...

Donderdag 18 juni Vanuit mijn hotelkamer kijk ik dromerig uit op de stad. In de verte wappert statig de Belgische nationale driekleur. Mijn vriend en Napoleonkenner Johan Op De Beeck is reeds sedert 6 uur deze ochtend in de ether. De hele dag beschrijft hij de gebeurtenissen van de slag bij Waterloo op die dramatische zondag 18 juni 1815. Gebeurtenissen die het moderne Europa van vandaag hebben uitgetekend.La Glorieuse Défaite Voor mij is dit een hoogtepunt in de herdenking van 200 jaar Napoleon en de Napoleontische oorlogen. Alles begon eigenlijk al in 2004 met de herdenking van 200 jaar keizerskroning van Napoleon. Of in het Frans: 'le bicentenaire du sacre'. Wat kunnen zij het toch zoveel meer poëtisch en verbloemend omschrijven, die Fransen. Vandaag wordt voor hen dan ook 'le jour de la glorieuse defaite'. Exact 200 jaar na Waterloo hebben de Fransen het er duidelijk nog moeilijk mee.Wie het er al lang niet meer zo moeilijk mee heeft, is Prince Charles Bonaparte, afstammeling van Jérôme Bonaparte, Napoleons jongste broer én het enfant terrible van de clan Bonaparte. Op woensdag 17 juni 2015 schudde hij magnaniem de handen met Arthur Charles Valerian Wellesley, 9th Duke of Wellington en de 82-jarige Fürst Blücher von Wahlstatt op de fel bevochten boerderij van Hougoumont. Maar Prins Charles Bonaparte is dan ook de afstammeling van een buitengewone persoonlijkheid. De Franse regering daarentegen was fel gekant tegen het uitbrengen van een herdenkingsmunt van de slag. Napoleon leeft nog in Frankrijk, zoveel is zeker. Aan de militaire academie van Saint Cyr wordt trouwens geen banale praeses verkozen maar een Napoleon.Een broederstrijd Tot mijn grote vreugde kan ik op mijn televisietoestel de live herdenking van 200 jaar Waterloo bekijken met commentaar van Bart Van Loo. Andermaal wordt de Franse minimale aanwezigheid besproken. Ik zie Belgische militairen in 'geef acht' het geweer presenteren wanneer de statige Charles Bonaparte met zijn zoon Jean-Cristophe voorbij stapt. Typerend is dit voor de Belgische aanwezigheid tijdens de slag. De Belgen vochten namelijk mee aan beide zijden, zowel aan Franse als geallieerde zijde. Vaak vochten broers tegen broers, zoals onder anderen de gebroeders Van Merlen, of vochten zij tegen hun vroegere Franse kameraden. Benieuwd wat de dag brengen zal. Niet zonder enige stress omdat onze planning dreigt te worden verstoord door sociale onrust. Of zouden er zich onder de vrachtwagenchauffeurs die Brussel blokkeren afstammelingen bevinden van Grouchy? Ik hoop straks op tijd het slagveld te bereiken, zo niet dreigt voor mij een zwarte dag als 200 jaar geleden... alleen van een heel andere schaal. Via tv Eén verneem ik dat Charles Bonaparte afstamt van Prinses Clémentine van België, dochter van Leopold II. Onze huidige koning Filip Van België is dan weer een afstammeling langs zijn grootmoeder Koningin Astrid van Josephine Maximiliana Eugénie Napoleone (1807-1876), prinses van Leuchtenberg, prinses van Bologna, hertogin van Galliera, dochter van Eugène de Beauharnais die in in 1823 huwde met koning Oscar I van Zweden. Het verhaal van de Bonapartes is dus merkwaardig Belgisch. Ondertussen sloft een luidruchtige colonne van 200 boze vrachtwagenchauffeurs langs mijn hotel. Plots wordt het stil. Zij zijn weg. Wat gebeurt er na 18 juni 2015? Komt er een herdenking van de pijnlijke verbanning naar Sint-Helena? Al mijn twijfels worden snel vergeten wanneer in de namiddag om iets over twee onze bus met een internationaal gezelschap van journalisten een rustig Brussel achter zich kan laten.Waterloo in lego Eerst brengen