Gezien de toename van huidkanker lijkt het onvermijdelijk dat de rol van de huisarts in de preventie, opsporing en zorg van huidkanker zal toenemen. Natuurlijk ligt het bordje van de huisarts al behoorlijk vol, zeker tijdens deze hectische pandemie, maar het inperken van de huidkankerepidemie kan zeker niet zonder de huisarts.

Minstens 75% van de huidkankers zijn te vermijden, mits natuurlijk een effectieve gedragsaanpassing. Huidkanker ontstaat door UV-blootstelling, hierover is geen enkele twijfel. Maar hoeveel blootstelling is dan genoeg, gezien we een vitamine D-tekort willen vermijden en de mensen ook zoveel mogelijk willen laten genieten van de zon en buiten sporten? De juiste balans vinden tussen genoeg en te veel blootstelling is een complexe zaak.

Welke boodschappen moet de huisarts dan meegeven en welke mechanismen zorgen voor het gewenste gedrag? De wetenschap en praktijk van gedragsverandering leert ons dat er bepaalde heuristieken gebruikt kunnen worden om de effectiviteit van de boodschap te verhogen.

Vanuit verschillende wetenschappelijke disciplines zoals sociale psychologie, gedragseconomie, sociale marketing enz. weten we al vrij goed wat werkt en wat niet. Deze kennis zou breder gedeeld kunnen worden met de medische professie.

Het is ook belangrijk dat de boodschap komt van een 'vertrouwde bron'. Hier scoort de huisarts dan hoog.

De impact van de boodschap, kan in ook hoge mate verhoogd worden door ze juist te 'framen'. Positieve framing werkt meestal beter dan een negatieve. Wijzen op de voordelen van aangepast gedrag werkt beter dan enkel de risico's te benadrukken enz.

Gezien de toename van huidkanker lijkt het onvermijdelijk dat de rol van de huisarts in de preventie, opsporing en zorg van huidkanker zal toenemen

Duitsland is het enige land ter wereld waar er sinds 2008 een huidkankerscreening op populatieniveau bestaat. Vanaf 35 jaar kan iedere asymptomatische persoon met een ziekteverzekering zich om de twee jaar gratis laten controleren.

Alhoewel er initieel een daling van de mortaliteit werd vastgesteld steeg deze na de afloop van het pilootproject SCREEN in de regio Sleeswijk- Holstein. Er ontbreekt een gedegen analyse van de data om de screening te optimaliseren en dit maakt het moeilijk om een screening op populatieniveau te verantwoorden.

Door de forse toename van huidkanker in België (11.000 in 2004 naar 44.000 in 2019 en naar schatting van het Kankerregister 77.000 in 2035) en de langere wachtlijsten bij de dermatologen dringen zich er maatregelen op.

Initiatieven en onderzoek naar efficiëntere detectiemethodes (leasion-directed, teleconsult, teletriage enz.), met of zonder gebruik van nieuwe technologieën (apps, AI), toont aan dat efficiëntiewinst mogelijk is. Dit om niet alleen bij de risicopopulatie, maar ook bij de totale bevolking tijdig huidkankers op te sporen zonder een algemeen bevolkingsonderzoek te starten.

De huisarts kent wellicht een toegenomen vraag naar het beoordelen van huidvlekken en daarom moet er nagedacht worden over hoe de eerstelijnszorg verbeterd kan worden. Bepaalde huidkankers kunnen wellicht door de huisarts behandeld worden en bij anderen kan de huisarts misschien sneller een diagnose stellen of doorverwijzen zodat er ook hier efficiëntiewinst is.

Hoewel de betrokken zorgverleners over het algemeen gematigd positief waren over substitutie van huidkankerzorg, blijken substantiële barrières een succesvolle implementatie op dit moment in de weg te staan

In Nederland werd onderzocht, door middel van interviews met huisartsen, hoe de huisarts tegenover de invulling van die rol staat. Noels en collega's gingen na welke opvattingen huisartsen en dermatologen hebben over substitutie van laagrisicohuidkankerzorg (rondom laag risico basaalcelcarcinomen), door middel van 40 interviews (18 dermatologen en 22 huisartsen).

