...

Dat zei kankerspecialist Van Larebeke (UGent), tevens woordvoerder van het steunpunt Milieu en Gezondheid, op de VRT. Hij baseert zich op een eigen studie gepubliceerd in maart in het International Journal of Hygiene and Environmental Health.Op de site van het tijdschrift kan de abstract van de studie geraadpleegd worden. De tekst rept met geen woord over de dioxinecrisis. Van Larebeke en co. onderzochten enerzijds de interne blootstelling aan organochlorine polluenten en cadmium bij 50-65-jarigen in de periode 2004-2005. Deze resultaten vergeleek men met enquêteresultaten uit november 2011. De peiling ging de zelf gerapporteerde gezondheidsstatus van de respondenten na. De vergelijking tussen 2004-2005 en 2011 leert dat er een significante, positieve associatie is tussen de aanwezigheid van dioxine in het bloed en het risico op kanker bij vrouwen. Globaal, zowel bij mannen als bij vrouwen, ontstaat hierdoor ook een significant hoger risico op diabetes en hypertensie.Overigens wijst de studie erop dat sommige vervuilende stoffen het risico op bepaalde gezondheidsproblemen mogelijk zelfs verminderen. "Dat vergt echter bevestiging", zo luidt het.OnderschatIn de media legt Nik Van Larebeke (UGent) het verband met de dioxinecrisis. Hij stelt dat "door extrapolaties en vergelijkingen met de gemiddelde hoeveelheid dioxines die Belgen in het bloed hebben, blijkt dat de dioxinecrisis bij vrouwen 2% meer kankergevallen veroorzaakte, bij mannen en vrouwen 2,5% meer diabetes en 0,9% meer hypertensie." Meer specificaties over de manier waarop vergeleken en geëxtrapoleerd werd, geeft Van Larebeke niet. Wel maakt hij absolute cijfers bekend. Waar men in 1999 en de daaropvolgende jaren inschatte dat de kippencrisis tot 4.000 à 8.000 extra kankergevallen leidde, stelt Van Larebeke nu dat hierdoor 20.000 vrouwen kanker hebben gekregen.