we een bezoek aan de tentoonstelling 'Histoire en Briques Lego' in de Ecuries de Waterloo. Deze tentoonstelling etaleert hoogtepunten en bijzondere plaatsen uit de bewogen geschiedenis van het Franse Keizerrijk opgebouwd in legoblokjes. De figuurtjes zijn niet te verkrijgen omdat het internationaal bedrijf geen reclame wil maken voor militaire gebeurtenissen via zijn wereldberoemde 'brand'. De tentoonstelling inspireert zich op historische gebeurtenissen en wordt geadviseerd door ernstige historici: zij reist vanaf nu de hele wereld rond waarbij telkens een Napoleontische plaats wordt aangedaan, een nieuw model wordt uitgebouwd door een team van professionele en amateurlegobouwers. Het model van de beroemde Dôme des Invalides en het schilderij van David waarop Napoleon als eerste consul de Alpen oversteekt wegen niet minder dan een halve ton! De volgende stop is het gebouw waar Wellington op 17 juni 1815 zijn hoofdkwartier vestigt daags voor de beroemde veldslag bij Waterloo. Het Wellingtonmuseum stelt in het kader van de herdenking van de 200ste verjaardag van de slag een ongebruikelijke tentoonstelling voor die anders is dan wat traditioneel in Europa getoond wordt. De titel 'Napoleon-Wellington: Destin croisés' omschrijft heel goed waar het over gaat. Het burgerleven, de politieke en familiale banden en zelfs de liefdesrelaties van Napoleon en Wellington worden met elkaar vergeleken, wat deze expositie niet alleen uniek maar ook zeer boeiend maakt. Het schoolleven bleek voor beiden een zware beproeving die zij ieder op hun manier hebben verwerkt, Napoleon via het schrijven van een boek, Wellington door het leren van de Franse taal in Brussel!Wellington de betere minnaar Beiden hebben een fascinatie voor geheimhouding en codes en zonder twijfel was politiek voor beiden heel doorslaggevend voor hun karakter en hun levenskeuzes. Beide rivalen worden omgeven met de mythe dat zij alle verwezenlijkingen op eigen houtje hebben gerealiseerd, maar het leidt geen twijfel dat zij beiden een heel uitgebreid netwerk van relaties hebben gehad om de macht te verwerven en te behouden. Maar er is zoveel meer. De twee grootste militairen van de 19de eeuw hebben mekaar ook geconfronteerd op minder bekende 'slagvelden': zowel Wellington als Napoleon blijken namelijk 'womanizers' te zijn geweest, waarbij sommige amoureuze veroveringen bij beide heren op het palmares stonden. Een van die gemeenschappelijke maîtresses liet zich hierover ooit ontvallen dat Wellington een betere minnaar was dan zijn Corsicaanse rivaal. Toen in 1824 een uitgever Wellington probeerde te chanteren met het dreigement om de onverbloemde correspondentie van Wellington met één van zijn maîtresses, met name Harriette Wilson, openbaar te maken, stuurde Wellington de brief gewoon terug overschreven met de korte maar krachtige mededeling: "Publish and be damned". Op de binnenkoer van het Wellington museum heeft onze groep een persoverleg met twee afstammelingen van Prins Jerome Bonaparte, Napoleons jongste broer. Charles Marie Jérôme Victor Bonaparte is een Franse politicus, overtuigd republikein en lid van het bureau van het sociaal-economisch en cultureel comité van de Franse Socialistische partij. Charles huwde in 1978 met Béatrice van Bourbon-Sicilië en scheidde in 1989 van haar. Charles' vader die ontevreden was over diens echtscheiding, tweede huwelijk én politieke opvattingen, onterfde zijn zoon bij testament van 1996 van 'dynastieke rechten' en wees zijn kleinzoon Jean-Christophe aan als zijn opvolger als hoofd van het huis Bonaparte. Hoewel Charles het testament sinds 1997 aanvecht en