Daarnaast onderzochten ze potentiële barrières die de substitutie van zorg belemmeren en strategieën die deze bevorderen. Hoewel de betrokken zorgverleners over het algemeen gematigd positief waren over substitutie van huidkankerzorg, blijken substantiële barrières een succesvolle implementatie op dit moment in de weg te staan.

Maatregelen die substitutie kunnen bevorderen zijn dermato-oncologiescholing voor huisartsen en het verbeteren van de samenwerking tussen de lijnen. Huisartsen verwachten daarnaast inspanningen van dermatologen om hun vertrouwen en dat van patiënten in huisartsen te verhogen, en compensatie in tijd en geld.

De meeste huisartsen zijn dus bereid hun rol in de huidkankerzorg uit te breiden; er is echter meer training nodig en het gebruik van richtlijnen moet worden aangemoedigd. Degenen die hun rol willen uitbreiden, moeten zich richten op het verbeteren van hun klinische diagnose van huidtumoren, de behandeling van huid(pre)maligniteiten met een laag risico, inclusief veldgerichte behandeling van Actinische Keratosen en niet-invasieve behandeling van Basaalcelcarcinomen, en op preventie.

Er moet gezocht worden naar een samenwerkingsmodel van eerste en tweede lijn waar de efficiëntie primeert en preventie een belangrijke rol speelt zonder dat de zorgkosten de pan uit swingen

Bij 25-30% zal de immunotherapie dermate goed werken dat er geen andere therapie nodig is gedurende 5 jaar en langer. Hierbij kan de behandeling ook gestopt worden.

Bij een groter aantal (40-50%) zal er na start een gunstig effect optreden maar dit volstaat niet om bij alle patiënten de ziekte blijvend onder controle te houden.

Innovatieve behandelingen zijn duur en worden steeds meer toegepast en bij non-melanomen is er zelfs een shift om duurdere behandelingen toe te passen in plaats van even effectieve goedkopere therapieën.

Er moet gezocht worden naar een samenwerkingsmodel van eerste en tweede lijn waar de efficiëntie primeert en preventie een belangrijke rol speelt zonder dat de zorgkosten de pan uit swingen.

