De technische problemen bij de medische verkiezingen en het urenlang falen van het eHealth platform zijn hier voorbeelden van. Niet dat het systeem en de principes erachter geen knappe realisatie zijn. En natuurlijk is er niets feilloos en kunnen er altijd fouten gebeuren. Dat wil echter niet zeggen dat deze problemen als triviaal moeten worden afgedaan of als een noodzakelijk kwaad: een groeipijn waarvan we op termijn wel zullen recupereren.

Innovatie, niet alleen technologisch

Technologische innovatie zou volgens de Nederlandse professor Volberda echter slechts 25 procent van innovatiesucces verklaren, terwijl sociale innovatie 75 procent voor haar rekening neemt. Of die exacte percentages correct zijn, is voer voor een andere discussie, maar het idee stemt wel tot nadenken. Wat als de moeizame weg van technologische innovatie, zoals digitalisering in de gezondheidszorg, de wil tot sociale innovatie de kop indrukt? Dan loop je onvermijdelijk het risico dat de bereidheid om hierop in te zetten, op een heel laag pitje komt te staan. Je kan natuurlijk het gebruik van technologie verplichten, maar of dat op termijn tot zinvol gebruik zal leiden, is nog maar de vraag.

Luister naar bekommernissen, wensen en verzuchtingen van gezondheidszorgprofessionals en bied ondersteuning waar nodig

Theoretisch gezien zijn er verschillende criteria die een invloed hebben op dat zinvol inzetten van technologie in de praktijk. Denk daarbij aan de hoeveelheid energie die iemand moet investeren om een toepassing meester te worden of de mate waarin een stuk software een toegevoegde waarde lijkt voor de eigen werking. Ook de (reële?) angst voor technische problemen of de houding van collega's kunnen bijvoorbeeld een rol spelen.

Enthousiasme werkt aanstekelijk

Ten slotte resteert natuurlijk nog de vraag: hoe moeten we hiermee verder? Vermoedelijk is een dubbele strategie noodzakelijk. Enerzijds moeten we blijven inzetten op een snelle evolutie naar performante systemen, met nog meer garanties op systemen die ten alle tijde beschikbaar blijven, zelfs bij problemen.

Anderzijds blijft aandacht voor de eindgebruikers van groot belang, in het bijzonder de gezondheidszorgprofessionals: luister naar bekommernissen, wensen en verzuchtingen en bied ondersteuning waar nodig. Zij ervaren telkens als eersten de voor- en nadelen van dergelijke toepassingen. Wanneer inhoudelijke toepassingen in toenemende mate ingeburgerd raken, zijn zij het die de patiënt voor eHealth moet enthousiasmeren. Dat zal natuurlijk enkel lukken, als ze op dat moment zelf ook nog enigszins enthousiast zijn.

De technische problemen bij de medische verkiezingen en het urenlang falen van het eHealth platform zijn hier voorbeelden van. Niet dat het systeem en de principes erachter geen knappe realisatie zijn. En natuurlijk is er niets feilloos en kunnen er altijd fouten gebeuren. Dat wil echter niet zeggen dat deze problemen als triviaal moeten worden afgedaan of als een noodzakelijk kwaad: een groeipijn waarvan we op termijn wel zullen recupereren. Innovatie, niet alleen technologischTechnologische innovatie zou volgens de Nederlandse professor Volberda echter slechts 25 procent van innovatiesucces verklaren, terwijl sociale innovatie 75 procent voor haar rekening neemt. Of die exacte percentages correct zijn, is voer voor een andere discussie, maar het idee stemt wel tot nadenken. Wat als de moeizame weg van technologische innovatie, zoals digitalisering in de gezondheidszorg, de wil tot sociale innovatie de kop indrukt? Dan loop je onvermijdelijk het risico dat de bereidheid om hierop in te zetten, op een heel laag pitje komt te staan. Je kan natuurlijk het gebruik van technologie verplichten, maar of dat op termijn tot zinvol gebruik zal leiden, is nog maar de vraag.Theoretisch gezien zijn er verschillende criteria die een invloed hebben op dat zinvol inzetten van technologie in de praktijk. Denk daarbij aan de hoeveelheid energie die iemand moet investeren om een toepassing meester te worden of de mate waarin een stuk software een toegevoegde waarde lijkt voor de eigen werking. Ook de (reële?) angst voor technische problemen of de houding van collega's kunnen bijvoorbeeld een rol spelen.Enthousiasme werkt aanstekelijkTen slotte resteert natuurlijk nog de vraag: hoe moeten we hiermee verder? Vermoedelijk is een dubbele strategie noodzakelijk. Enerzijds moeten we blijven inzetten op een snelle evolutie naar performante systemen, met nog meer garanties op systemen die ten alle tijde beschikbaar blijven, zelfs bij problemen.Anderzijds blijft aandacht voor de eindgebruikers van groot belang, in het bijzonder de gezondheidszorgprofessionals: luister naar bekommernissen, wensen en verzuchtingen en bied ondersteuning waar nodig. Zij ervaren telkens als eersten de voor- en nadelen van dergelijke toepassingen. Wanneer inhoudelijke toepassingen in toenemende mate ingeburgerd raken, zijn zij het die de patiënt voor eHealth moet enthousiasmeren. Dat zal natuurlijk enkel lukken, als ze op dat moment zelf ook nog enigszins enthousiast zijn.