in het openbaar verklaart dat dit legaal dispuut nooit een wig zal drijven tussen hem en zijn zoon, beschouwen de Bonapartisten zijn zoon Jean-Christophe wel degelijk als hoofd van het huis Bonaparte. De Prins en zijn zoon wijzen op het belang van de slag bij Waterloo voor de geschiedenis van Europa en op het belang van verzoening en samenwerking. Charles Bonaparte is voorzitter van de Europese Federatie van Napoleontische steden die 60 steden omvat in 12 Europese landen, waaronder uiteraard ook Waterloo. De bedoeling van deze organisatie is om de erfenis van het Empire kenbaar via promotie te maken tot in de Verenigde Staten, Japan, India en China. Charles is bovendien ook auteur van het boek 'Napoléon, mon aïeul, cet inconnu', gepubliceerd in 2009 naast tal van andere publicaties. Zowel Charles als de in 1966 geboren Jean-Christophe Bonaparte lijken te beschikken over dezelfde charmante glimlach die ook aan Napoleon werd toegeschreven.Veldhospitaal wordt microbrouwerij Wij ontmoeten vader en zoon opnieuw 's avonds tijdens het avondmaal op de Ferme Mont-Saint-Jean. Deze plaats werd door de geallieerden gebruikt als veldhospitaal tijdens en na de slag. In 2014 werd het gebouw opgekocht door John Martin om er een traditionele microbrouwerij onder te brengen. CEO Anthony Martin licht tijdens het avondmaal kort de geschiedenis van de Ferme en de brouwerij toe. Het Waterloo bier maakt sinds kort deel uit van John Martin's Finest Beer Selection, waarmee het bedrijf ijvert voor het behoud van de Brabantse parel aan de brouwerijkroon en de opwaardering van de regionale microbrouwerijen. Na het diner nemen we deel aan het klank- en lichtspektakel 'Inferno' door Luc Petit, die internationaal bekend staat als de bedenker, artistiek directeur en regisseur van allerlei spektakels en grote evenementen, onder andere voor Franco Dragone. Deze visuele en muzikale interpretatie van de legendarische veldslag, die de Franse schrijver Victor Hugo (1802-1885) inspireerde tot één van zijn pareltjes, met name het gedicht 'L'expiation', roept een dromerig en poëtisch universum op dat volop ruimte laat voor verbeelding. Moe maar voldaan keren we terug naar Brussel voor een korte nachtrust, volop dromend van wat de volgende dag brengen zal. "Waterloo, Waterloo, Waterloo, morne plaine..." ?Vrijdag 19 juni We brengen bezoek aan de tentoonstelling 'Braine-l'Alleud dans la bataille' in het centrum van Braine-l'Alleud (Eigenbrakel), meer bepaald in de Eglise Saint-Etienne.De slag van ... Eigenbrakel Op de ochtend van maandag 19 juni 1815 werpt de zon haar eerste stralen op het slagveld van het plateau van Mont Saint-Jean waar ongeveer 50.000 doden en gewonden door elkaar liggen. Hoewel de legendarische veldslag voor eeuwig verbonden lijkt met Waterloo, vonden de gevechten plaats op het grondgebied van vier gemeenten: Waterloo, Eigenbrakel (Braine-l'Alleud), Lasne en Genappe. Drie van de vijf belangrijke gevechtsfasen hebben zich afgespeeld op het grondgebied van de gemeente Eigenbrakel. Heel vroeg roept de burgemeester van Eigenbrakel de bevolking van zijn gemeente op om de gekwetste overlevenden hulp te bieden. Tal van medische instrumenten van die tijd, uit de privé collectie van de Britse orthopedisch chirurg/historicus Michael Crumplin, het persoonlijk dagboek van kanunnik Pierre Joseph Tellier en een diorama in de Saint-Etienne kerk bieden het brede publiek een zicht op hoe artsen zich daags na de slag moesten behelpen om de menselijke noden van deze catastrofe zo goed mogelijk met de beperkte middelen en kennis van die tijd te lenigen.Chirurgie was niet voor watjes Eén