De soloarts heeft zijn beste tijd gehad. Toch als we de huidige minister van Sociale Zaken, Frank Vandenbroucke mogen geloven.

Tijdens zijn rede ter gelegenheid van het afstuderen van 300 huisartsen aan de UA, brak hij een lans voor de groepspraktijk. Die praktijkvorm zal werken als een toverstokje. Eensklaps zullen er hopen huisartsen uit de hemel nederdalen, om het urgente tekort ongedaan te maken.

Hij schetst de evolutie van de huisartsgeneeskunde. Vanaf de opkomst van de solopraktijk, die vele decennia de norm was, tot en met de huidige tijd, waarin je al een halve gek moet zijn om nu nog als solohuisarts te beginnen.

Een tijd waar volgens hem alleen nog maar plaats meer zal zijn voor grote groepsentiteiten. Want ja, de vergrijzing doet zich al een tijdje gelden. Wie veroudering zegt, zegt multipathologie. Wie multimorbiditeit zegt, zegt in de feiten een toename in de complexiteit van de zorg. Een gegeven dat blijkbaar niet meer door een soloarts zou kunnen gemanaged worden, om eens een woord uit de zakenwereld te gebruiken. Vanwaar de stelling komt dat een soloarts niet meer in staat zou zijn om complexere problemen aan te pakken, weet ik niet. Ik vermoed dat er enkele kabinetsleden, annex ja-knikkers, dit hem hebben ingefluisterd. Dit op basis van hun uitgebreide huisartsenervaring op het terrein.

Patiënten zijn geëvolueerd tot cliënten. Zorgverleners worden managers. Bovenaan de ladder van de groepsentiteit komt een manager, met daaronder een aantal artsen, arts-assistenten, een rits verpleegkundigen, en dan nog de persoon die de agenda beheert.

Deze entiteiten zullen niet alleen de aantrekkelijkheid van het beroep verhogen, ze zullen ook zorgen dat de arts van de toekomst als een echte ambtenaar tegen 9h naar zijn werk trekt. Vervolgens zal hij een koffietje slurpen, en dan tegen 9h15 starten met de raadpleging. Rond 11h is er een soeppauze, om dan tegen 11h15 terug aan de slag te gaan. Om 12h30 wordt er bij de lunch uitgebreid nagekaart over de geziene patienten, waarna de werkzaamheden hernemen.

Een arts die voor 90% raadplegingen doet, en hoogstens voor 10% huisbezoeken, is geen huisarts

Meestal zullen dat raadplegingen zijn, vermits huisbezoeken volgens de marsorders zoveel mogelijk moeten vermeden worden, wegens te veel tijdverspilling. Hoe je dan een vergrijzende populatie rijmt met quasi geen huisbezoeken meer, blijft voor mij een raadsel. Ik zal het eens aan de minister moeten vragen. Die zal vast wel het antwoord kennen. Met een curriculum als dat van FVDB kan dat toch niet zo moeilijk zijn?

Tegen 17h wordt het dan stilaan tijd om af te ronden. Pech voor diegenen die dan dringende zorg nodig hebben. Die zullen dan niet meer terecht kunnen in de eigen praktijk. Ze dienen zich te wenden tot een wachtpost, alwaar ze met open armen ontvangen zullen worden door de bevallige dames aan de balie, om vervolgens bij de gemotiveerde wachtarts op consult te komen.

Ziedaar een ruwe schets van hoe de huisarts van de toekomst zal functioneren. Eigenlijk mag ik in die context zelfs niet meer spreken van een huisarts. Een arts die voor 90% raadplegingen doet, en hoogstens voor 10% huisbezoeken, is geen huisarts. Het is een consultarts geworden. Of een eerstelijnsarts, zo je wil.

Heb ik van FVDB in zijn betoog iets gehoord over het takenpakket van die nieuwe huisarts ? Hoe hij die raadplegingen gaat invullen? Of denkt hij dat, door enkel de praktijkorganisatie te hervormen, iedereen massaal voor eerstelijnsarts zal kiezen?

Wat met verloning? Wat met de echte jobinhoud? Zou het kunnen dat mensen, toevallig of niet, ook kiezen voor dit beroep omwille van de variëteit aan taken? Dat het hen niet uitsluitend te doen is omwille van de verloning, of het gebrek daaraan, maar dat financiële waardering slechts één factor is in het verhaal?

Is het de bedoeling de uitholling van het beroep een halt toe te roepen ? Of is dat geen prioriteit voor onze eerbiedwaardige minister?

Zou het niet verstandig zijn een resultaatsverbintenis te koppelen aan dit plan? Dit om te vermijden dat het na enkele jaren stof ligt te vergaren in de fichebak van een of andere naaste medewerker van de minister.

'The New Deal voor de Huisartspraktijk'. Er worden zelfs hoofdletters gebruikt in de titel. De minister wil hiermee tonen dat het om een ernstige poging gaat om een en ander te veranderen. Hij wil zijn plan gewichtig doen overkomen bij de potentiele belanghebbenden. Waarschijnlijk om de indruk te geven dat het hem menens is. Benieuwd wat er na 2024 van die fameuze Deal nog zal overblijven...

Zou het niet verstandig zijn een resultaatsverbintenis te koppelen aan dit plan? Dit om te vermijden dat het na enkele jaren stof ligt te vergaren in de fichebak van een of andere naaste medewerker van de minister.

De voorbije twee decennia heb ik al een hele rits plannen ter herwaardering de revue zien passeren. Er is dus zeker geen gebrek aan ideeën om vooruit te geraken. Waar het dan wel aan mankeert, is een orgaan dat het overzicht bewaart op de realisatie van een aantal voorstellen.

