Zondag. Ik wandel van Saint-Ferme naar Pondaurat, zo'n 28 km, dus ben ik vroeg vertrokken. Het is een sombere dag, geen zon te zien. Maar het regent niet, de aangekondigde onweersbuien zijn gelukkig vannacht al gepasseerd. Het deed lelijk, als ik dat over me heen kreeg! Er zijn nauwelijks mensen buiten en andere pelgrims zijn heel ver te zoeken, alleen op de wereld lijkt het vandaag.

Aangekomen bij refuge La Blanche, mijn slaapplaats, is de verrassing dan ook groot. Ik beland onmiddellijk aan de familietafel, waar tien paar ogen me aanstaren. Het dessert is net opgediend, ik doe mee. De vragen, antwoorden en grapjes vliegen over en weer. Ik doe mijn uiterste best, m'n Frans is ruim voldoende om m'n plan te trekken, maar familiebijeenkomsten...

De traditie op zondag: de maaltijd afsluiten met een degustive. Pruimen opgelegd in "elixir de vie", aldus de trotse eigenaar... Na mijn wandeling komt dat binnen, mijn wangen worden veel tintjes roder. Ondertussen verneem ik veel over La Famille. Een echte clan zo blijkt, met Nicole en Michel aan het hoofd. Ze zijn beiden zeventigers, maar heel actief. Hun 'retraite' is beperkt, zeggen ze zelf, ze genieten veel te veel van het zorgen voor anderen. En dat mag je heel ruim zien! De avondmaaltijd is opnieuw grandioos, ik ga slapen met de glimlach.

Les dag 15: na regen komt zonneschijn.

***
Het afscheid 's morgens is zeer hartelijk, met de boodschap 'la porte est toujours ouverte'. Het kleurt mijn dag, samen met de overwinning van onze Rode Duivels. Ik loop al zingend door de velden... en vergeet op te letten. 3 km extra vandaag, ik geraak aan de 30!

Les dag 16: iets vaker zeggen "mijn deur staat altijd open."

***

De afgelopen weken waren er veel leuke ontmoetingen, het begon al tijdens mijn driedaagse met Vivi: Alain, Lily en Yvonne, het delen van wat je hebt, is zo verbindend.

Daarna ontmoette ik het trio Marc, Jean-Jacques en Reginald, Fransen tussen 63 en 66, allen gepensioneerd. Elk met hun (eigen)aardigheden - vooral aardig! - ze noemen elkaar minister van Communicatie, minister van Financiën en minister Op Rust. Het past perfect bij hen.

We stappen nooit samen, maar treffen elkaar 's avonds in de beschikbare refuges. Het is altijd leuk, soms serieus, dan weer vol grappen. Maar ze zijn heel attent en zorgzaam, dus kook ik de laatste avond voor hen. Tagliatelle met biefstuk- thuis zeer gegeerd - het valt in de smaak.

LS
© LS

Veel pelgrims kom ik verder niet tegen, onderweg passeer ik nog Bruno en Claire, 74 en 67 jaar. Ze wonen in Versailles. Dit is niet hun eerste camino. Ze vertrokken al vanuit Genève met de fiets (4 maanden) en vanuit Rome te voet (6 maanden). Ik wandel een poos met hen mee, ze verontschuldigen zich voor hun tempo, maar het is zalig wat rustiger te stappen, moet ik onthouden!

De mensen die de refuges - gemeentelijk of particulier - open houden zijn ook allemaal speciaal. Hun drive, inzet, toewijding en geloof in de camino... Zalig!

Jean-Pierre zorgt in Périgueux voor de opvang van pelgrims. Iedereen noemt hem "de man met de kilt". Hij heeft een duidelijke visie: iedere pelgrim is anders, respect voor allen. Hij werd zelf al te vaak respectloos behandeld, wil het anders doen. Hij voelt mijn vertwijfeling van dat moment (ik moest nog veel leren) en geeft me de goede raad me niet te veel vragen te stellen. Gewoon stappen, de antwoorden komen wel.

LS
© LS
LS
© LS

Anette is ook een geweldig iemand. Eveneens 70+, ze ondernam zelf al een tiental camino's. Ze ontdekte de waarde van stappen, nu neemt ze de zorg in de refuges op zich. Haar leven is ook een boek, ze woonde 17 jaar in Algerije, werkte er tussen de Algerijnen, zo'n lieve mensen stelt ze. Terug in Frankrijk werd haar man ziek, hij stierf jong. Haar dochter woont verder weg, Anette ontfermt zich nu over haar poetsvrouw, een Kameroense met een vluchtverhaal van hier tot ginder. Ze benoemt ook het toenemende familiale geweld in Frankrijk, wat moet er van al die kinderen worden? Zo zitten we snel op mijn domein, kinderen, de gevolgen van corona, ... de avond vliegt voorbij.

Ik bespeur bij Anette melancholie. Ze geeft toe dat ze zich alleen voelt, het is veel te kalm, er zijn te weinig pelgrims, ze wil naar huis... Anette geeft aan dat in Spanje het pelgrimsleven helemaal stil gevallen is. "L'Espagne est très compliquée..." We zullen zien, het is niet de bedoeling dat mijn camino daar stopt!

Er zijn nog de B&B Le jardin des Cygnes en de opvang bij Mme Villaud. Leuke plekken om tot rust te komen, wat meer luxe, lekker eten. En af en toe is daar iemand die over me waakt...

Les dag 17: we hebben allemaal nood aan verbinding (ook na corona).