zaak is zeker: chirurgie in de Napoleontische oorlogen was niet voor watjes, met een knipoog naar het boek 'Men of steel - surgery in the Napoleonic Wars' door Michael Crumplin. Eigenbrakel koestert trouwens volgens Alain Lacroix, lid van de vereniging Guides 1815, één van de best bewaarde geheimen van de slag bij Waterloo. In 1815 was Eigenbrakel een gemeente van 2.500 inwoners met drie brouwerijen en één distillerie. In het dorp werden 3.000 Nederlands-Belgische soldaten van de brigade Detmers van de divisie van Hendrik Jan Chassé gekwartierd.Naar goede soldatengewoonte uit die tijd werd er naar hartenlust geplunderd en ontvreemd en gezien de uitzonderlijke locatie met drie brouwerijen ook naar hartenlust gedronken. De soldaten namen het advies om zich moed in te drinken wel heel letterlijk. Op de fatale zondag 18 juni worden deze soldaten vanuit de reserve naar voor gehaald om mee de opmars van de Franse keizerlijke Garde te stoppen. Volgens Britse ooggetuigen waren de Nederlanders van Detmers stomdronken toen zij zonder enige inhibitie luid brullend met de bajonet vooruit chargeerden tegen de taaiste veteranen uit het Franse kamp. Volgens Britse geschiedschrijvers was het de 1st Foot Guards van de eerste Britse Brigade onder Majoor-Generaal Sir Peregrine Maitlaind die de eer mocht opstrijken de Franse Keizerlijke Garde te hebben verslaan. Dit regiment wordt daarom nog steeds het Grenadier Regiment of Foot Guards genoemd; sedertdien dragen ze ook de beremutsen van de overwonnenen.Het veldbed van Napoleon Vervolgens brengt de bus ons naar de Ferme Le Caillou, die door de Franse keizer op zaterdag 17 juni 1815 's avonds wordt gebruikt als hoofdkwartier. Het gebouw werd volledig gerestaureerd tot een interactief en modern ogend museum van het Dernier Quartier General de Napoleon. Hier voel je heel goed de aanwezigheid van de Franse keizer. Je wordt geconfronteerd met één van de authentieke veldbedden van de Franse keizer, voorzien van het Keizerlijke embleem en de naam van de Keizerlijke meubelmaker Marie Jean Desouches, getekend 1809. Volgens een studie van de Société Belge d'études Napoléoniennes uit 1969 is het veldbed uit het museum één van de twee veldbedden die door de Franse keizer is gebruikt tijdens zijn verblijf op Sint-Helena. Een tweede kamer is de zaal waar de kaarten werden gelezen en waar de laatste orders aan de troepen werden gegeven . Een groot schilderij van Patrice Courcelle, erfgenaam in rechtstreekse lijn via de Parijse meester/schilder Eugène Lelièpvre, beroemd om zijn historische schilderijen van de veldslagen van Louis XIV, toont de gespannen toestand op het Franse hoofdkwartier in de ochtend van zondag 18 juni 1815. 's Nachts zou de keizer zich volgens sommigen hebben laten verzorgen voor pijnlijke hemorroïden, een klassiek probleem voor militairen die langdurig te paard rijden. De memoires van de eerste kamerheer Louis-Joseph Marchand, een uiterst betrouwbare eerstelijnsgetuige, vermelden enkel dat Napoleon om één uur 's nachts reeds sliep en Marchand rond 2 uur 's nachts ontbood met de vraag of het regende. Om drie uur 's nachts werd Gaspard Gourgaud op pad gestuurd voor een nachtelijke verkenning. Enkel de spiegel aan de muur van de kamer waar Napoleon verbleef heeft kunnen kijken in de ziel en het lichaam van de keizer. Jammer dat spiegels niet kunnen spreken... Naast het gebouw bevindt zich een boomgaard waar het eerste bataljon van het eerste regiment van de 'Chasseurs à pied' van de Keizerlijke Garde bivakkeerde onder het bevel van de Rotterdamse majoor Jan Koenraad Duuring. De taak van deze militairen bestond er in