"Waarschijnlijk een typische Zolpidem-shopper. Ik zou niet graag op een bus zitten met zo een chauffeur achter het stuur. Ik bel naar de arts van haar laatste voorschrift en vertel het hele verhaal. De arts is heel blij dat ik hem hiervan op de hoogte breng. We hebben een lang gesprek aan de telefoon."

"De arts ziet de patiënt wel regelmatig en vond ook dat ze de laatste tijd zich vreemd gedroeg. Hij vermoedde al een probleem, maar dat het zo een groot probleem was, daar verschoot hij ook van."

" De arts vertelt dat ze nergens kunnen zien in hun computersysteem wat een patiënt allemaal neemt. Artsen kunnen zich alleen baseren op wat er in hun groepspraktijk wordt voorgeschreven. Maar zo een verslaafde gaat natuurlijk naar verschillende artsen."

'Dat is nu al de tweede arts die ik in korte tijd contacteer, die klaagt dat zij zo geen systeem zoals GFD kunnen raadplegen."

Deze anekdote vond ik op het apothekersforum. Ik heb even getwijfeld of ik dit voorbeeld (weliswaar geanonimiseerd), zou gebruiken. De arts in kwestie beweert dat hij nergens een systeem heeft om te bekijken wat zijn patiënt neemt.

Hoe vaak worden de medicatieschema's echt gedeeld en gebruikt waarvoor een arts of een apotheker ze heeft opgesteld?

Ik ben te weinig op de hoogte om te weten of dit waar of niet waar is. Ik ben zelf niet goed geplaatst om hier een oordeel of enige kritiek te leveren. Wel wil ik dit voorbeeld gebruiken om aan te geven dat de digitale (r)evolutie in de gezondheidssector, en vooral wat betreft de eerste lijn, nog helemaal niet op revolutiesnelheid zit.

En toch worden er heel wat inspanningen geleverd in dit land om hier maximaal op in te zetten. Deze anekdote toont echter wel het belang aan van overleg tussen artsen en apothekers. En bij uitbreiding, waar nodig met andere zorgverstrekkers, bijvoorbeeld verpleegkundigen. Dit om een goede medicatieopvolging te garanderen.

Uit het Meerjaren kader voor de patient met de officina-apothekers: "de verdere ontwikkeling van het gestructureerd lokaal farmaceutisch dossier in de software die de officina-apotheker ter beschikking heeft, is een belangrijke voorwaarde voor de geïndividualiseerde farmaceutische opvolging van patiënten met chronische aandoeningen en/of bijzondere pathalogieën,...

Digitale ontwikkelingen moeten de dialoog en samenwerking tussen zorgverleners bevorderen en toelaten de administratie voor de apotheker en de patiënt te reduceren zodat de focus nog meer kan komen te liggen op farmaceutische zorgverlening."

Op het Vlaamse niveau beschikken we over Vitalink. 235 826 medicatieschema's staan vandaag te blinken in deze eerstelijskluis.

Wat doen we ermee? Hoe vaak worden deze medicatieschema's echt gedeeld en gebruikt waarvoor een arts of een apotheker ze heeft opgesteld?

Bovenstaand voorbeeld van de Zolpidem-gebruiker toont immers aan dat de huisarts en/of specialist, de huisapotheker, eventueel de thuisverpleegkundige en ook de patiënt recht hebben op een goed en correct gebruik van geneesmiddelen.

De bereidheid op het terrein is er, dagelijks praten artsen en apothekers met elkaar om de zorg van zijn/haar patiënt zo optimaal mogelijk te hebben. Eenlijn.be blijft ondersteundend werk leveren.

"Waarschijnlijk een typische Zolpidem-shopper. Ik zou niet graag op een bus zitten met zo een chauffeur achter het stuur. Ik bel naar de arts van haar laatste voorschrift en vertel het hele verhaal. De arts is heel blij dat ik hem hiervan op de hoogte breng. We hebben een lang gesprek aan de telefoon.""De arts ziet de patiënt wel regelmatig en vond ook dat ze de laatste tijd zich vreemd gedroeg. Hij vermoedde al een probleem, maar dat het zo een groot probleem was, daar verschoot hij ook van."" De arts vertelt dat ze nergens kunnen zien in hun computersysteem wat een patiënt allemaal neemt. Artsen kunnen zich alleen baseren op wat er in hun groepspraktijk wordt voorgeschreven. Maar zo een verslaafde gaat natuurlijk naar verschillende artsen."'Dat is nu al de tweede arts die ik in korte tijd contacteer, die klaagt dat zij zo geen systeem zoals GFD kunnen raadplegen."Deze anekdote vond ik op het apothekersforum. Ik heb even getwijfeld of ik dit voorbeeld (weliswaar geanonimiseerd), zou gebruiken. De arts in kwestie beweert dat hij nergens een systeem heeft om te bekijken wat zijn patiënt neemt.Ik ben te weinig op de hoogte om te weten of dit waar of niet waar is. Ik ben zelf niet goed geplaatst om hier een oordeel of enige kritiek te leveren. Wel wil ik dit voorbeeld gebruiken om aan te geven dat de digitale (r)evolutie in de gezondheidssector, en vooral wat betreft de eerste lijn, nog helemaal niet op revolutiesnelheid zit. En toch worden er heel wat inspanningen geleverd in dit land om hier maximaal op in te zetten. Deze anekdote toont echter wel het belang aan van overleg tussen artsen en apothekers. En bij uitbreiding, waar nodig met andere zorgverstrekkers, bijvoorbeeld verpleegkundigen. Dit om een goede medicatieopvolging te garanderen. Op het Vlaamse niveau beschikken we over Vitalink. 235 826 medicatieschema's staan vandaag te blinken in deze eerstelijskluis.Wat doen we ermee? Hoe vaak worden deze medicatieschema's echt gedeeld en gebruikt waarvoor een arts of een apotheker ze heeft opgesteld? Bovenstaand voorbeeld van de Zolpidem-gebruiker toont immers aan dat de huisarts en/of specialist, de huisapotheker, eventueel de thuisverpleegkundige en ook de patiënt recht hebben op een goed en correct gebruik van geneesmiddelen. De bereidheid op het terrein is er, dagelijks praten artsen en apothekers met elkaar om de zorg van zijn/haar patiënt zo optimaal mogelijk te hebben. Eenlijn.be blijft ondersteundend werk leveren.