Baby's kunnen vanaf hun geboorte al heel wat vertellen, hoewel ze eigenlijk nog geen enkel woord kennen. Via hun lichaam en met hun gedrag tonen ze wat ze ervaren: ze spreken met hun lijf. In het begin is dat zelfs nog helemaal zonder filter: wat ze op dat moment voelen, is wat ze laten zien (en horen). Dat maakt het gemakkelijk om te vertrouwen op wat baby's communiceren: als ze huilen dan ervaren ze duidelijk ongemak, wanneer ze lachen of rustig slapen zijn ze gelukkig of ontspannen.

De nieuwsgierigheid om die nieuwe 'babytaal' te leren kennen, komt voor sommige ouders als vanzelf. Voor anderen boezemt het angst in om niet helemaal te begrijpen wat hun baby probeert duidelijk te maken. Het is voor alle ouders uitdagend om steeds te begrijpen welke affectieve of lichamelijke boodschap hun baby communiceert. Momenten van elkaar verkeerd verstaan en spraakverwarring, horen er helemaal bij.

Meestal volgt op zo'n moment van mismatch een beweging van herstel. De meeste ouders merken bijvoorbeeld tijdig op dat ze iets gemist hebben, of niet helemaal hebben begrepen wat hun baby wilde vertellen. Zo gaat het ook in conversaties onder volwassenen.

Baby's verdragen gelukkig heel wat onbegrip: onderzoek toonde in het verleden aan dat er in normale interacties slechts 30% van de tijd sprake is van match tussen ouder en kind. Enerzijds is deze mismatch belangrijk voor de ontwikkeling van een kind. Enkel zo kan het leren dat hij en zijn ouders verschillende personen zijn met elk eigen verlangens, gedachten en intenties. Anderzijds is het vooral van belang dat er herstel kan volgen op momenten van mismatch, zodat ouder en kind elkaar terug begrijpen en weer verbinding met elkaar voelen.

Het vertalen en tolken als arts kan de ontwikkelende band tussen ouder en kind ondersteunen of zelfs herstellen

Net als bij het leren van een nieuwe taal, horen momenten van frustratie en onbegrip er ook bij in de prille interactie tussen ouders en hun baby. Soms krijgen ouders echter het gevoel dat ze hun kind helemaal niet meer begrijpen, of worden ze ontzettend onzeker over wat hun kind communiceert. Wanneer deze momenten de overhand nemen, of wanneer ouders en hun kind moeilijk terug verbinding vinden, is er meer hulp nodig. Een eerste aanspreekpunt is dan vaak de huisarts, of de kinderarts.

Voordat ouders op consultatie komen, zijn er vaak al heel wat momenten van spraakverwarring voorgevallen. Het onbegrip en de moeite die er is om terug verbinding te vinden, maakt ouders angstig of onzeker.

Wanneer een baby moeilijk te lezen is, blijven ouders zoeken naar een oorzaak en vrezen ze vaak een lichamelijk probleem. Als arts neem je dan als het ware spontaan de rol op van vertaler-tolk. Je verbindt ouder en kind terug met elkaar door te helpen met het vertalen van wat een baby probeert te communiceren, of door te benoemen hoe ouder en kind met elkaar interageren.

Ook algemene opmerkingen over het prille ouderschap en hoe heftig dat kan zijn, kunnen heel wat betekenen voor jonge ouders. Het vertalen en tolken als arts draagt zo bij aan het ondersteunen en soms zelfs herstellen van de ontwikkelende band tussen ouder en kind wanneer deze onder druk staat.

Baby's kunnen vanaf hun geboorte al heel wat vertellen, hoewel ze eigenlijk nog geen enkel woord kennen. Via hun lichaam en met hun gedrag tonen ze wat ze ervaren: ze spreken met hun lijf. In het begin is dat zelfs nog helemaal zonder filter: wat ze op dat moment voelen, is wat ze laten zien (en horen). Dat maakt het gemakkelijk om te vertrouwen op wat baby's communiceren: als ze huilen dan ervaren ze duidelijk ongemak, wanneer ze lachen of rustig slapen zijn ze gelukkig of ontspannen.De nieuwsgierigheid om die nieuwe 'babytaal' te leren kennen, komt voor sommige ouders als vanzelf. Voor anderen boezemt het angst in om niet helemaal te begrijpen wat hun baby probeert duidelijk te maken. Het is voor alle ouders uitdagend om steeds te begrijpen welke affectieve of lichamelijke boodschap hun baby communiceert. Momenten van elkaar verkeerd verstaan en spraakverwarring, horen er helemaal bij. Meestal volgt op zo'n moment van mismatch een beweging van herstel. De meeste ouders merken bijvoorbeeld tijdig op dat ze iets gemist hebben, of niet helemaal hebben begrepen wat hun baby wilde vertellen. Zo gaat het ook in conversaties onder volwassenen. Baby's verdragen gelukkig heel wat onbegrip: onderzoek toonde in het verleden aan dat er in normale interacties slechts 30% van de tijd sprake is van match tussen ouder en kind. Enerzijds is deze mismatch belangrijk voor de ontwikkeling van een kind. Enkel zo kan het leren dat hij en zijn ouders verschillende personen zijn met elk eigen verlangens, gedachten en intenties. Anderzijds is het vooral van belang dat er herstel kan volgen op momenten van mismatch, zodat ouder en kind elkaar terug begrijpen en weer verbinding met elkaar voelen.Net als bij het leren van een nieuwe taal, horen momenten van frustratie en onbegrip er ook bij in de prille interactie tussen ouders en hun baby. Soms krijgen ouders echter het gevoel dat ze hun kind helemaal niet meer begrijpen, of worden ze ontzettend onzeker over wat hun kind communiceert. Wanneer deze momenten de overhand nemen, of wanneer ouders en hun kind moeilijk terug verbinding vinden, is er meer hulp nodig. Een eerste aanspreekpunt is dan vaak de huisarts, of de kinderarts. Voordat ouders op consultatie komen, zijn er vaak al heel wat momenten van spraakverwarring voorgevallen. Het onbegrip en de moeite die er is om terug verbinding te vinden, maakt ouders angstig of onzeker. Wanneer een baby moeilijk te lezen is, blijven ouders zoeken naar een oorzaak en vrezen ze vaak een lichamelijk probleem. Als arts neem je dan als het ware spontaan de rol op van vertaler-tolk. Je verbindt ouder en kind terug met elkaar door te helpen met het vertalen van wat een baby probeert te communiceren, of door te benoemen hoe ouder en kind met elkaar interageren. Ook algemene opmerkingen over het prille ouderschap en hoe heftig dat kan zijn, kunnen heel wat betekenen voor jonge ouders. Het vertalen en tolken als arts draagt zo bij aan het ondersteunen en soms zelfs herstellen van de ontwikkelende band tussen ouder en kind wanneer deze onder druk staat.