In november 2019 diende Open VLD een wetsvoorstel in de Kamer van Volksvertegenwoordigers in om het toepassingsgebied van de wilsverklaring inzake euthanasie uit te breiden zodat ook demente personen in aanmerking komen om euthanasie te verkrijgen op basis van de door henzelf voorafgaandelijk opgestelde wilsverklaring [DOC 55 0749/001].
Dit is nog steeds hangend in de Kamer.
Momenteel kan euthanasie alleen bij wilsbekwame mensen of bij patiënten in een onomkeerbare comateuze toestand.
Daar de euthanasiewet sinds de neerlegging van dit wetsvoorstel werd gewijzigd door de wet van 15 maart 2020 werd er gewerkt aan een aangepaste versie. Dit wetsvoorstel ligt klaar bij de fractie van Open Vld om neergelegd te worden in de Kamer door de heer Robby De Caluwé.
1. Tussen de diagnose en de daadwerkelijke dementie liggen er ettelijke jaren
Het aantal mensen met dementie neemt zienderogen toe. Vandaag zijn er in Vlaanderen meer dan 130.000 mensen met dementie en tegen het jaar 2070 zal het aantal zelfs zijn verdubbeld. Het probleem bestaat hierin dat de bewustzijnsinhoud en de bewustzijnsgraad bij dementie heel geleidelijk aan wordt aangetast. In alle gevallen van dementie betreft het een traag en degeneratief proces dat jaren in beslag neemt. Dement word je dus niet van vandaag op morgen. Dementerenden kunnen tussen de eerste diagnose en hun overlijden dus nog gedurende jaren genieten van een relatief mooie tijd.
2. De voorafgaandelijke opstelling van een wilsverklaring
Open VLD is van oordeel dat er rekening moet worden gehouden met de wensen van het toenemend aantal patiënten dat met dementie wordt gediagnosticeerd. Door het opstellen van een wilsverklaring, willen deze patiënten voorkomen dat ze nog vele jaren als dementerend persoon moeten blijven leven. Volgens de huidige wetgeving komen demente personen niet in aanmerking voor euthanasie op basis van een eerder opgestelde wilsverklaring. Dit is een betreurenswaardige leemte in onze wetgeving.
3. Probleemstelling
De Belgische euthanasiewetgeving kent slechts twee vormen van euthanasie: [1°] de wilsverklaring inzake euthanasie, die voorafgaandelijk wordt opgesteld voor het geval men, op latere datum, aan een ernstige door ziekte of ongeval veroorzaakte aandoening zou lijden, in een toestand van bewusteloosheid zou belanden en deze toestand onomkeerbaar zou zijn, en anderzijds [2°] het verzoek om euthanasie ingediend door een zieke patiënt, die zich in een medisch uitzichtloze toestand bevindt van aanhoudend en ondraaglijk fysiek of psychisch lijden dat niet kan gelenigd worden en dat het gevolg is van een ernstige en ongeneeslijke door ziekte of ongeval veroorzaakte aandoening.
Dementerenden worden m.a.w. voor een verschrikkelijke keuze geplaatst: ofwel stellen ze een verzoek tot euthanasie op, net zoals dit het geval was voor Hugo Claus, ofwel leven ze verder in de wetenschap dat ze het einde van hun leven zullen moeten slijten 'als een onnozel kind'.
Diegenen die opteren voor een verzoek tot euthanasie korten hun leven in met vele jaren waarin ze nog niet dement zijn. Ze riskeren wellicht een voor zichzelf en hun familie aanvaardbare mooie tijd te missen. Wanneer ze er daarentegen voor opteren verder te leven, in afwachting dat ze helemaal dement worden, zijn ze verdoemd tot een leven dat voor hen een hel kan betekenen, ook al stelden ze een wilsverklaring op inzake euthanasie. Dat is precies waar dit wetsvoorstel aan wil tegemoet komen; de mensen zo lang mogelijk laten genieten van het leven, zolang ze niet dement zijn, in de wetenschap dat ze, eenmaal dement, zullen kunnen geëuthanaseerd worden.
