...
Collega Rampelberg droomt ervan dat jonge collega's huisartsen de euvele moed zullen hebben het volledige terrein van de huisarts te heroveren.Op zich een nobele doelstelling, ware het niet dat we natuurlijk niet meer leven in de jaren 80, maar reeds aanbeland zijn in het jaar 2021, meer dan 40 jaar later.In die 40 jaar hebben zich heel wat geneeskundige evoluties voltrokken, op tal van vlakken. En laat net dat nu de voornaamste reden zijn waarom het actuele takenpakket van de huisarts niet meer dat van pakweg 30-40 jaar geleden kan zijn.Het zou ons te ver leiden om al die belangrijke veranderingen die in de loop der jaren hun beslag gekregen hebben, hier omstandig uit de doeken te doen.Laat me volstaan met de observatie dat tal van deelspecialismes een hoge vlucht genomen hebben. Ook de rol van de huisarts binnen de gezondheidszorg is grondig geëvolueerd, en niet altijd in gunstige zin. De omnipracticus uit lang vervlogen tijden, de dokter die nog 'alles' zelf deed, om het even zo uit te drukken, bestaat niet meer. Kan ook niet meer bestaan omdat de geneeskundige praktijk te divers en te breed geworden is om nog door één persoon in zijn volledigheid beoefend te worden.En dan zwijgen we nog over het klassieke plaatje van de man als huisarts, en de vrouw als secretaresse-assistente. De vrouw die vaak haar eigen job opgaf om haar echtgenoot-huisarts bij te staan in de praktijk. Dit heeft jarenlang goed gefunctioneerd. Maar op een gegeven ogenblik, onder druk van maatschappelijke evoluties die niet tegen te houden waren, is dat beeld compleet gewijzigd. Het tweeverdienersmodel is nu de norm geworden, met alle gevolgen vandien.De complexiteit van de zorg maakt het heden ten dage ook niet meer mogelijk dat de omnipracticus het volledige veld van de geneeskunde blijft verzorgen, zonder aan kwaliteit in te boeten. De moderne huisarts is eerder een spelverdeler geworden. Hij/zij moet met getrainde voelsprieten de zorgnoden detecteren, zelf behandelen indien mogelijk, doorverwijzen indien de ernst van de situatie dit noodzaakt. Daar is niks mis mee. Het is ook geen verschraling van het takenpakket van de huisarts, zoals sommigen ons willen doen geloven. Het is gewoon een andere manier van zorg verlenen geworden. In het doolhof van de gezondheidszorg moet de huisarts de patiënt als gids bijstaan in zijn zorgbehoeften.Het grootste gevaar dat, mijns inziens, om de hoek blijft loeren, is de administratiedrift. Allerlei instanties die cirkelen rond het veld van de gezondheidszorg overspoelen de medische praktijk met papieren overlast, waarbij de effectieve medische praktijk dan vaak het kind van de rekening wordt. De huisarts verwordt dan tot een klerk die niets anders doet dan papiertjes schrijven, krabbels zetten onder zinloze documenten die toch niet gelezen worden, aanvragen invullen waarvan het nut kan in twijfel getrokken worden, enz.Daarnaast zien we een evolutie naar een vorm van wat ik zou durven noemen 'ontmenselijking' van de zorg. Patiënten bestaan niet meer, het zijn cliënten, casussen, dossiers geworden. Alsof we met onze wagen naar de garage rijden voor een groot of klein onderhoud. Met dat verschil dat die wagen niet kan zeggen wat er scheelt, terwijl die cliënt beschikt over zoiets als een brein, een geweten, gevoelens, gedachten, voorkeuren, enz.Een gezondheidszorg die in toenemende mate onderhevig is aan vermarkting, waarbij onvermijdelijk het winstprincipe primeert, is gedoemd uit te monden in een materiële zorg, een dienstverlening zoals we een verzekeraar binnenstappen om een polis af te sluiten. De vraag stellen: hoe gaat het nu eigenlijk met u? , komt haast niet meer voor in het medische jargon. We stellen eerder de vraag: hoe gaat het met je knie? Of hoe zit het nu eigenlijk met uw longen? Of uw cholesterol?Het holistisch benaderen van patiënten wordt gereduceerd tot gefragmenteerde zorg, waarbij het uiteindelijke doel, de mens als geheel in al zijn facetten beter maken, moet wijken voor, om het eens oneerbiedig uit te drukken, oplapwerk. Zelfzorg moet het afleggen tegen het onpersoonlijk herstellen van inbreuken in de menselijke integriteit, zowel fysiek als mentaal.