om de persoonlijke bezittingen van de Franse keizer te beschermen tijdens de veldslag. Het is er vandaag 200 jaar latere onbeschrijfelijk druk want het bivak van de Keizerlijke garde wordt uitgebeeld door re-enactors.Historische reconstructie Historische reconstructies kunnen wereldwijd op een toenemende belangstelling rekenen, of het nu gaat om de Napoleontische oorlogen, de Amerikaanse burgeroorlog, de Amerikaanse onafhankelijkheidsstrijd of de Middeleeuwse veldslagen. Tijdens de herdenking van Waterloo nemen meer dan 5.000 re-enactors uit 50 verschillende landen deel aan een historische reconstructie van de veldslag. De meesten zijn afkomstig uit Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, gevolgd door Frankrijk, Rusland, België, Tsjechië, Nederland, Polen en de Verenigde Staten van Amerika.De Keizerlijke Garde Binnen de muren van de boomgaard sta ik dit keer oog in oog met de Franse keizer. De rol van Napoleon wordt gespeeld door de Franse advocaat Franck Samson. Hij lijkt niet gerust in de goede afloop van het gevecht en heeft enige moeite om zijn wit paard te beklimmen. Even is er paniek omdat een ruiter van het Keizerlijke escorte niet op de juiste plaats positie inneemt.Napoleon werd steeds beschermd op de slagvelden door een escorte van lijfwachten, haast uitsluitend afkomstig van zijn Keizerlijke garde. Meestal waren het de Jagers te Paard van de Vieille Garde die deze taak op zich namen. Uiteindelijk vertrekt de Keizer richting slagveld. Ik zie hem straks weer... Ik ontmoet een Franse re-enactor met de ronkende naam Mitraille Le Barrois. In het dagelijkse leven is deze man een informaticus. Hij beschrijft uitvoerig zijn uniform. Hij behoort tot het eerste regiment van de Tirailleurs-Chasseurs van de Jeune Garde. Zijn rode epauletten verwijzen naar zijn statuut van elitesoldaat bij de Keizerlijke Garde. Het groen van zijn epaulet verwijst naar de Jagers, net als de jachthoorn achteraan op de omslag van zijn broek. Hij draagt een Légion d'Honneur voor zijn diensten. Wat brengt hem hier ? Hij is altijd geïnteresseerd geweest in de Napoleontische geschiedenis en, neen, hij heeft geen militair verleden. Een goede re-enactor hoort echter wel alles te bestuderen van het regiment waartoe hij behoort. Gaandeweg komt men steeds meer nieuwe dingen te weten. We nemen afscheid van de sympathieke Fransman en wensen hem alle geluk toe.Een slag tijdens de slag Na de lunch in het pas heropende Bivouac de l'Empereur is er mogelijkheid tot een vrij bezoek aan de geallieerdenbivak bij de Ferme d'Hougoumont en aan het nieuwe Memoriaal 1815. Ik vertrek richting Hougoumont. De versterkte kasteelhoeve vormde een sleutelpositie tijdens de veldslag. Het was een slag tijdens een slag, "a battle within a battle". De hoeve werd verdedigd door 2.600 geallieerde soldaten bestaande uit 900 man van het tweede bataljon van de Coldstream Guards, 900 man van het tweede bataljon van de Scots Guards en het eerste bataljon van het tweede regiment Nassau. De Franse aanvallers behoorden tot het 2de legerkorps van Reille, met name de 6de divisie Jérôme Bonaparte (7.500 man) en de 9de divisie Foy (5.000 man). Van 11u20 uur tot 19u30 uur voerden de Fransen hier een schijnaanval met als bedoeling om Wellington ertoe aan te zetten zijn centrum te verzwakken. Jérôme Bonaparte begreep echter niet de bedoeling van het manoeuvre en engageerde zijn troepen in een waar bloedbad dat aan 5.000 Franse soldaten het leven kostte. Voor de versterkte hoeve bevond zich ooit een bos dat letterlijk aan flarden werd geschoten. Enkel drie eeuwenoude kastanjelaars hebben het overleefd. Onderzoek