Misschien moeten we op het einde van de huidige legislatuur de beleidsmakers eens confronteren met wat er van al die ambitieuze doelstellingen met ronkende namen nu uiteindelijk terecht is gekomen?

De soloarts heeft zijn beste tijd gehad. Toch als we de huidige minister van Sociale Zaken, Frank Vandenbroucke mogen geloven.Tijdens zijn rede ter gelegenheid van het afstuderen van 300 huisartsen aan de UA, brak hij een lans voor de groepspraktijk. Die praktijkvorm zal werken als een toverstokje. Eensklaps zullen er hopen huisartsen uit de hemel nederdalen, om het urgente tekort ongedaan te maken.Hij schetst de evolutie van de huisartsgeneeskunde. Vanaf de opkomst van de solopraktijk, die vele decennia de norm was, tot en met de huidige tijd, waarin je al een halve gek moet zijn om nu nog als solohuisarts te beginnen. Een tijd waar volgens hem alleen nog maar plaats meer zal zijn voor grote groepsentiteiten. Want ja, de vergrijzing doet zich al een tijdje gelden. Wie veroudering zegt, zegt multipathologie. Wie multimorbiditeit zegt, zegt in de feiten een toename in de complexiteit van de zorg. Een gegeven dat blijkbaar niet meer door een soloarts zou kunnen gemanaged worden, om eens een woord uit de zakenwereld te gebruiken. Vanwaar de stelling komt dat een soloarts niet meer in staat zou zijn om complexere problemen aan te pakken, weet ik niet. Ik vermoed dat er enkele kabinetsleden, annex ja-knikkers, dit hem hebben ingefluisterd. Dit op basis van hun uitgebreide huisartsenervaring op het terrein.Patiënten zijn geëvolueerd tot cliënten. Zorgverleners worden managers. Bovenaan de ladder van de groepsentiteit komt een manager, met daaronder een aantal artsen, arts-assistenten, een rits verpleegkundigen, en dan nog de persoon die de agenda beheert.Deze entiteiten zullen niet alleen de aantrekkelijkheid van het beroep verhogen, ze zullen ook zorgen dat de arts van de toekomst als een echte ambtenaar tegen 9h naar zijn werk trekt. Vervolgens zal hij een koffietje slurpen, en dan tegen 9h15 starten met de raadpleging. Rond 11h is er een soeppauze, om dan tegen 11h15 terug aan de slag te gaan. Om 12h30 wordt er bij de lunch uitgebreid nagekaart over de geziene patienten, waarna de werkzaamheden hernemen. Meestal zullen dat raadplegingen zijn, vermits huisbezoeken volgens de marsorders zoveel mogelijk moeten vermeden worden, wegens te veel tijdverspilling. Hoe je dan een vergrijzende populatie rijmt met quasi geen huisbezoeken meer, blijft voor mij een raadsel. Ik zal het eens aan de minister moeten vragen. Die zal vast wel het antwoord kennen. Met een curriculum als dat van FVDB kan dat toch niet zo moeilijk zijn? Tegen 17h wordt het dan stilaan tijd om af te ronden. Pech voor diegenen die dan dringende zorg nodig hebben. Die zullen dan niet meer terecht kunnen in de eigen praktijk. Ze dienen zich te wenden tot een wachtpost, alwaar ze met open armen ontvangen zullen worden door de bevallige dames aan de balie, om vervolgens bij de gemotiveerde wachtarts op consult te komen.Ziedaar een ruwe schets van hoe de huisarts van de toekomst zal functioneren. Eigenlijk mag ik in die context zelfs niet meer spreken van een huisarts. Een arts die voor 90% raadplegingen doet, en hoogstens voor 10% huisbezoeken, is geen huisarts. Het is een consultarts geworden. Of een eerstelijnsarts, zo je wil. Heb ik van FVDB in zijn betoog iets gehoord over het takenpakket van die nieuwe huisarts ? Hoe hij die raadplegingen gaat invullen? Of denkt hij dat, door enkel de praktijkorganisatie te hervormen, iedereen massaal voor eerstelijnsarts zal kiezen? Wat met verloning? Wat met de echte jobinhoud? Zou het kunnen dat mensen, toevallig of niet, ook kiezen voor dit beroep omwille van de variëteit aan taken? Dat het hen niet uitsluitend te doen is omwille van de verloning, of het gebrek daaraan, maar dat financiële waardering slechts één factor is in het verhaal?Is het de bedoeling de uitholling van het beroep een halt toe te roepen ? Of is dat geen prioriteit voor onze eerbiedwaardige minister?'The New Deal voor de Huisartspraktijk'. Er worden zelfs hoofdletters gebruikt in de titel. De minister wil hiermee tonen dat het om een ernstige poging gaat om een en ander te veranderen. Hij wil zijn plan gewichtig doen overkomen bij de potentiele belanghebbenden. Waarschijnlijk om de indruk te geven dat het hem menens is. Benieuwd wat er na 2024 van die fameuze Deal nog zal overblijven...Zou het niet verstandig zijn een resultaatsverbintenis te koppelen aan dit plan? Dit om te vermijden dat het na enkele jaren stof ligt te vergaren in de fichebak van een of andere naaste medewerker van de minister.De voorbije twee decennia heb ik al een hele rits plannen ter herwaardering de revue zien passeren. Er is dus zeker geen gebrek aan ideeën om vooruit te geraken. Waar het dan wel aan mankeert, is een orgaan dat het overzicht bewaart op de realisatie van een aantal voorstellen.Misschien moeten we op het einde van de huidige legislatuur de beleidsmakers eens confronteren met wat er van al die ambitieuze doelstellingen met ronkende namen nu uiteindelijk terecht is gekomen?