede tertiaire zorg. Ook Weeghmans wil de kwaliteit van zorg een veel centralere plaats toebedelen, een thema dat ze wat heeft gemist in De Ridders boek. Ze stelt voor de nomenclatuur onaangeroerd te laten voor acute problemen maar veel meer te investeren in samenwerking en coördinatie bij chronische zorg. Weeghmans verwijst naar het cappuccinomodel van gezondheidseconoom Annemans die niet alleen de financiële lagen van vast inkomen en forfaitaire betaling verbeeldt, maar ook de schuimbonus voorziet als prestatiebeloning voor kwaliteit. Tot slot drukt Weeghmans nog haar bezorgdheid uit over ons meritocratische motto van 'eigen schuld dikke bult' dat maar al te vaak regeert. We waren solidair met baby Pia, maar zijn we dat ook met wie minder aaibaar is?De Ridder knikt minzaam. Transitie-management verloopt altijd traag, en van alle maatschappelijke veranderingen die worden ingezet, slaagt slechts een luttele 30%. Het is pas als de conjunctuur gunstig is, dat een modulatie kan worden betracht. Maar ja, er is een veld, een akker en een terrein in zicht waarop kan worden gezaaid, niet grofweg, maar langzaam, en voorzichtig.