van hun jaarringen met een speciale onderzoeksmethode heeft uitgewezen dat de bomen hier reeds stonden op die fatale zondag. Langs de Britse zijde herkennen we talrijke kogelgaten. Ik kan probleemloos mijn wijsvinger inbrengen. Ik voel geschiedenis van 200 jaar! Aan de noordzijde bevond zich een poort waarlangs enkele Franse militairen, aangevoerd door luitenant Legros bijgenaamd 'l'enfonceur' binnengeraken.The bravest man of England De bevelvoerende Britse officier in deze sector, luitenant-kolonel James Mc Donell, voerde enkele mannen aan bij een beslissende tegenaanval waarbij twee Coldstream Guards, de Ierse broers korporaals James en Joseph Graham betrokken waren. Korporaal James Graham zou volgens de traditie van de Coldstream Guards de poort hebben gesloten. Alle aanwezige Fransen werden afgemaakt met uitzondering van een jonge tamboer. Macdonell zou na de veldslag bij herhaling eervolle onderscheidingen weigeren en uiteindelijk zelfs een nominatie op voorspraak van Wellington zelf voor een erfenis van 500 Britse pond geschonken door de rector van Framlingham "to the bravest man in England" voor de helft delen met korporaal James Graham. Het eerste wat een Coldstream Guard nu te horen krijgt na zijn inlijving in het regiment is het verhaal van het sluiten van de poort van Hougoumont tijdens de slag bij Waterloo, met de boodschap om in alle omstandigheden zijn plicht als militair te vervullen.Een krans met poppies Ik heb Hougoumont vroeger bezocht: er was nooit een poort. Nu staat er een nieuwe houten poort. De rillingen lopen over mijn schouders als ik de talrijke Britse bezoekers vol van bewondering zie kijken naar de poort. Er ligt een krans met poppies aan de voet van de poort. Voor mij is het duidelijk dat hier een nieuw symbool staat dat minstens even krachtig is als de Menenpoort in Ieper. "We shall remember them"...We ontmoeten tal van Britse re-enactors uit Canada, de Verenigde Staten, Duitsland, Italië, Spanje en Argentinië. Er lopen zelfs Italianen rond verkleed als Highlanders. Sommigen hebben een militaire achtergrond, anderen doen dit gewoon uit interesse voor de geschiedenis, enkelingen hebben voorouders die hier in Waterloo hebben gevochten...Zaterdag 20 juniReënscenering van de slag Hoogtepunt van de herdenking is de historische reconstructie van een fase van de Slag bij Waterloo met meer dan 6000 figuranten, waarvan 5253 re-enactors in historisch uniform met bewapening vergezeld van 973 vrouwen en kinderen. Er nemen ook 360 ruiters en 100 kanonnen deel aan het gevecht. De hele logistieke organisatie van het gebeuren voorziet in onder meer vier ton buskruit, 200 balen van 300 kg stro, 240 balen van 125 kg hooi, 15 waterreservoirs van 1000 liter voor de paarden en 200 kg turf om de springtuigen op het slagveld te verbergen. De tribunes bieden plaats aan 49.000 zittende en 8.000 staande toeschouwers (57.000 toeschouwers per reconstructie). Twee historische reconstructies staan op de agenda: de aanval van het Franse leger op vrijdag 19 juni 2015 en de tegenaanval van de geallieerden op zaterdag 20 juni 2015. Een noodweg wordt aangelegd met 25.000 m² platen om de veiligheid de vele voetgangers te garanderen. Ongeveer 100 boringen worden verricht voor bodemanalyses om de stabiliteit van de constructies te evalueren. Op tal van plaatsen wordt de bodem verstevigd met metalen platen die meer dan 500 kg wegen. Een team van 30 bouwers heeft zes weken gewerkt aan de opbouw van 24 tribunes rondom de site van het spektakel. De hele omgeving is omheind met 4.7 km veiligheidshekkens en voorzien van niet minder dan 300 mobiele toiletten. Op zondag 18 juni 1815 werd gevochten op een terrein van 3 km bij 5.5 km. Het Franse leger telde 74.000 man en 266 kanonnen. Het Brits-Nederlands-Belgische leger telde 68.000 man met 184 kanonnen. De Pruisen telden 127.000 man, waarvan 28.000 actief betrokken bij de strijd met 264 kanonnen. In totaal waren 180.000 mannen gedurende ongeveer 10 uur met 35.000 paarden en 500 kanonnen betrokken in de strijd. 