De 'derde weg' zoemt in op een nieuwe organisatievorm en financiering. Momenteel zijn in het gezondheidslandschap een beperkt aantal forfaitair gefinancierde huisartsenpraktijken, doorgaans wijkgezondheidscentra, actief. Ze werken met verpleegkundigen, paramedici enz. en situeren zich in sociaal kwetsbare wijken en regio's. De betaling is per capita, per ingeschreven patiënt, en deze betaalt geen remgeld.

Het grootste deel van de bevolking gaat echter op consultatie bij solowerkende huisartsen of bij een groeiende groep - grote - groepspraktijken. Deze artsen worden voor 75% per prestatie, voor een kleine 20% per capita via het GMD-honorarium, en voor een zeer beperkt deel via allerlei premies gefinancierd. Patiënten betalen remgeld.

De derde weg zou de kwaliteit verhogen. Hoe de vork precies in de steel zit, is onduidelijk.

De 'new deal' streeft een evenwicht na tussen prestatie- en per capita-betaling (telkens 40 à 45%) terwijl de praktijkfinanciering via premies naar 10 à 20% opgetrokken wordt. Of de patiënt remgeld gaat betalen, is niet helemaal duidelijk. Dat hangt ook samen met de vraag of het systeem al dan niet enkel toegankelijk wordt voor geconventioneerde artsen.

Er zijn nog wel bemerkingen te maken. De derde weg zou de kwaliteit verhogen. Hoe de vork precies in de steel zit, is onduidelijk. En het houdt de impliciete - allicht niet zo bedoelde - vaststelling in dat men nu onvoldoende kwalitatief werkt.

Verder zijn 'melkrondes' uiteraard uit den boze. Maar het tegengestelde, onderbehandeling, is evenmin wenselijk. Hoe gaat men na of huisartsen nog voldoende patiënten verzorgen? En uiteraard lijkt bijkomende administratieve belasting onvermijdelijk.

De 'derde weg' zoemt in op een nieuwe organisatievorm en financiering. Momenteel zijn in het gezondheidslandschap een beperkt aantal forfaitair gefinancierde huisartsenpraktijken, doorgaans wijkgezondheidscentra, actief. Ze werken met verpleegkundigen, paramedici enz. en situeren zich in sociaal kwetsbare wijken en regio's. De betaling is per capita, per ingeschreven patiënt, en deze betaalt geen remgeld. Het grootste deel van de bevolking gaat echter op consultatie bij solowerkende huisartsen of bij een groeiende groep - grote - groepspraktijken. Deze artsen worden voor 75% per prestatie, voor een kleine 20% per capita via het GMD-honorarium, en voor een zeer beperkt deel via allerlei premies gefinancierd. Patiënten betalen remgeld. De 'new deal' streeft een evenwicht na tussen prestatie- en per capita-betaling (telkens 40 à 45%) terwijl de praktijkfinanciering via premies naar 10 à 20% opgetrokken wordt. Of de patiënt remgeld gaat betalen, is niet helemaal duidelijk. Dat hangt ook samen met de vraag of het systeem al dan niet enkel toegankelijk wordt voor geconventioneerde artsen. Er zijn nog wel bemerkingen te maken. De derde weg zou de kwaliteit verhogen. Hoe de vork precies in de steel zit, is onduidelijk. En het houdt de impliciete - allicht niet zo bedoelde - vaststelling in dat men nu onvoldoende kwalitatief werkt. Verder zijn 'melkrondes' uiteraard uit den boze. Maar het tegengestelde, onderbehandeling, is evenmin wenselijk. Hoe gaat men na of huisartsen nog voldoende patiënten verzorgen? En uiteraard lijkt bijkomende administratieve belasting onvermijdelijk.