...

Zelfs landen die het met veel minder middelen moeten doen, zetten meer in op preventie dan het onze, zegt Van Berlaer (sp.a). "We leiden artsen op om mensen te verzorgen wanneer ze ziek zijn, om bedden te vullen en niet om ze leeg te houden. Er zijn weinig incentives om er voor te zorgen dat mensen niet ziek worden.""Ons land blinkt uit in de versnippering van bevoegdheden. Artsen raken zelf wel eens hun weg kwijt in ons complexe systeem. Voor patiënten bedenken we systemen, zoals het oproepnummer 1733, zodat ze niet per ongeluk op de spoed terechtkomen als ze eigenlijk bij de huisarts moeten zijn. Onze gezondheidszorg bekijken we niet genoeg vanuit de ogen van de mensen met een zorgvraag."Voor de socialist Van Berlaer komt er het best weer een minister van Volksgezondheid voor het hele land - mensen in het hele land hebben toch recht op dezelfde zorg. "Misschien zijn er soms verschillen in aanpak, maar dat is niet het probleem van de patiënt. Het beleid moet die verschillen in de hand houden. We worden er in het noorden niet beter van om mensen in het zuiden dieper in het moeras te duwen."Op de spoed krijgt hij voortdurend vragen als: waar kan ik het best terecht met een pijnlijke knie? Ik heb al een maand buikpijn, kan ik niet beter naar een specialist gaan dan naar een huisarts? Voor hem is het duidelijk dat de huisarts het eerste aanspreekpunt is - dat het in de gezondheidszorg geld en nodeloos werk uit spaart als er iemand is die het geheel overziet en die de gegevens van de patiënt zorgvuldig bijhoudt."Ik lees voortdurend in Artsenkrant dat de huisarts opgewaardeerd moet worden, laat het ons dan ook doen. De patiënt moet er zijn hoofd niet over breken waar hij met een klacht terechtkan, hij moet gewoon de toegangspoort tot de zorg kennen. Dat houdt ook in dat de huisarts zich goed organiseert, zodat de overgang naar de tweede of de derde lijn naadloos verloopt. Of een kinderarts of gynaecoloog eveneens op de eerste lijn zit, zou een zinloze discussie moeten zijn.""We moeten de manier waarop we de artsen vergoeden, herbekijken. We betalen de arts niet genoeg om te praten met mensen - een van de beste dingen die je kunt doen voor bijvoorbeeld preventie. We moeten durven nadenken over een meer forfaitaire betaling. Ikzelf heb er bewust voor gekozen om te werken in loondienst maar dat moet zeker niet iedereen doen. Ik begrijp dat het ook goed is om mensen te belonen wanneer ze extra tijd steken in iets nuttigs, of wanneer ze zich bijscholen."Er zit wat sleet op het overlegmodel, vindt Van Berlaer. "Overleg is goed - het nut ervan is ook bewezen. Het akkoord artsen-ziekenfondsen bevat leesbare passages over kwaliteit, maar de rest gaat over de verdeling van centen. Als je zo met je zelf bezig bent, verliezen de mensen interesse. Artsen, andere professionals en de bevolking krijgen geen duidelijk beeld waar men eigenlijk naar toe wil. Men rommelt wat in de marge. De vraag is ook of de artsensyndicaten en de ziekenfondsen nog nauwe voeling hebben met de mensen uit hun achterban. We moeten zoeken naar meer hedendaagse structuren en naar minder verzuiling. Een panel van experts zou, samen met het veld en bottom-up, een geheel vernieuwd model voor 2030 kunnen uitdenken."Een voorbeeld is de digitalisering, die veel mogelijkheden biedt. "Het voorkomt bijvoorbeeld dat ik vandaag een nieuwe scan laat maken bij een wat verwarde patiënt, die zich niet herinnert dat hij twee weken eerder al dezelfde scan liet maken in een ander ziekenhuis. De overheid moet het zeker niet allemaal van bovenuit opleggen maar wat meer sturing, ook vanuit de overlegcommissies, zou wel welkom zijn om de zorgverlener niet aan zijn lot over te laten."'Out of de box' denken is een uitdrukking die in het gesprek met dokter Van Berlaer vaak opnieuw opduikt - en al pratend komen er voortdurend nieuwe ideeën naar boven borrelen. Zo wil hij dat het onderwijs in het laatste jaar in het lessenpakket aandacht besteedt aan de gezondheidszorg: hoe zit die in elkaar? Waarom kost het zoveel aan de maatschappij?Verder oppert hij het idee om jonge artsen, tegen een vergoeding, bij mensen langs te laten gaan met een niet al te zwaar programma, bijvoorbeeld om de bloeddruk te meten, maar vooral ruimte om ook een praatje te maken. Gratis geneeskunde - iets waarvoor de sp.a pleit - werkt immers niet alle drempels weg. Basisbehoeften, zoals verzorging van het gebit, brillen en lenzen, logopedie bij een spraakgebrek, moeten betaalbaar gehouden worden.Van Berlaer klaagt wantoestanden aan door het gebrek aan taalkennis bij de Brusselse artsen ("80% van de MUGartsen in Brussel kent geen Nederlands") - en ook het veel te dure, slecht georganiseerde patiëntentransport.