Gezien de toename van huidkanker lijkt het onvermijdelijk dat de rol van de huisarts in de preventie, opsporing en zorg van huidkanker zal toenemen. Natuurlijk ligt het bordje van de huisarts al behoorlijk vol, zeker tijdens deze hectische pandemie, maar het inperken van de huidkankerepidemie kan zeker niet zonder de huisarts.Minstens 75% van de huidkankers zijn te vermijden, mits natuurlijk een effectieve gedragsaanpassing. Huidkanker ontstaat door UV-blootstelling, hierover is geen enkele twijfel. Maar hoeveel blootstelling is dan genoeg, gezien we een vitamine D-tekort willen vermijden en de mensen ook zoveel mogelijk willen laten genieten van de zon en buiten sporten? De juiste balans vinden tussen genoeg en te veel blootstelling is een complexe zaak. Welke boodschappen moet de huisarts dan meegeven en welke mechanismen zorgen voor het gewenste gedrag? De wetenschap en praktijk van gedragsverandering leert ons dat er bepaalde heuristieken gebruikt kunnen worden om de effectiviteit van de boodschap te verhogen. Vanuit verschillende wetenschappelijke disciplines zoals sociale psychologie, gedragseconomie, sociale marketing enz. weten we al vrij goed wat werkt en wat niet. Deze kennis zou breder gedeeld kunnen worden met de medische professie. Het is ook belangrijk dat de boodschap komt van een 'vertrouwde bron'. Hier scoort de huisarts dan hoog.De impact van de boodschap, kan in ook hoge mate verhoogd worden door ze juist te 'framen'. Positieve framing werkt meestal beter dan een negatieve. Wijzen op de voordelen van aangepast gedrag werkt beter dan enkel de risico's te benadrukken enz.Duitsland is het enige land ter wereld waar er sinds 2008 een huidkankerscreening op populatieniveau bestaat. Vanaf 35 jaar kan iedere asymptomatische persoon met een ziekteverzekering zich om de twee jaar gratis laten controleren. Alhoewel er initieel een daling van de mortaliteit werd vastgesteld steeg deze na de afloop van het pilootproject SCREEN in de regio Sleeswijk- Holstein. Er ontbreekt een gedegen analyse van de data om de screening te optimaliseren en dit maakt het moeilijk om een screening op populatieniveau te verantwoorden.Door de forse toename van huidkanker in België (11.000 in 2004 naar 44.000 in 2019 en naar schatting van het Kankerregister 77.000 in 2035) en de langere wachtlijsten bij de dermatologen dringen zich er maatregelen op. Initiatieven en onderzoek naar efficiëntere detectiemethodes (leasion-directed, teleconsult, teletriage enz.), met of zonder gebruik van nieuwe technologieën (apps, AI), toont aan dat efficiëntiewinst mogelijk is. Dit om niet alleen bij de risicopopulatie, maar ook bij de totale bevolking tijdig huidkankers op te sporen zonder een algemeen bevolkingsonderzoek te starten.De huisarts kent wellicht een toegenomen vraag naar het beoordelen van huidvlekken en daarom moet er nagedacht worden over hoe de eerstelijnszorg verbeterd kan worden. Bepaalde huidkankers kunnen wellicht door de huisarts behandeld worden en bij anderen kan de huisarts misschien sneller een diagnose stellen of doorverwijzen zodat er ook hier efficiëntiewinst is.In Nederland werd onderzocht, door middel van interviews met huisartsen, hoe de huisarts tegenover de invulling van die rol staat. Noels en collega's gingen na welke opvattingen huisartsen en dermatologen hebben over substitutie van laagrisicohuidkankerzorg (rondom laag risico basaalcelcarcinomen), door middel van 40 interviews (18 dermatologen en 22 huisartsen). Daarnaast onderzochten ze potentiële barrières die de substitutie van zorg belemmeren en strategieën die deze bevorderen. Hoewel de betrokken zorgverleners over het algemeen gematigd positief waren over substitutie van huidkankerzorg, blijken substantiële barrières een succesvolle implementatie op dit moment in de weg te staan.Maatregelen die substitutie kunnen bevorderen zijn dermato-oncologiescholing voor huisartsen en het verbeteren van de samenwerking tussen de lijnen. Huisartsen verwachten daarnaast inspanningen van dermatologen om hun vertrouwen en dat van patiënten in huisartsen te verhogen, en compensatie in tijd en geld.De meeste huisartsen zijn dus bereid hun rol in de huidkankerzorg uit te breiden; er is echter meer training nodig en het gebruik van richtlijnen moet worden aangemoedigd. Degenen die hun rol willen uitbreiden, moeten zich richten op het verbeteren van hun klinische diagnose van huidtumoren, de behandeling van huid(pre)maligniteiten met een laag risico, inclusief veldgerichte behandeling van Actinische Keratosen en niet-invasieve behandeling van Basaalcelcarcinomen, en op preventie.Bij 25-30% zal de immunotherapie dermate goed werken dat er geen andere therapie nodig is gedurende 5 jaar en langer. Hierbij kan de behandeling ook gestopt worden.Bij een groter aantal (40-50%) zal er na start een gunstig effect optreden maar dit volstaat niet om bij alle patiënten de ziekte blijvend onder controle te houden.Innovatieve behandelingen zijn duur en worden steeds meer toegepast en bij non-melanomen is er zelfs een shift om duurdere behandelingen toe te passen in plaats van even effectieve goedkopere therapieën. Er moet gezocht worden naar een samenwerkingsmodel van eerste en tweede lijn waar de efficiëntie primeert en preventie een belangrijke rol speelt zonder dat de zorgkosten de pan uit swingen.