...

Het arrest van het Europees Hof van Justitie dateert van 5 december 2023 (*). Het gaat over de inperking van het vrij verkeer van personen om de volksgezondheid te beschermen.Artikel 18 van een Ministerieel Besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, verbood niet-essentiële reizen vanuit en naar België. Reizen vanuit België naar alle EU-landen, de landen van de Schengenzone en naar het Verenigd Koninkrijk -en om vanuit deze landen naar België te reizen- waren nog wel toegelaten met uitzondering van de gebieden aangeduid als rode zones. Iedere reiziger afkomstig uit een rode zone moest zich laten testen en in quarantaine gaan. Vrij verkeer van personenCentraal in dit geschil stond de Europese richtlijn 2004/38/EG van 29 april 2004. Dit gaat over het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden.In een zeer uitvoerig arrest concludeert het Europees Hof dat deze richtlijn een regeling van algemene strekking door een lidstaat om redenen van volksgezondheid bij de bestrijding van de COVID-19-pandemie niet in de weg staat. Burgers van de Unie en hun familieleden mag dus, ongeacht hun nationaliteit, verboden worden niet-essentiële reizen vanuit deze lidstaat te maken naar andere lidstaten die als hoog risicogebieden zijn aangewezen door de lidstaat. Evenmin verhindert deze richtlijn dat deze lidstaat EU-burgers die niet de nationaliteit van die lidstaat bezitten, verplicht screeningtesten te ondergaan en in quarantaine te gaan wanneer zij het grondgebied van die lidstaat binnenkomen vanuit een van die andere lidstaten.(*) Arrest C-128/22