's Avonds waren 13.000 mannen gedood en 37.000 stervend, gekwetst of vermist. Er stierven ook 10.000 paarden. De slachting moet verschrikkelijk zijn geweest. Na de slag was er geen tijd om alle gesneuvelden passend te begraven. Door het zwoele weer was de kans op epidemies en het gevaar voor de volksgezondheid te groot. Er moest snel actie worden ondernomen. Men verkoos om de lijken te verbranden. Maar omdat het zicht van menselijk vet stromend op de weg Brussel-Charleroi zo weerzinwekkend was, werd overgegaan tot het begraven van de gesneuvelden in massagraven. Twee ervan zijn duidelijk bekend: de zandgroeve aan het kruispunt aan de overzijde van la Haye Sainte en een tweede bij Hougoumont. Er zijn evenwel nog vele andere begraafplaatsen.Mortaliteit van 20 procent De tanden van de meestal jonge gezonde gesneuvelden werden verwijderd en verkocht om kunstgebitten van te vervaardigen, de beruchte 'Waterloo teeth'. Voor mensen uit de 21ste eeuw lijkt de gedachte alleen al weerzinwekkend, maar in de 19de eeuw was de tandhygiëne uiterst slecht. Men had de gewoonte om kunstgebitten te vervaardigen van dierlijke tanden, maar naast de dure kostprijs kan dit ook niet bepaald gezond of aangenaam zijn geweest voor de gebruiker! De duizenden gekwetsten werden verzorgd door de lokale bevolking onder toezicht van hoofdzakelijk Britse en Belgische chirurgen. Zelfs de beroemde Baron Dominique-Jean Larrey kon aan het werk worden gezet, na ternauwernood ontsnapt te zijn aan de kogel - Pruisische huzaren waren ervan overtuigd dat zij Napoleon hadden gevangen genomen -. Gelukkig werd de onfortuinlijke Larrey gered door een Pruisische collega die prompt de vrijlating van de Franse chirurg kon bekomen.Het resultaat van de inzet van de Brit Charles Bell, de Belg Louis Joseph Ghislain Seutin, de ongeëvenaarde Fransman Larrey en vele, vele andere collega's chirurgen was een mortaliteit van ongeveer 20 procent. Gekwetsten ondergingen op een haast stoïcijnse manier de amputatie, soms ging het er echter veel heviger aan toe. Anesthesie was onbestaande, shock was ongekend en antibiotica al evenmin.De triomf van Wellington De reconstructie wordt zo waarheidsgetrouw mogelijk gespeeld. De rook afkomstig van de kanonschoten en geweersalvo's leidt algauw tot een wazige mist die het zicht bemoeilijkt. Nu begrijpt men pas goed waarom de soldaten uniformen droegen in felle kleuren en aangevoerd werden door officieren te paard, terwijl de bevelen doorgegeven werden via muziek van tamboers of fluitspelers. Geen wonder dat de Jagers en scherpschutters bij voorkeur officieren en muzikanten uitkozen als doelwit. Zonder muziek of officieren werd een eenheid van vaak ongeletterde soldaten stuurloos en gegrepen door paniek. Ik zie Wellington triomfantelijk op zijn paard rondrijden en met zijn hoed zwaaien. Zou het in werkelijkheid ook zo zijn geweest. Ik moet denken aan de beroemde woorden in zijn overwinningsbrief: "It has been a damned serious business... Blücher and I have lost 30.000 men. It has been a damned nice thing -- the nearest run thing you ever saw in your life. ... By God!" Ik sluit mijn fototoestel af en keer tevreden terug naar het hotel. ? Info: www.waterloo2015.org