LS
© LS
Zondag. Ik wandel van Saint-Ferme naar Pondaurat, zo'n 28 km, dus ben ik vroeg vertrokken. Het is een sombere dag, geen zon te zien. Maar het regent niet, de aangekondigde onweersbuien zijn gelukkig vannacht al gepasseerd. Het deed lelijk, als ik dat over me heen kreeg! Er zijn nauwelijks mensen buiten en andere pelgrims zijn heel ver te zoeken, alleen op de wereld lijkt het vandaag. Aangekomen bij refuge La Blanche, mijn slaapplaats, is de verrassing dan ook groot. Ik beland onmiddellijk aan de familietafel, waar tien paar ogen me aanstaren. Het dessert is net opgediend, ik doe mee. De vragen, antwoorden en grapjes vliegen over en weer. Ik doe mijn uiterste best, m'n Frans is ruim voldoende om m'n plan te trekken, maar familiebijeenkomsten... De traditie op zondag: de maaltijd afsluiten met een degustive. Pruimen opgelegd in "elixir de vie", aldus de trotse eigenaar... Na mijn wandeling komt dat binnen, mijn wangen worden veel tintjes roder. Ondertussen verneem ik veel over La Famille. Een echte clan zo blijkt, met Nicole en Michel aan het hoofd. Ze zijn beiden zeventigers, maar heel actief. Hun 'retraite' is beperkt, zeggen ze zelf, ze genieten veel te veel van het zorgen voor anderen. En dat mag je heel ruim zien! De avondmaaltijd is opnieuw grandioos, ik ga slapen met de glimlach.Les dag 15: na regen komt zonneschijn. ***Het afscheid 's morgens is zeer hartelijk, met de boodschap 'la porte est toujours ouverte'. Het kleurt mijn dag, samen met de overwinning van onze Rode Duivels. Ik loop al zingend door de velden... en vergeet op te letten. 3 km extra vandaag, ik geraak aan de 30!Les dag 16: iets vaker zeggen "mijn deur staat altijd open." *** De afgelopen weken waren er veel leuke ontmoetingen, het begon al tijdens mijn driedaagse met Vivi: Alain, Lily en Yvonne, het delen van wat je hebt, is zo verbindend. Daarna ontmoette ik het trio Marc, Jean-Jacques en Reginald, Fransen tussen 63 en 66, allen gepensioneerd. Elk met hun (eigen)aardigheden - vooral aardig! - ze noemen elkaar minister van Communicatie, minister van Financiën en minister Op Rust. Het past perfect bij hen. We stappen nooit samen, maar treffen elkaar 's avonds in de beschikbare refuges. Het is altijd leuk, soms serieus, dan weer vol grappen. Maar ze zijn heel attent en zorgzaam, dus kook ik de laatste avond voor hen. Tagliatelle met biefstuk- thuis zeer gegeerd - het valt in de smaak. Veel pelgrims kom ik verder niet tegen, onderweg passeer ik nog Bruno en Claire, 74 en 67 jaar. Ze wonen in Versailles. Dit is niet hun eerste camino. Ze vertrokken al vanuit Genève met de fiets (4 maanden) en vanuit Rome te voet (6 maanden). Ik wandel een poos met hen mee, ze verontschuldigen zich voor hun tempo, maar het is zalig wat rustiger te stappen, moet ik onthouden! De mensen die de refuges - gemeentelijk of particulier - open houden zijn ook allemaal speciaal. Hun drive, inzet, toewijding en geloof in de camino... Zalig! Jean-Pierre zorgt in Périgueux voor de opvang van pelgrims. Iedereen noemt hem "de man met de kilt". Hij heeft een duidelijke visie: iedere pelgrim is anders, respect voor allen. Hij werd zelf al te vaak respectloos behandeld, wil het anders doen. Hij voelt mijn vertwijfeling van dat moment (ik moest nog veel leren) en geeft me de goede raad me niet te veel vragen te stellen. Gewoon stappen, de antwoorden komen wel. Anette is ook een geweldig iemand. Eveneens 70+, ze ondernam zelf al een tiental camino's. Ze ontdekte de waarde van stappen, nu neemt ze de zorg in de refuges op zich. Haar leven is ook een boek, ze woonde 17 jaar in Algerije, werkte er tussen de Algerijnen, zo'n lieve mensen stelt ze. Terug in Frankrijk werd haar man ziek, hij stierf jong. Haar dochter woont verder weg, Anette ontfermt zich nu over haar poetsvrouw, een Kameroense met een vluchtverhaal van hier tot ginder. Ze benoemt ook het toenemende familiale geweld in Frankrijk, wat moet er van al die kinderen worden? Zo zitten we snel op mijn domein, kinderen, de gevolgen van corona, ... de avond vliegt voorbij. Ik bespeur bij Anette melancholie. Ze geeft toe dat ze zich alleen voelt, het is veel te kalm, er zijn te weinig pelgrims, ze wil naar huis... Anette geeft aan dat in Spanje het pelgrimsleven helemaal stil gevallen is. "L'Espagne est très compliquée..." We zullen zien, het is niet de bedoeling dat mijn camino daar stopt! Er zijn nog de B&B Le jardin des Cygnes en de opvang bij Mme Villaud. Leuke plekken om tot rust te komen, wat meer luxe, lekker eten. En af en toe is daar iemand die over me waakt...Les dag 17: we hebben allemaal nood aan verbinding (ook na corona).