4. De wetswijziging dringt zich op
Een uitbreiding van het toepassingsgebied van de wilsverklaring is ongetwijfeld dat aan patiënten die worden gediagnosticeerd met dementie een gemoedsrust wordt bezorgd. Het zal hun laatste dagen draaglijker maken, levend met de zekerheid niet vastgekluisterd te zullen worden in een ziektebed. De angst voor verdere aftakeling voegt namelijk veel lijden toe aan het lijden van de dementering zelf. Het respect voor de mening van een wilsbekwame patiënt zou de grondslag moeten zijn van onze euthanasiewetgeving, net zoals dit bijvoorbeeld het geval is in het erfrecht. Het verlies van besef van de erflater doet toch ook geen afbreuk aan het bindend karakter van het eerder door hem opgesteld testament?
5. Het standpunt van de tegenstanders
De tegenstanders van euthanasie werpen het argument op dat men een dement persoon die op een terras zit te genieten van een rode wijn of een cognac en nog een vrij prettig leven lijkt te hebben niet mag euthanaseren. Wim Distelmans wijst er in zijn boek Voor zij die lijden op dat de realiteit er meestal anders uitziet: "Het gaat om mensen met dementie die geen waardig leven meer leiden. Die hun uitwerpselen op de muren smeren, die permanent in foetushouding liggen, die voortdurend huilen en schreeuwen, met hun hoofd tegen de muur bonken, die heel de tijd naakt rondlopen."
Het voorstel van Wim Distelmans om het criterium 'onwaardig leven' in te bouwen in de euthanasiewet, naast het huidige criterium 'ondraaglijk lijden', is een mogelijke manier om dit probleem aan te pakken. Open VLD stelt voor om euthanasie mogelijk te maken indien de patiënt zich in de toestand bevindt zoals opgetekend in diens wilsverklaring. In het wetsvoorstel wordt voorgesteld om de termen "hij niet meer bij bewustzijn is", die voorkomen in artikel 4, §1, lid 1, tweede streepje euthanasiewet, te vervangen door "hij zich in de toestand van wilsonbekwaamheid bevindt die hij in zijn wilsverklaring heeft beschreven." Ieder zou dan in zijn wilsverklaring zelf kunnen concretiseren wat hij daaronder verstaat.
6. Een interpretatieve wet
De wetgever zou er ook voor kunnen opteren om in een interpretatieve wet een ruime interpretatie te geven aan de termen "niet meer bij bewustzijn". Men zou kunnen stellen dat hieronder moet worden verstaan dat de [demente] patiënt het bewustzijn heeft verloren, in de zin van het vermogen zich ergens bewust van te zijn. Hierdoor zou een wilsverklaring kunnen worden uitgevoerd op demente personen, op personen die niet meer in staat zijn hun wil te uiten en zelfs op patiënten van wie de hersenfuncties als gevolg van een ernstige en ongeneeslijke aandoening zodanig zijn aangetast dat ze geen besef meer hebben van hun eigen persoonlijkheid.
7. Tegenstribbeling betekent niet dat euthanasie wordt geweigerd
Zelfs indien een wilsonbekwame patiënt aan de hand van gebaren, geluidsuitdrukking, enz, zo aantonen dat hij wil leven, moet hieraan geen gevolg worden gegeven indien in de wilsverklaring expliciet wordt aangegeven dat euthanasie moet worden uitgevoerd, zelfs in geval van tegenstribbeling. Het tegenstribbelen betekent in die toestand van dementie namelijk niet dat men euthanasie zou weigeren. Het is een reactie op de vreemde toestand (de dokter, de dokterstas, de spuit, ...).
Een uitbreiding van het toepassingsgebied van de euthanasiewetzou sowieso een geruststelling zijn voor deze personen die gedoemd zijn te kiezen tussen een vroegtijdige dood of een leven met het vooruitzicht op aftakeling.
Patrick Herbots
Advocaat, auteur van het boek Een pleidooi voor euthanasie zonder grenzen! Het ultieme zelfbeschikkingsrecht moet prevaleren, uitgegeven bij Maklu.
Jacinta De Roeck
Lid van de Federale Controle- en Evaluatiecommissie, vrijwilliger bij LEIF Antwerpen.